Willemijn Hofstra schreef: ↑26 sep 2020, 14:48
Ria,
Is de afkomst van Janna Willemina Krajenschot bij jou bekend (getrouwd met Jan Hendrik Warner Kattenbelt) ?
Zoon Jan lijkt in 1796 nog in leven omdat hij dan doopgetuige is bij een zoon van zijn broer Hermanus in Olst. Maar of hij getrouwd was en wanneer hij is overleden ????
Dochter Maria lijkt in 1779 nog in leven want ze is dan doopgetuige bij een dochter van haar broer Henricus in Heino. Maar of zij getrouwd was en wanneer zij is overleden ????
*Afkomst J.W. Krajenschot
ouders Jannes Craijenschot [en Aleida Jansen?]
- Willem x Willemina Hofste
- Johanna Willemina x Jan Hendriks Kattenbelt
- Maria x Jan Hendriks Leeuwenberg alias Vrolijken
WIJHE f346 - Actum Wijhe op vergunder aarde, 8 sep 1774 - Joan Bannier JUDr, Scholtus van Heino.
Keurnoten Willem van den Berg en Hendrik Alberts.
Gecompareerd zijn
Willem Crajenschot en zijn vrouw Willemina Hofstee, de man als haar momber,
verder Jan Cattenbelt, voor zichzelf en als vader en wettige voogd van zijn 2 minderjarige kinderen uit het huwelijk met wijlen zijn vrouw Janna Crajenschot (met consent en authorisatie voor de verkoop van de HWGeb. Gestr. Heer A.W.B.D. Pallandt, Verwalter Landdrost van Zalland in dato 5 okt 1773 speciaal verleend), alsmede diens meerderjarige zoons Hendrik en Hermannus Cattenbeld, en tenslotte
Maria Craijenschot, weduwe van Jannes Vrolijken, zowel voor haar zelf en als moeder en wettige voogdesse van haar minderjarige kinderen (ingevolge authorisatie van Burgemeesteren, Schepenen en Raden van de stad Zwolle in dato 6 okt 1773), zij wordt hierbij geassisteerd met haar voornoemde broer Willem Crajenschot als haar momber. Zij verklaren tesamen als kinderen, kindskinderen en erfgenamen ab intestato van wijlen
hun vader en bestevader Jannes Crajenschot publiek op 1 nov 1773 ten overstaan van dit Gericht te hebben verkocht aan Albert Beukeler 3/4 morgen groenland, gemeenschappelijk in een kamp, groot 7 morgen, genaamd het Doulerslag, gelegen onder dit Gericht. Dit ingevolge de koopvoorwaarden, waarvan de koopsom door de Scholtus voor hen ontvangen en verantwoord wordt. De comparanten doen afstand met de belofte van waring volgens het gewoonterecht van deze provincie. Verder verklaart Maria Crajenschot, dat haar deel van de overblijvende koopsom, betaald mag worden in handen van de administrateurs van de Roomsche Armenkamer van de stad Zwolle.
* zoon Jan = Jannes - hij is deze
Wijhe invnr 17 f106v - 24 aug 1778 - Verw. Scholtus Bannier.
Keurnoten Derk Hammink en Willem van den Berg.
Gecompareerd zijn Jan Cattenbeld op 't Ende en zijn kinderen, genaamd Harmannes,
Jannes en Maria, patre tutore, die verklaren met zijn zoon en hun broer Hendrik en diens huisvrouw Maria Willems hierbij te zijn overeengekomen, dat zij comparanten aan hen zullen afstaan hun mandelige boedel, voortvaring, bouwmansgereedschap, paarden en beesten, niets uitgezonderd. Dit mits zij echteluiden aan hun beide broers en hun zuster zullen betalen 1000 Caroli gulden, om onder hen drieën te verdelen, en hun vader Jan Cattenbeld zijn leven lang ordentlijk te onderhouden in voedsel en deksel. Indien hij niet bij zijn zoon Hendrik en zijn vrouw wil blijven, moet door hen aan hem jaarlijks 50 Caroli gulden uitgekeerd wor¬den. Onder zijn 4 kinderen wordt alleen verdeeld het zilver en goud, dat hij bij zijn sterfdag bezit. Indien één of meer van de broers en de zuster ongetrouwd blijven, dan hebben zij een vrije ingang in huis.
én deze
WIJHE f102v - Actum Wijhe, 18 nov 1791 - Conrad Pruimers JUDr, Verwalter
Scholtus van Wijhe.
Keurnoten Claas Berents Rietberg en Jan Willems Oldenhof.
Albert Hendriks Cattenbelt (ziek van lichaam), wonende op het erve Meijberg in de buurtschap Wegterholte, maakt een testament. De te¬stator institueert en stelt tot zijn enigste en universele erfgenamen van al zijn goederen, zowel mobiel als immobiel, zowel leen (inge¬volge het reeds verkregen consent van de resp. leenkamers van het huis den Dam op 14 augustus 1791, als op het Nijenhuis op 15 augustus 1791) als allodiale goederen, voortvaring en inboedel van het huis, paarden en beesten, en bouwmansgereedschappen,
zijn neef Jannes Cattenbelt en diens kleindochter [?] Cornelia Willems Elsman, beiden thans bij de testator inwonende en dienende, en bij vooroverlijden van één van hen de langstlevende van hen beiden.
Verder legateert de testator aan zijn ehevrouw Janna Lubberts gedurende haar leven de tucht en het vruchtgebruik van al zijn goede¬ren.
De testator legateert aan
zijn zuster Maria Hendriks, weduwe van wijlen Lambertus van der Meulen, 250 Caroli gulden, en aan de
kinderen van wijlen zijn 3 broers Warner, Jan en Jannes Cattenbelt 250 gulden aan iedere staak (dus allen tesamen 1000 gulden in 4 gelijke porties onder iedere staak te verdelen en eerst te betalen na het overlijden van testators ehevrouw, dit als zij hem testator over¬leeft.
Kleindochter ?, misschien via een genealogisch programma een verband vinden.
Akte evt. controleren
Jannes Jans Kattenbelt x met Cornelia Willems.
RK Heino Die 8 Junii 1793 - matrimonium inierunt Joannes Jansen van den Kattenbelt te Herxen et Cornelia Wilms. In facie Ecclesiae - op den Maajberg [Meij¬berg] in de boerschap Wegterholt.
Invnr 28 f16v - Actum Wijhe, 1 mrt 1804 - Rein Terpstra JUDr, Scholtus van Wijhe.
Keurnoten Wm. van den Berg en Paul van den Berg.
Verschenen zijn Jannes Kattenbeld en diens ehevrouw Cornelia Willems Elsman, marito tutore. Zij verklaren een hypotheek van 600 Caroli gulden te hebben verkregen van Hermannus Poppe en diens vrouw J.C. Kok, wonende te Zwolle. De rente is 5 procent en de eerste verschijndag 28 januari 1805. Onderpand is hun eigendommelijk stuk groen- en weideland, genaamd de Hofstee, zijnde ongeveer 2 morgen groot, gelegen in de buurtschap Wechterholt onder dit Gericht.
(Naast de Scholtus tekent de eerste comparant, dit voor zich zelf en op verzoek van zijn huisvrouw de tweede comparante, die niet kan schrijven; voor de beide comparanten zegelt de Scholtus, daar zij geen zegels hadden).
dochter Maria weet ik zo 1,2, 3 niet.