In Zwolle was rond de jaren 1795 Gerrit Willem van Marle burgermeester van 1785 tot 1787. Hij is gedoopt in Zwolle op 29 december 1752 en hij is de zoon van Berent van Marle en Helena Eva Golts.
Hij trouwde op 29 maart 1779 met Catharina Wicherlink in Zwolle. Gerrit (Gerard) Willem was patriot en behoorde tot de stroming der moderaten. Hij was lid van de Nationale vergadering. Een hoge functie dus.
Hendrik Willem van Marle is geboren op 30 april 1768 in Deventer. Hij is de zoon van Thiman Willem van Marle en Johanna Geertruid van Loghem. Hij was burgemeester en wethouder in Deventer. Hij trouwde in 1797 met Petronella Jacoba van Wyck.
Ik heb tot nu toe nog geen familieverband kunnen vinden tussen deze twee burgermeesters. Toch lijkt het me vreemd dat die er niet zou zijn. Twee burgermeesters in de twee belangrijkste steden van Overijssel met dezelfde achternaam.
Wie verschaft duidelijkheid?
Familie Van Marle
Re: Familie Van Marle
De afkomst van met name Gerrit Willem van Marle is een vraag die mij zo nu en dan ook bezighoudt. Wat ik van internet verzameld heb, maar dus niet bewezen:
In het artikel "Kweek telgjes die de roem vergrote van uw stam": Rietberg(h) en Dijk. De nakomelingen van Herman Jansen op de Rietberg en Swane van Besten (deel 1 en 2) van mevr. R. van Bessen-Jongman, G.J.A. Rientjes en drs. B. van Doorn in het tijdschrift De Nederlandsche Leeuw 120 (2003) kolom 129-163 en 233-262.
wordt wel vermeld dat Truichien Herms met Berent Egberts van Marle trouwde, maar wie zijn ouders zijn, wordt niet vermeld.
Kwartierstaat in stamreeksen van Gerrit Willem van Marle
1. VAN MARLE
I. Gerrit Willem van Marle, geb. Zwolle 27 dec. 1752, † ald. 29 mei 1799, tr. Catharina Wicherlink, ged. 17 sept. 1753, † Zwolle 20 juni 1813.
II. Berend van Marle, ged. Zwolle 20 dec. 1711, begr. ald. 27 sept. 1787, tr. (ondertr. Zwolle 4 dec. 1745) Helena Eva Golts, ged. Zwolle 26 nov. 1721, begr. ald. 4 april 1792, dr. van Gerrit Willem en Aleida Barbara Gueisen.
III. Hermen van Marle, ged. 9 dec. 1677, † vóór 28 maart 1735, tr. Ommen 12 jan. 1710 Egbertina Hiddink, dr. van Arnolt en Adriana Walraven.
IV. Berent Egberts van Marle, ged. Zwolle 26 dec. 1636, tr. Zwolle 16 sept. 1662 Janna van Olen, dr. van Kasper.
V. Egbert Berents van Marle, geb. Vorchten omstr. 1601, † Zwolle vóór 16 sept. 1662, tr. 16 dec. 1634 Gerarda van Sonsbeeck, dr. van Roelof en Grietje Pieters van Putten en wed. van Hermen Meeuwsen.
VI. Berent Egberts van Marle, † vóór 18 maart 1660, tr. omstr. 1600 Magtelt Beeltsnijder, geb. Vorchten omstr. 1585, dr. van Jacob Gerritz.
Met name bij Berent Egberts van Marle en Magtelt Beeltsnijder heb ik nog wel wat twijfels. Maar mogelijk dat bovenstaande reeksen een kapstok kunnen zijn voor verder onderzoek ?Kwartierstaat in stamreeksen van Hendrik Willem van Marle
1. VAN MARLE
I. Hendrik Willem van Marle, ged. Deventer 3 mei 1768, † ald. 30 juni 1834, tr. Deventer 18 juni 1797 Petronella Jacoba Margaretha van der Wijck.
II. Thimannus Wilhelmus van Marle, ged. Deventer 4 jan. 1736, † ald. 12 april 1805, tr. Wilp 26 mei 1767 Johanna Geertruid van Loghem, geb. Deventer 22 sept. 1737, † ald. 2 mei 1809, dr. van Hendrik en Christina Hofkes.
III. Hendrik Willem van Marle, ged. Twello 10 febr. 1704, † Deventer 10 maart 1755, tr. Colmschate 20 maart 1731 Johanna Elisabeth Wijnen, ged. Arnhem 13 nov. 1703, † Deventer 21 aug. 1774.
IV. Tijmen van Marle, ged. Kampen 29 juli 1670, † Twello 10 okt. 1723, tr. Twello 8 sept. 1700 Cathalina Henrica Elberti, † Twello 21 mei 1733.
Uit het tweede huwelijk van:
V. Reijner van Marle, geb. omstr. 1635, † 31 jan. 1711, tr. 1e Wijntje Berents; tr. 2e Kampen 3 aug. 1660 Margrieta van der Veene, ged. Kampen 7 dec. 1637, dr. van Jan Tijmen Veene en Trijenten Jelle.
VI. Willem Berends van Marle, geb. omstr. 1600, † vóór 10 febr. 1665, tr. Truichien Herms [2], geb. omstr. 1598, dr. van Herman Janssen tot Rietberch en Swane van Besten.
Zijn vader:
VII. Berent Egberts van Marle, † vóór 18 maart 1660, tr. omstr. 1600 Magtelt Beeltsnijder, geb. Vorchten omstr. 1585, dr. van Jacob Gerritz.
In het artikel "Kweek telgjes die de roem vergrote van uw stam": Rietberg(h) en Dijk. De nakomelingen van Herman Jansen op de Rietberg en Swane van Besten (deel 1 en 2) van mevr. R. van Bessen-Jongman, G.J.A. Rientjes en drs. B. van Doorn in het tijdschrift De Nederlandsche Leeuw 120 (2003) kolom 129-163 en 233-262.
wordt wel vermeld dat Truichien Herms met Berent Egberts van Marle trouwde, maar wie zijn ouders zijn, wordt niet vermeld.
-
Jan Bijvank
- Berichten: 99
- Lid geworden op: 04 mar 2007, 00:00
Re: Familie Van Marle
Dag Egbert
Daar zit dus juist het probleem. De stamreeks vanHendrik Willem van Marle staat in 'Nederlands patriciaat, 1982" inderdaad vermeld tot en met Willem Berends van Marle en Truichen Herms.
Hoe weten we dat zijn vader Berent Egberts van Marle is.
En dat geldt ook voor voor het geslacht uit Zwolle... Egberts Berents moet dus een broer zijn van Willem Berends.
Is daar een doopboek van die daar bewijs levert?
Daar zit dus juist het probleem. De stamreeks vanHendrik Willem van Marle staat in 'Nederlands patriciaat, 1982" inderdaad vermeld tot en met Willem Berends van Marle en Truichen Herms.
Hoe weten we dat zijn vader Berent Egberts van Marle is.
En dat geldt ook voor voor het geslacht uit Zwolle... Egberts Berents moet dus een broer zijn van Willem Berends.
Is daar een doopboek van die daar bewijs levert?
Re: Familie Van Marle
Op internet kwam ik het volgende nog tegen:
BOUWHISTORIE HOTEL DE VISCHPOORTE
Het genoemde rapport is hier te vinden.
Daarin:
Mogelijk dat er in de Vrijwillige rechtspraak iets terug te vinden is?
BOUWHISTORIE HOTEL DE VISCHPOORTE
Het genoemde rapport is hier te vinden.
Daarin:
Het lijkt me dat er in Deventer meer te vinden moet zijn. Mogelijk een akte waarin de erfgenamen genoemd worden.[-] opgedragen aen Megtelt Beeltsnijders wed. van zal. Berent Egberts ende desselfs erfgenamen. haerer constituenten huis ende erve met sijn toebehoir, reg ende geregtigeit, staande ende gelegen bij den Vispoort, alhier tusschen huiseren van Abraham Slecht, wesende het hoochuis van de Waterstraete ende Arend Claessen, het Trepken gent aan de andere zijde. [-] Den 8 April 1649
Mogelijk dat er in de Vrijwillige rechtspraak iets terug te vinden is?
-
Jan Bijvank
- Berichten: 99
- Lid geworden op: 04 mar 2007, 00:00
Re: Familie Van Marle
Dank Egbert
Toch interessant stuk
Ik weet dat er in Deventer een doos 'ongeregeld materiaal' ligt.
Voorlopig ben ik nog niet fysiek in staat er naar toe te gaan.
Wellicht dat er ook nog wel iets bij het Nationaal Archief te vinden is. Komt ook nog wel...
Toch interessant stuk
Ik weet dat er in Deventer een doos 'ongeregeld materiaal' ligt.
Voorlopig ben ik nog niet fysiek in staat er naar toe te gaan.
Wellicht dat er ook nog wel iets bij het Nationaal Archief te vinden is. Komt ook nog wel...
-
ria van bessen
- Berichten: 9337
- Lid geworden op: 14 apr 2005, 00:00
Re: Familie Van Marle
Ik heb geen pasklaar antwoord maar mogelijk kunje via een omweg meer ontdekken.
Ik heb ook geen reeks voor je.
Maar wel wat opmerkingen en eventuele aanvullingen
Ten 1e de opmerking
*Deze Berent Egberts woont in Vorchten
16-12-1634 Egbert Berentsen van Marle Berent Egbers s. tot Vorchten en Gertruijd van Sonsbecke, Hermen Mouwesen n.w. in de Voorstrate
*Deze Berent Egberts woont in Marle
1660-03-18 - Gerrit Berents, zoon van zaliger Berent Egberts tot Marle ende Aeltien Gerrits, dochter van zaliger Gerrit Willems tot Warven. Att. 28-04-1660 - N.H. (onder)trouw Heerde, 1658-1771.
Nou liggen Vorchten en Marle wel dicht bij elkaar - maar ze zijn voor het Gericht gescheiden.
Marle = Wijhe [archief HCO]
Vorchten = Heerde {Archief Arnhem of Gelders Archief]
Bovenstaande Gerrit en Egbert dragen allebei de naam van Marle. Beide het patroniem Berents.
Wijhe invnr. 6
f174 - Actum Wijhe, 28 okt 1667 - Coram J. van Sonsbeek, Schout.
Keurnoten Mrs. Roedolph Cnoop en Hendrik Gerrits.
Gecompareerd zijn Hendericus van Marle, VdM in Mastenbroek, en Egbert Gerrits, beiden als naaste ooms en voogden van het onmondige nagelaten kind van zaliger Gerrit Berents van Marle en Aeltien Egberts, genaamd ... [leeg] van Marle. Zij presenteren hun administratie van de goederen van deze pupil, die de Schout ambtshalve niet kan weigeren, die dit met handtasting onder verband van hun personen en goederen heeft opgenomen volgens het Landrecht.
Wijhe deel 5
f1 - Actum Wijhe, 31 mrt 1647 - Peter van Sonsbeeck, Scholtes tot Wijhe.
Keurnoten Johannes Vrijlinck, pastor tot Wijhe, en Micchel Claesen.
[op een bezegelde brief].
Verschenen zijn Gerrit Peters en zijn huisvrouw Megtelt Jansen. Zij verklaren dat zij verkocht hebben, en zij doen dit hierbij, aan Berent Egberts en zijn huisvrouw Mechtelt Beeltsnijders hun land en katerstede te Marle, dat ten dele binnen en ten dele buiten de dijk is gelegen, tiendeplichtig aan het rentambt van Zallandt, met de raad en onraad van dijken en dammen, gelegen in het kerspel Wijhe in de buurtschap Marle, reikende oostwaarts tot aan het Vicarien Landt en zuidwaarts aan het land van Jofferen van der Honnepen en het erve van zaliger Jan Wijermarss. De koopsom is aan de verkopers voldaan, en derhalve doen Gerrit Peters en Mechtelt Jansen, eheluiden, in dit Gericht transport en opdracht van deze katerstede.
(De Scholtes tekent en hangt daaraan zijn zegel, gelijk Johannes Vrijlinck dit op verzoek van de verkopers doet).
Kantlijn f1: Gerrit Peters doet opdracht van een katerstede te Marle ten profijte van de erfgenamen van zal. Berent Egbers
Wijhe deel 01
f218 - 23 apr 1618 - Frederick van Vilsteren, Schults tho Wije.
Keurnoten en gerichtsluiden Johan [-] op het Veer en Egbert Frede¬ricx.
Verschenen zijn Lambert Berentz met zijn echte huisvrouw Lijsijen Wessels, woonachtig te Vorchten. Zij verklaren voor hun en hun erf¬genamen van de mombers van de onmondige kinderen van Johan Rotgers, te weten Berent Egberts en Gerrijt Derricks te Marlo woonachtig, ontvangen te hebben de somma van 100 Carolus gulden, tot 20 stuiver het stuk, jaarlijks te verrenten met zes van dezelfde guldens tot aan de aflossing [aflosse], en dat tot profijt van de onmondige kinderen. Waarvan de eerste rente verschenen op [-] mei 1619. Waarvoor Lambert met zijn voorschreven huisvrouw bij misbetaling tot onderpand stellen hun land te Marlo gelegen, genoemd de Helle, waaraan de mombers van de voorschreven kinderen, of de kinderen als deze tot hun mondige jaren zijn gekomen, zich mogen verhalen. Voorbehoudens echter dat voorschreven Lambert, zijn huisvrouw of hun erfgenamen de losse als deze een half jaar tevoren zal zijn opgezegd, mogen lossen en kwijtkopen, met overlegging [erlegginge] van alle achterstedige rente dan verschenen. Zonder argelist.
Ik heb ook geen reeks voor je.
Maar wel wat opmerkingen en eventuele aanvullingen
Ten 1e de opmerking
*Deze Berent Egberts woont in Vorchten
16-12-1634 Egbert Berentsen van Marle Berent Egbers s. tot Vorchten en Gertruijd van Sonsbecke, Hermen Mouwesen n.w. in de Voorstrate
*Deze Berent Egberts woont in Marle
1660-03-18 - Gerrit Berents, zoon van zaliger Berent Egberts tot Marle ende Aeltien Gerrits, dochter van zaliger Gerrit Willems tot Warven. Att. 28-04-1660 - N.H. (onder)trouw Heerde, 1658-1771.
Nou liggen Vorchten en Marle wel dicht bij elkaar - maar ze zijn voor het Gericht gescheiden.
Marle = Wijhe [archief HCO]
Vorchten = Heerde {Archief Arnhem of Gelders Archief]
Bovenstaande Gerrit en Egbert dragen allebei de naam van Marle. Beide het patroniem Berents.
Wijhe invnr. 6
f174 - Actum Wijhe, 28 okt 1667 - Coram J. van Sonsbeek, Schout.
Keurnoten Mrs. Roedolph Cnoop en Hendrik Gerrits.
Gecompareerd zijn Hendericus van Marle, VdM in Mastenbroek, en Egbert Gerrits, beiden als naaste ooms en voogden van het onmondige nagelaten kind van zaliger Gerrit Berents van Marle en Aeltien Egberts, genaamd ... [leeg] van Marle. Zij presenteren hun administratie van de goederen van deze pupil, die de Schout ambtshalve niet kan weigeren, die dit met handtasting onder verband van hun personen en goederen heeft opgenomen volgens het Landrecht.
Wijhe deel 5
f1 - Actum Wijhe, 31 mrt 1647 - Peter van Sonsbeeck, Scholtes tot Wijhe.
Keurnoten Johannes Vrijlinck, pastor tot Wijhe, en Micchel Claesen.
[op een bezegelde brief].
Verschenen zijn Gerrit Peters en zijn huisvrouw Megtelt Jansen. Zij verklaren dat zij verkocht hebben, en zij doen dit hierbij, aan Berent Egberts en zijn huisvrouw Mechtelt Beeltsnijders hun land en katerstede te Marle, dat ten dele binnen en ten dele buiten de dijk is gelegen, tiendeplichtig aan het rentambt van Zallandt, met de raad en onraad van dijken en dammen, gelegen in het kerspel Wijhe in de buurtschap Marle, reikende oostwaarts tot aan het Vicarien Landt en zuidwaarts aan het land van Jofferen van der Honnepen en het erve van zaliger Jan Wijermarss. De koopsom is aan de verkopers voldaan, en derhalve doen Gerrit Peters en Mechtelt Jansen, eheluiden, in dit Gericht transport en opdracht van deze katerstede.
(De Scholtes tekent en hangt daaraan zijn zegel, gelijk Johannes Vrijlinck dit op verzoek van de verkopers doet).
Kantlijn f1: Gerrit Peters doet opdracht van een katerstede te Marle ten profijte van de erfgenamen van zal. Berent Egbers
Wijhe deel 01
f218 - 23 apr 1618 - Frederick van Vilsteren, Schults tho Wije.
Keurnoten en gerichtsluiden Johan [-] op het Veer en Egbert Frede¬ricx.
Verschenen zijn Lambert Berentz met zijn echte huisvrouw Lijsijen Wessels, woonachtig te Vorchten. Zij verklaren voor hun en hun erf¬genamen van de mombers van de onmondige kinderen van Johan Rotgers, te weten Berent Egberts en Gerrijt Derricks te Marlo woonachtig, ontvangen te hebben de somma van 100 Carolus gulden, tot 20 stuiver het stuk, jaarlijks te verrenten met zes van dezelfde guldens tot aan de aflossing [aflosse], en dat tot profijt van de onmondige kinderen. Waarvan de eerste rente verschenen op [-] mei 1619. Waarvoor Lambert met zijn voorschreven huisvrouw bij misbetaling tot onderpand stellen hun land te Marlo gelegen, genoemd de Helle, waaraan de mombers van de voorschreven kinderen, of de kinderen als deze tot hun mondige jaren zijn gekomen, zich mogen verhalen. Voorbehoudens echter dat voorschreven Lambert, zijn huisvrouw of hun erfgenamen de losse als deze een half jaar tevoren zal zijn opgezegd, mogen lossen en kwijtkopen, met overlegging [erlegginge] van alle achterstedige rente dan verschenen. Zonder argelist.
Re: Familie Van Marle
.ria van bessen schreef: ↑10 jun 2021, 17:02Wijhe invnr. 6
f174 - Actum Wijhe, 28 okt 1667 - Coram J. van Sonsbeek, Schout.
Keurnoten Mrs. Roedolph Cnoop en Hendrik Gerrits.
Gecompareerd zijn Hendericus van Marle, VdM in Mastenbroek, en Egbert Gerrits, beiden als naaste ooms en voogden van het onmondige nagelaten kind van zaliger Gerrit Berents van Marle en Aeltien Egberts, genaamd ... [leeg] van Marle. Zij presenteren hun administratie van de goederen van deze pupil, die de Schout ambtshalve niet kan weigeren, die dit met handtasting onder verband van hun personen en goederen heeft opgenomen volgens het Landrecht.
Dat is een mooie akte, die was mij nog niet bekend.
Predikanten van de Hervormde Gemeente Mastenbroek opgericht in 1595:
ds. H. van Marle (Hendrik) ??-??-1665 ??-??-1701 overleden bron
- 7 okt 1676: Henricus van Marle, predikant te Mastenbroek, gaat te Groningen in ondertrouw met Eva Margrieta Danckelman
En hier hoort bij:
Op internet gevonden:363 RAK 94 FOLIO: 138v DATUM: 06-11-1662 onderwerp Volmacht
onroerend goed n.v.t.
comparanten Steenbergen, ds Gijsbertus Volmachtgever Predikant te Lingen
Schinckel, Gerrijt Meeusz Gevolmachtigde
Herweijer, Aperus Gevolmachtigde
samenvatting
Comparant verstrekt een volmacht aan Gerrijt Meeusz Schinckel en Aperus Herweijer om zijn zaken waar te nemen, hier en elders en te doen wat hij zelf gedaan zou hebben, indien aanwezig, met macht van substitutie.
bijzonderheden Geen
196. Eodem die [4 September 1675], fol.65vo.
Op t’ requeste van de Edele Gosen Erckelens ende Berent van Tongeren als mombaren over
de kinderen van Jan Meeussen Schinckel, versoeckende approbatie van dit nevensgaende
accoort, welcke luijt als volght:
Op dato ondergeschreven isser tusschen den Eerwaerdigen Dominus Henricus van Marle
V:D:M: in Mastebroeck, in qualiteijt als volmachtiger van sijn Eerwaerde swager Dominus
Gijsebertus Steenbergen V:D:M: in Lingen uijt kracht van olderlijke erffenisse pandtholder
van seeckere pandtbrieff voor de Heeren Arnolt Witten, Evert Rijnvisch, Jan Gansneb
genaemt Tegnegel, ende Hendrick Crachtsen Stuijrman, als ge-erfden in Veluwen op den
9de December 1645 gepasseert over een margen landts in den ampte van Heerde, buijrschap
Veessen, op het buijrlant in sijn bepalinge gelegen, ter eenre, ende de Edele Gosen Erckelens
en Berent van Tongeren in qualité als momberen over de kinderen van Jan Meeussen
Schinckel, erfgenamen ex testamento van wijlen Gerrit Meeussen Schinckel gewesene
pandtgever, en bij uijtcoop t’ recht hebbende van sijn salige huijsvrouwe Geerthien Gijsberts
erfgenamen ten overstaen van Jan Meeussen Schinckel, den geseijde kinderen vader, ende van
d’ Edele Heere Anthonij Beeltsnijder Steenbergen burgemeester der Stadt Campen als
executeur van gemelte testament ter anderen sijden, over d’ inqualificatie van boven gemelte
pantbrieff, slaende op een margen heeren-goet, bij de Heeren van rekeninge in Gelderlandt
geen genoegsame approbatie bij pandtgeveren volgens belofte was uijtgewerckt, sodanigh
veraccordeert, dat den Eerwaerde Dom. Gijsbertus Steenbergen de geseijde pandtbrieff
eeuwelick en erffelick sal beholden, en dan voor het defect van genoegsame voorseijde
approbatie en schade daer door gecauseert van de momberen van Jan Meeussen kinderen,
genieten en profiteren sal eerst een somma van hondert en vijftigh goltguldens, en dan noch
een somma van 17 caroli guldens, wegens uijtgeschotene oncosten, monterende te samen een
somma van 227 caroli guldens, welcke de momberen voor haere pupillen aen Dom:
Gijsbertus Steenbergen promtelick beloven te ontrichten en te betalen, edoch alles op
approbatie van de Heeren van de Magistraet, als overmomberen, waermede parthijen
transigenten in der minne en vruntschap sullen ontscheijden sijn en blijven, sonder eenige
vordere actie, deser aengaende tegens malcanderens te reserveren. Sonder Argelist, in
waerheijs oirconde sijn hier van twe al-eens luijdende gemaeckt en van parthijen transigenten
onderteijckent op den Augusti 1675.
Was geapost: Schepenen ende Raedt accorderen ende approberen het accoordt in voegen het
selve is beraemt.
van Mourik/Maurik genealogie 47. Ruinen.Ds. Johannes Maurick, otr. (2) te Blokzijl op 11 apr 1686 , zij w/v van ds. Gijsbertus van Steenbergen, predikant te Lingen ( Dtsl.), met wie zij huwde te Kampen op 08-06-1663, tr. te Lingen (Dtsl.) in 1686 met Maria van Marle, dr. van Berent van Marle en Machteld Beeltsnijder, geb. te Wijhe, ovl. na 27 jun 1716.
Of deze Maria daadwerkelijk de dochter is van Machteld Beeltsnijder kan ik niet verifiëren. Maar het lijkt me wel bewezen dat ze een zus is van ds. Hendrik van Marle en Gerrit Berents (zoon van zaliger Berent Egberts tot Marle, 1660 x Aeltien Gerrits, dochter van zaliger Gerrit Willems tot Warven)
-
ria van bessen
- Berichten: 9337
- Lid geworden op: 14 apr 2005, 00:00
Re: Familie Van Marle
Zijn vrouw maakt een testament.
Zwollerkerspel invnr 616
f34 - [5 mei 1706] - Ik ondergeschreven Eva Margareta Dankelmans, weduwe van zaliger Henrick van Marle, in zijn leven predikant tot Maste¬broeck, met de Heer van de Weteringe als momber geassisteerd, dat ik bij goed verstand overwogen heb de zaak des doods, en de onze¬ker¬heid van het uur daarvan, geraden en goedgevonden heb te maken een testamentaire dispositie over mijn nalatenschap en goed, gelijk ik dan doe mitsdezen.
Ten eerste zo beveel ik mijn ziel in handen van God mijn Schepper en mijn lichaam, na een eerlijke begrafenis, beveel ik deze de aar¬de "tot de wederopstandige alles menselijcken vlees".
Ten andere zo legateer ik aan de Armen in Mastebrock 50 Caroli gulden.
Ten derde legateer ik uit bijzondere redenen, welke mij daartoe bewogen hebben, aan mijn twee dochters Machtelt Maria en Anna van Marle ieder 1000 Caroli gulden, welke zij uit mijn goed vooruit zullen trekken.
Ten vierde [legateer ik] aan mijn jongste dochter Anna van Marle mijn houden ring met de tafelsteen.
Ten vijfde zo vermaak ik al mijn linnen en wollen kleren aan mijn beide dochters Machtelt Maria en Anna van Marle voorschre-ven.
Verder institueer ik in al de na te laten goederen tot universele erfgenamen mijn vijf kinderen (Machtelt Maria, Jan, Be¬rent, Silvester en Anna van Marle), om de genoemde nalatenschap in vijf egale porties onder hun te verdelen.
Al hetwelk ik testatrice verklaar te zijn mijn vrije welbedachte uiterste wil, waarvan ik begeer, dat deze in alle delen stipt zal worden nagekomen en effect zal sorteren, hetzij als testament, co¬dicil, gifte ter zake des doods, zoals dit ten krachtigste zal kun¬nen geschieden. In waarheid oorkonde heb ik dit eigenhandig on¬der¬tekend en met mijn pitsier bekrachtigd en in een couvert beslo¬ten in Mastebroeck den 5 mei 1706.
[Er] Onder stond:
E. Margreta Danckelmans, weduwe van Marle.
Hiertoe speciaal verzocht zijnde heb ik dit als momber getekend, Mastebroeck ten dage als boven.
[getekend:] P. v.d. Weteringe, 1706.
Buiten op het francijnen couvert stond:
Ik Wilhelm Vriesen, Scholtus van Zwolle en over Zwoller Carspel, verklaar, dat voor mij en mijn keurnoten Jan Jansen en Jan Al-bers in dit Gericht verschenen is Vrouw Eva Danckelmans, weduwe van wij¬len de Heer Henrick van Marle, in zijn leven predikant in Maste¬broeck, in dezen met de Heer burgemr. en rentmeester Petrus van de Weteringe als momber geassisteerd, wel ziek te bed liggende, maar wel bij goed blijkend verstand. Hij heeft overgegeven een zeker met twee zegels besloten papier, door mij Scholtus voornoemd in dit besloten francinen couvert gelegd, en [zij] verklaarde, dat daarin vervat en besloten is haar vrije onbedwongen uiterste wil, begerende dat deze zo [alsoo] na haar dood in alle delen mag worden ach¬tervolgd en nagekomen, hetzij als een testament, codicil, gifte ter oorzake des doods, of hoe dit volgens het recht het beste zal kun¬nen bestaan, hoewel [schoon] alle de gerequireerde solemniteiten daarin niet mochten zijn geobserveerd. Zonder argelist in waarheids oorkonde heb ik Scholtus voornoemd dit met mijn hand en zegel bekrachtigd, en tot meerder vestenis heeft Doctor Otto Meuwsen, ge¬richtschrij-ver, voor de Vrouw testatrice, daartoe uitdrukkelijk [expresse] door deze verzocht zijnde, mede getekend en gezegeld. Actum aan de Mastebroecker kerke den 5 mei 1706.
Onder stond getekend:
- W. Vriesen, Otto Meuwsen,
Hier aan hingen twee francinen "steerten", waaraan twee zegels, een in rode en de andere in groene was.
En aan de andere zijde stond:
11 januari 1707 is dit besloten testament ongecancelleerd en bui¬ten alle suspicie van fraude bevonden zijnde, geopend en gelezen in presentie en op verzoek van de Heren predikant Jan van Marle, Berent en Silvester van Marle, en de Heer burgemeester Egbert van Marle als aangestelde momber van de Heer Silvester en Juffrouw Anna van Marle, en dit ten overstaan van de Heer Wilhelm Vriesen, Scholtus van Zwolle en over Zwoller Carspel en keurnoten Derck Harmen van Mierlo en Jan Albers.
- In fidem was getekend:
- Otto Meuwsen, gerichtschrijver.
Zwollerkerspel invnr 616
f34 - [5 mei 1706] - Ik ondergeschreven Eva Margareta Dankelmans, weduwe van zaliger Henrick van Marle, in zijn leven predikant tot Maste¬broeck, met de Heer van de Weteringe als momber geassisteerd, dat ik bij goed verstand overwogen heb de zaak des doods, en de onze¬ker¬heid van het uur daarvan, geraden en goedgevonden heb te maken een testamentaire dispositie over mijn nalatenschap en goed, gelijk ik dan doe mitsdezen.
Ten eerste zo beveel ik mijn ziel in handen van God mijn Schepper en mijn lichaam, na een eerlijke begrafenis, beveel ik deze de aar¬de "tot de wederopstandige alles menselijcken vlees".
Ten andere zo legateer ik aan de Armen in Mastebrock 50 Caroli gulden.
Ten derde legateer ik uit bijzondere redenen, welke mij daartoe bewogen hebben, aan mijn twee dochters Machtelt Maria en Anna van Marle ieder 1000 Caroli gulden, welke zij uit mijn goed vooruit zullen trekken.
Ten vierde [legateer ik] aan mijn jongste dochter Anna van Marle mijn houden ring met de tafelsteen.
Ten vijfde zo vermaak ik al mijn linnen en wollen kleren aan mijn beide dochters Machtelt Maria en Anna van Marle voorschre-ven.
Verder institueer ik in al de na te laten goederen tot universele erfgenamen mijn vijf kinderen (Machtelt Maria, Jan, Be¬rent, Silvester en Anna van Marle), om de genoemde nalatenschap in vijf egale porties onder hun te verdelen.
Al hetwelk ik testatrice verklaar te zijn mijn vrije welbedachte uiterste wil, waarvan ik begeer, dat deze in alle delen stipt zal worden nagekomen en effect zal sorteren, hetzij als testament, co¬dicil, gifte ter zake des doods, zoals dit ten krachtigste zal kun¬nen geschieden. In waarheid oorkonde heb ik dit eigenhandig on¬der¬tekend en met mijn pitsier bekrachtigd en in een couvert beslo¬ten in Mastebroeck den 5 mei 1706.
[Er] Onder stond:
E. Margreta Danckelmans, weduwe van Marle.
Hiertoe speciaal verzocht zijnde heb ik dit als momber getekend, Mastebroeck ten dage als boven.
[getekend:] P. v.d. Weteringe, 1706.
Buiten op het francijnen couvert stond:
Ik Wilhelm Vriesen, Scholtus van Zwolle en over Zwoller Carspel, verklaar, dat voor mij en mijn keurnoten Jan Jansen en Jan Al-bers in dit Gericht verschenen is Vrouw Eva Danckelmans, weduwe van wij¬len de Heer Henrick van Marle, in zijn leven predikant in Maste¬broeck, in dezen met de Heer burgemr. en rentmeester Petrus van de Weteringe als momber geassisteerd, wel ziek te bed liggende, maar wel bij goed blijkend verstand. Hij heeft overgegeven een zeker met twee zegels besloten papier, door mij Scholtus voornoemd in dit besloten francinen couvert gelegd, en [zij] verklaarde, dat daarin vervat en besloten is haar vrije onbedwongen uiterste wil, begerende dat deze zo [alsoo] na haar dood in alle delen mag worden ach¬tervolgd en nagekomen, hetzij als een testament, codicil, gifte ter oorzake des doods, of hoe dit volgens het recht het beste zal kun¬nen bestaan, hoewel [schoon] alle de gerequireerde solemniteiten daarin niet mochten zijn geobserveerd. Zonder argelist in waarheids oorkonde heb ik Scholtus voornoemd dit met mijn hand en zegel bekrachtigd, en tot meerder vestenis heeft Doctor Otto Meuwsen, ge¬richtschrij-ver, voor de Vrouw testatrice, daartoe uitdrukkelijk [expresse] door deze verzocht zijnde, mede getekend en gezegeld. Actum aan de Mastebroecker kerke den 5 mei 1706.
Onder stond getekend:
- W. Vriesen, Otto Meuwsen,
Hier aan hingen twee francinen "steerten", waaraan twee zegels, een in rode en de andere in groene was.
En aan de andere zijde stond:
11 januari 1707 is dit besloten testament ongecancelleerd en bui¬ten alle suspicie van fraude bevonden zijnde, geopend en gelezen in presentie en op verzoek van de Heren predikant Jan van Marle, Berent en Silvester van Marle, en de Heer burgemeester Egbert van Marle als aangestelde momber van de Heer Silvester en Juffrouw Anna van Marle, en dit ten overstaan van de Heer Wilhelm Vriesen, Scholtus van Zwolle en over Zwoller Carspel en keurnoten Derck Harmen van Mierlo en Jan Albers.
- In fidem was getekend:
- Otto Meuwsen, gerichtschrijver.
Re: Familie Van Marle
.ria van bessen schreef: ↑11 jun 2021, 15:35Zwollerkerspel invnr 616
f34 - [5 mei 1706] [-]
11 januari 1707 is dit besloten testament ongecancelleerd en buiten alle suspicie van fraude bevonden zijnde, geopend en gelezen in presentie en op verzoek van de Heren predikant Jan van Marle, Berent en Silvester van Marle, en de Heer burgemeester Egbert van Marle als aangestelde momber van de Heer Silvester en Juffrouw Anna van Marle, en dit ten overstaan van de Heer Wilhelm Vriesen, Scholtus van Zwolle en over Zwoller Carspel en keurnoten Derck Harmen van Mierlo en Jan Albers.
- In fidem was getekend:
- Otto Meuwsen, gerichtschrijver.
burgemeester Egbert van Marle is nog wel een raadsel voor mij. In stift Essen gevonden:
Gerrit Willem van Marle (1752-1799) was een zoon van Berend van Marle (1711-1787), die een zoon was van Hermen van Marle (1677 - voor 1735).0197.1 Ambtman van het Stift Essen
2.43. Schoutambt Dalfsen / buurschap Lenthe
Ongeveer twee margen landes op de Hasselt, gesproten uyttet erve Naminck
(xii:37v)
Egbert van Marle, burgemeester van Swolle, na opdracht door Seine Berents Lochterman
Datering: 1724 aug 20
(xiii:407)
Dr. Berend van Marle, burgemeester van Zwolle, na de dood van zijn oom kameraar Egbert van Marle
Datering: 1747 mei 16
(xvi:51v) Mr. Gerrit Willem van Marle, oud-burgemeester van Zwolle, na de dood van zijn vader Berend van marle, eertijds ontvanger van Zalland, na afdracht van het gepleegde verzuim
Datering: 1790 mrt 15
Hij was een zoon van (otr Zwolle)
16 september 1662: Berent van Marle, N.S. van zal. Egbert Berents van Marle, Burger hopman, en Janna van Olen, n.d. van zal. Kasper van Olen, Burgermeester alhier attestatie op Heijno den 16 Septemb 1662
Uit dat huwelijk: 20 jan 1664 Berent van Marle en zijn vrouw Joanna van Olen laten hun zoon Egbert dopen (GI)
en kleinzoon van
16-12-1634 Egbert Berentsen van Marle Berent Egbers s. tot Vorchten en
Gertruijd van Sonsbecke, Hermen Mouwesen n.w. in de Voorstrate
Een verwantschap van de kinderen van ds. Hendrik van Marle met Egbert van Marle (1664), zo die er al is, is een zeer verre.
In de GI nog gevonden:
- 10-07-1742 Egbert van Marle, oud burgemeester en kamenaar, is begraven in de Michaelikerk voor de eerste pijlaar
- 09-08-1742 Egbert van Marle, oud cameraar; datum van testering: 17-05-1739
-
-
ria van bessen
- Berichten: 9337
- Lid geworden op: 14 apr 2005, 00:00
Re: Familie Van Marle
Volgens het artikel Kweek Telgjes heeft Reinder van Marle een zus Hendrikje van Marle.
In de contentieuse zaken van Wijhe staan echter meer erfgenamen van Willem Berents. Van zus Hendrikje geen spoor.
Wijhe * f313 - Actum Wijhe, 10 feb 1665 - Richter J. van Sonsbeek.
Keurnoten Arent Vrilink en Hendrik Willems.
In het Gericht is gecompareerd Lucas Schuirman, als gevolmachtigde van zijn schoonvader Berent Diesemers, erfgenaam van zijn zaliger vader Die¬semer Egberts, vermogens procuratie voor Burgemeesters, Schepenen en Raad van de stad Zwolle gepasseerd. Hij heeft verzocht en gedaan aanpanding aan 't Werver Weertien, voor zo veel de kinderen en erfgenamen van zaliger Willem Berents daarin of daaraan hebben, en dit ter cause en om betaling te krijgen van 192 Caroli gulden restante kooppenningen, met de interest sedert 1 september 1650, met de kosten. Hij verzoekt van de gedane aanpanding de wete aan de kinderen en erfgenamen van zaliger Willem Berents, Reinder van Marle, brouwer tot Campen, Willem Hendrix op den Harsenhorst, Merretien Schuirmans voor haar zelf als erfgenaam van zaliger Willems Berents, en Ruttger Egberts als pachter, om de aanpanding met geld of anders af te maken tegen 23 februari.
- Het Gericht verstaat, dat de wete van deze gedane en geaccordeerde aanpanding aan de bovengenoemde personen zal worden gedaan.
In de contentieuse zaken van Wijhe staan echter meer erfgenamen van Willem Berents. Van zus Hendrikje geen spoor.
Wijhe * f313 - Actum Wijhe, 10 feb 1665 - Richter J. van Sonsbeek.
Keurnoten Arent Vrilink en Hendrik Willems.
In het Gericht is gecompareerd Lucas Schuirman, als gevolmachtigde van zijn schoonvader Berent Diesemers, erfgenaam van zijn zaliger vader Die¬semer Egberts, vermogens procuratie voor Burgemeesters, Schepenen en Raad van de stad Zwolle gepasseerd. Hij heeft verzocht en gedaan aanpanding aan 't Werver Weertien, voor zo veel de kinderen en erfgenamen van zaliger Willem Berents daarin of daaraan hebben, en dit ter cause en om betaling te krijgen van 192 Caroli gulden restante kooppenningen, met de interest sedert 1 september 1650, met de kosten. Hij verzoekt van de gedane aanpanding de wete aan de kinderen en erfgenamen van zaliger Willem Berents, Reinder van Marle, brouwer tot Campen, Willem Hendrix op den Harsenhorst, Merretien Schuirmans voor haar zelf als erfgenaam van zaliger Willems Berents, en Ruttger Egberts als pachter, om de aanpanding met geld of anders af te maken tegen 23 februari.
- Het Gericht verstaat, dat de wete van deze gedane en geaccordeerde aanpanding aan de bovengenoemde personen zal worden gedaan.
