Zwolle 26-09-1585 Hendrick Jansen, end Bartoldt Petersen van Westenholte
En inderdaad betreft het dezefde Peter Hendriks, Egbert
[Onder deze akte staat op f306 staat tekst die behoort bij de kantlijn van f307 - zie daar]
f307 - 6 nov 1619 - Coram Richter "Substituijt" Adriaen van Gellre.
Keurnoten Roleff Janssen te Voorst en Bartolt Henricksen.
In het Gericht zijn verschenen Henrick Janssen Weertmr., wonende te Westenholte, ziek [kranck] zijnde van lichaam, maar zijn verstand machtig, en zijn huisvrouw [niet genoemd], [zij] geassisteerd met haar man, gezond zijnde van lichaam.
Zij hebben gewild en willen mitsdezen, zo ver hij Henrick Janssen komt te sterven, dat hun [haren] zoon Jan Henricksen voor hem, zijn huisvrouw en hun erfgenamen erfelijk zal krijgen [hebben] en behouden hun eheluidens huis, berg en schuur, met zijn "ancleeff" daar bij staande, voor de somma van 200 keizers gulden, van 20 stuivers stuk. Van welke penningen hij jaarlijks behoorlijke rente aan zijn moeder zal betalen. En als [daer] de moeder de hoofdsomma "van doen hadde om te leuen, sal sij se mogen aantasten de verbeiterschap wat [betreft] huis berg cum annexijs bouen de 200 Car. gl. geven zij haren sone Jan als bouen voorss. is om sonderlinge lange diensten hij gedaen heft ende hier mede hem doende cessie als recht is".
Verder heeft hij comparant Henrick Janssen zijn uiterste wil verordonneerd als volgt. Houdende deze boven genoemde "giftinge' in waarde. Bovendien zal hij verder zijn huisvrouw alles wat hij heeft nalaten, niets uitgezonderd, erfelijk en "vmmermeer", zij zal krijgen [hebben] en behouden, hetzij land, zand, levend vee, zaad en zaadgewas, en alle mobilia en immobilia, het levende vee te [mogen] verkopen of tesamen behouden [en] van het zaad en gewas de pachten en andere schulden betalen.
Hun [haere] kinderen zullen gehouden zijn zo lang als de moeder belieft "haere" landen, die zij eheluiden in eigendom hebben, helpen "bouwen" en door hun te doen als genoegzame gehoorzame kinderen behoren te doen.
En na haar dood zullen hun "tsamende" drie kinderen "offte bij gebreecke van kijndes kijnderen haer eigen kinderen alsdan in leuene" dan voor [hun] quota in de overblijvende nalatenschap even diep erven.
Nog geeft hij testateur [aan] Derrickien Rotgers een roodbonte "veerss", die haar eerste kalf heeft gehad en een kalf, [en] de Armen te gedenken "nae sijn gemoet".
En "gengen" zij eheluiden "elck int haere" hun vrije wil "alsoe" uit volgens Landrecht.
Bevelende hij Henrick Janssen hiermee zijn ziel tot God Almachtig. Zonder argelist.
- p. copiam.
[In de kantlijn staat op f307:] 1 april 1640 zijn in het Gericht gecompareerd Pieter Henricx, voor hem zelf en mede als man en voogd van zijn huisvrouw [niet genoemd], ook als oom en momber van zijn zaliger broer Jan Henricx zijn drie kinderen, item Herman Janss voor hem zelf, en als man en voogd van zijn huisvrouw Beertgen Henricx, voor wie zij samen de rato caveren, tesamen kinderen, kindskinderen [= kleinkinderen] en erfgenamen van zaliger Henrick Janssen en Barteltgen Pieters, hun comparantens vader en moeder, en "der" voorschreven kinderen [hun] bestevader en bestemoeder [= grootvader en grootmoeder]. Zij comparanten verklaarden in de kwaliteit als voorschreven voor hun en hun erfgenamen ...
[met vervolg onder aan f306:]
... dat Evert Rutgerts, als getrouwd gehad hebbende Aeltgen Henricx, gewezen weduwe van voorschreven Jan Henricx, hun comparanten van [de] gehele inhoud van deze testamentaire dispositie van Henrick Janssen en zijn huisvrouw [niet genoemd], en al hetgeen haar als erfgename van Henrick Janssen en zijn huisvrouw uit deze dispositie enigszins competeert ten volle voldaan, betaald en uitgekeerd is, zonder dienaangaande iets te reserveren, maar voorschreven Evert Rutgerts daar bij hier mee voor de goede [goeder] voldoening en ontrichting te bedanken. En daar [alsoe] vermoed wordt, dat dit aangaande een "Besunder" geschrift of akte van 100 goudguldens door Evert Rutgerts ten behoeve van de voorschreven comparant zou zijn gepasseerd, welke akte echter [nochtans] niet te vinden is, zo bekennen en verklaren zij comparanten, dat zij van deze 100 goudgulden door deze Evert Rutgerts ook hiermee voldaan zijn, en dat dit geschrift of akte (indien de meergemelde akte gevonden wordt) hiermee nul, krachteloos, voldaan of van onwaarde zal zijn.
Actum coram Richter Henrick Ter Cuijlen en keurnoten Derck Roeloffss, luitenant, en Otto Henricx.
- In fidem Henr. Ter Cuijlen.
Peter Hendriks uit Westenholte
-
- Berichten: 2866
- Lid geworden op: 14 okt 2021, 19:30
Re: Peter Hendriks uit Westenholte
Bedankt voor de akte. Toch weer een mooi aanvulling op de familiegeschiedenis.
Nog wel een vraag. Is er bekend wie de voog Wijcher Derks is? (ZWK f81 - 21 dec 1640)
Hij lijkt me voogd van de kant van Geertien Henricks, dochter van Henrick Jacobsen.
Vermoedelijk een zwager?
Nog wel een vraag. Is er bekend wie de voog Wijcher Derks is? (ZWK f81 - 21 dec 1640)
Hij lijkt me voogd van de kant van Geertien Henricks, dochter van Henrick Jacobsen.
Vermoedelijk een zwager?
-
- Berichten: 2866
- Lid geworden op: 14 okt 2021, 19:30
Re: Peter Hendriks uit Westenholte
Hij overlijdt in 1652
f236 - 23 apr 1652 - Richter Bernardt Holt.
Keurnoten Gerrardt Holt, hopman, en Rijchardt Haxter.
Is met het overlijden van Wijcher Dercksen in diens [desselfs] plaats tot gerichtelijke mombers geauthoriseerd en gesteld Dries Hermsen te Westenholte, over het onmondige dochtertje van zaliger Jan Tonnissen, bij Geertien Henricksen in echte geprocreerd, met name Aeltien Jansen, dewelke de momberschap heeft aangenomen en met handtasting beloofd naast Claes Peters als oom en mede-momber, des kinds beste en voordeel in alles te zoeken en waar te nemen, zoals een goede en getrouwe momber "eijget ende toestaet te doen". Zonder argelist
Hij lijkt me de buurman.
f171 - 8 juni 1651 - Richter Bernardt Holt.
Keurnoten Gerrardt Holt, hopman, en Albert van Sonsbeecke.
Zijn op verzoek van Geertien Gerrijts, weduwe van zaliger Wijcher Dercksen te Westenholte, gerichtelijk tot mombers gesteld over haar onmondig kind Aeltien Wijchers, bij haar voorschreven eheman Wijcher Dercksen in echte geprocreerd, Jacob Hermsen Lovelinck en Jan Claessen in den Ootmersum.
f236 - 23 apr 1652 - Richter Bernardt Holt.
Keurnoten Gerrardt Holt, hopman, en Rijchardt Haxter.
Is met het overlijden van Wijcher Dercksen in diens [desselfs] plaats tot gerichtelijke mombers geauthoriseerd en gesteld Dries Hermsen te Westenholte, over het onmondige dochtertje van zaliger Jan Tonnissen, bij Geertien Henricksen in echte geprocreerd, met name Aeltien Jansen, dewelke de momberschap heeft aangenomen en met handtasting beloofd naast Claes Peters als oom en mede-momber, des kinds beste en voordeel in alles te zoeken en waar te nemen, zoals een goede en getrouwe momber "eijget ende toestaet te doen". Zonder argelist
Hij lijkt me de buurman.
f171 - 8 juni 1651 - Richter Bernardt Holt.
Keurnoten Gerrardt Holt, hopman, en Albert van Sonsbeecke.
Zijn op verzoek van Geertien Gerrijts, weduwe van zaliger Wijcher Dercksen te Westenholte, gerichtelijk tot mombers gesteld over haar onmondig kind Aeltien Wijchers, bij haar voorschreven eheman Wijcher Dercksen in echte geprocreerd, Jacob Hermsen Lovelinck en Jan Claessen in den Ootmersum.
Re: Peter Hendriks uit Westenholte
Bedankt!
Deze Wicher Dercks is mij bekend.
In mijn aantekeningen heb ik een verwijzing naar Gens Nostra 62 (20027). Dat zal een artikel van B. van Dooren zijn: de kwartieren van Janna Jans.
Wicher Dercks hetrouwde als weduwnaar, maar zo staat hij niet beschreven als hij hertrouwt.
Deze Wicher Dercks is mij bekend.
- Zwolle, Augustus 1621 (otr)
Wichert Dercksen Derck Geertsen s. van Ruvhene ende
Aeltgen Arents Arent Jansen d. beide woenende met Johan van Dorn tot Harst
- Wicher Dericxsen
Datum: 1624-10-03
Tekst: en zijn vrouw Aeltien Arens laten hun dochter Wilmichen dopen
In mijn aantekeningen heb ik een verwijzing naar Gens Nostra 62 (20027). Dat zal een artikel van B. van Dooren zijn: de kwartieren van Janna Jans.
Wicher Dercks hetrouwde als weduwnaar, maar zo staat hij niet beschreven als hij hertrouwt.
- 15-02-1635 Wicher Dercks tot Werckeren, en
Geertijen Geerts Geert Remmels n.d. ten Westerholte
-
- Berichten: 2866
- Lid geworden op: 14 okt 2021, 19:30
Re: Peter Hendriks uit Westenholte
Dan heb je wel belang bij de volledige akte dunkt me
f171 - 8 juni 1651 - Richter Bernardt Holt.
Keurnoten Gerrardt Holt, hopman, en Albert van Sonsbeecke.
Zijn op verzoek van Geertien Gerrijts, weduwe van zaliger Wijcher Dercksen te Westenholte, gerichtelijk tot mombers gesteld over haar onmondig kind Aeltien Wijchers, bij haar voorschreven eheman Wijcher Dercksen in echte geprocreerd, Jacob Hermsen Lovelinck en Jan Claessen in den Ootmersum. Die de momberschap over dit kind hebben aangenomen en beloofd des kinds beste en voordeel in alles te zoeken en waar te nemen, zoals goede en getrouwe mombers "eijget ende toestaet te doen".
Waarna de voorschreven weduwe, geassisteerd zijnde met Henrick Jansen Bloemert, geaccordeerd en "verdragen" heeft met Hermen Albertsen, als man en momber van zijn huisvrouw Willemtien Wijchers, verder Arent Wijchers en Geert Wijchers, alsmede met Jacob Loovelinck en Jan Claessen voorschreven als mombers over Aeltien Wijcherts, dat deze vier kinderen voor hun zaliger vaders goed van haar comparante tesamen zullen krijgen [hebben] en ontvangen een somma van 1000 Caroli gulden, te weten ieder 100 rijksdaalders. Te betalen en uit te keren zonder interest op aankomende [toecomende] St. Jacob over één jaar, maar indien de een of de ander zijn part of aandeel "met wille van haer comparante langer liet staen", dan zal [deze] daarvan behoorlijke renten genieten. Verder belooft zij comparante aan Arent Wijcherts en Geert Wijcherts boven hun zaliger vaders linnen en wollen kleren te geven en uit te keren [aan] elk een pak lakense kleren en 2 hemden, en aan hun dochter Aeltien Wijcherts een bed met zijn toebehoren, verder een zilveren gordel of 36 Caroli gulden daar voor en een kist. Waar tegen zij comparante voor haar en haar erfgenamen krijgt [hebben] en behouden zal de gehele inboedel, "rack en reetschap", huisraad, paarden, beesten en andere levende have, verder een akker land te Westenholte, zoals zij [die] met haar zaliger man Wijcher Dercksen in gemeenschap en in bezit gehad heeft, alsmede alle uitstaande schulden ten profijte van het erfhuis "des sal sij weder te laste hebben ende holden" zodanige schulden als het erfhuis ten laste heeft en plicht is, geen van allen uitgezonderd als alleen zodanige 900 Caroli gulden met de verlopen rente van dien, als op interest staan, dewelke tussen de voorschreven weduwe en de genoemde vier kinderen in gemeenschap blijven en "halff en halff" genoten zullen worden, alsmede zodanige 140 Caroli gulden als Hermen Albertsen wegens zijn huisvrouw boven haar [haer] zaliger moeders goed en de verlopen rente ten huwelijk mee ontvangen heeft, en weer inbrengen zal, dewelke tussen de voorschreven weduwe en de kinderen mede "halff en halff" gedeeld en genoten zullen worden.
Waarmee zij "alsoo" vriendelijk en lieflijk hebben geaccordeerd en zijn gescheiden over de erfenis en nalatenschap van zaliger Wijcher Dercksen. Belovende ten beiden zijden voor hun en hun erfgenamen "t' selve voor vast, bundich en van waerden te holden ende doen holden", onder verband van hun personen en goederen. Zij comparante verklaart mede hiermee aan haar voorschreven onmondige dochter Aeltien Wijchers [een] oprechte en sincere erfuiting en bewijs wegens haar [haer] zaliger vaders goed te hebben gedaan te hebben gedaan. Waar over haar de eed door de voorschreven mombers is gesubmitteerd.
[Geen ondertekening vermeld].
f171 - 8 juni 1651 - Richter Bernardt Holt.
Keurnoten Gerrardt Holt, hopman, en Albert van Sonsbeecke.
Zijn op verzoek van Geertien Gerrijts, weduwe van zaliger Wijcher Dercksen te Westenholte, gerichtelijk tot mombers gesteld over haar onmondig kind Aeltien Wijchers, bij haar voorschreven eheman Wijcher Dercksen in echte geprocreerd, Jacob Hermsen Lovelinck en Jan Claessen in den Ootmersum. Die de momberschap over dit kind hebben aangenomen en beloofd des kinds beste en voordeel in alles te zoeken en waar te nemen, zoals goede en getrouwe mombers "eijget ende toestaet te doen".
Waarna de voorschreven weduwe, geassisteerd zijnde met Henrick Jansen Bloemert, geaccordeerd en "verdragen" heeft met Hermen Albertsen, als man en momber van zijn huisvrouw Willemtien Wijchers, verder Arent Wijchers en Geert Wijchers, alsmede met Jacob Loovelinck en Jan Claessen voorschreven als mombers over Aeltien Wijcherts, dat deze vier kinderen voor hun zaliger vaders goed van haar comparante tesamen zullen krijgen [hebben] en ontvangen een somma van 1000 Caroli gulden, te weten ieder 100 rijksdaalders. Te betalen en uit te keren zonder interest op aankomende [toecomende] St. Jacob over één jaar, maar indien de een of de ander zijn part of aandeel "met wille van haer comparante langer liet staen", dan zal [deze] daarvan behoorlijke renten genieten. Verder belooft zij comparante aan Arent Wijcherts en Geert Wijcherts boven hun zaliger vaders linnen en wollen kleren te geven en uit te keren [aan] elk een pak lakense kleren en 2 hemden, en aan hun dochter Aeltien Wijcherts een bed met zijn toebehoren, verder een zilveren gordel of 36 Caroli gulden daar voor en een kist. Waar tegen zij comparante voor haar en haar erfgenamen krijgt [hebben] en behouden zal de gehele inboedel, "rack en reetschap", huisraad, paarden, beesten en andere levende have, verder een akker land te Westenholte, zoals zij [die] met haar zaliger man Wijcher Dercksen in gemeenschap en in bezit gehad heeft, alsmede alle uitstaande schulden ten profijte van het erfhuis "des sal sij weder te laste hebben ende holden" zodanige schulden als het erfhuis ten laste heeft en plicht is, geen van allen uitgezonderd als alleen zodanige 900 Caroli gulden met de verlopen rente van dien, als op interest staan, dewelke tussen de voorschreven weduwe en de genoemde vier kinderen in gemeenschap blijven en "halff en halff" genoten zullen worden, alsmede zodanige 140 Caroli gulden als Hermen Albertsen wegens zijn huisvrouw boven haar [haer] zaliger moeders goed en de verlopen rente ten huwelijk mee ontvangen heeft, en weer inbrengen zal, dewelke tussen de voorschreven weduwe en de kinderen mede "halff en halff" gedeeld en genoten zullen worden.
Waarmee zij "alsoo" vriendelijk en lieflijk hebben geaccordeerd en zijn gescheiden over de erfenis en nalatenschap van zaliger Wijcher Dercksen. Belovende ten beiden zijden voor hun en hun erfgenamen "t' selve voor vast, bundich en van waerden te holden ende doen holden", onder verband van hun personen en goederen. Zij comparante verklaart mede hiermee aan haar voorschreven onmondige dochter Aeltien Wijchers [een] oprechte en sincere erfuiting en bewijs wegens haar [haer] zaliger vaders goed te hebben gedaan te hebben gedaan. Waar over haar de eed door de voorschreven mombers is gesubmitteerd.
[Geen ondertekening vermeld].
-
- Berichten: 8
- Lid geworden op: 11 okt 2020, 16:20
Re: Peter Hendriks uit Westenholte
Dankzij het plaatsen van het onderwerp ‘Peter Hendriks uit Westenholte’ door Egbert kan ik weer een generatie voorouders aan mijn kwartierstaat toevoegen, mede door de inbreng van Egbert, Ria Jongman en Janny Lalkens. Hiervoor wil ik jullie hartelijk bedanken. Ik kwam namelijk niet verder met de naam van Claes Peters als zijnde de vader van Hendrik Clasen die op 12 maart 1692 met Evertien Gerberts (ofwel Evertien Gerrits) trouwde.
Maar…… ik kan nog niet alle items bij deze mensen plaatsen en verwerken. Egbert mag ik jou binnenkort benaderen hoe jij een en ander hebt verwerkt hebt? Dit omdat jij volgens mij hier dezelfde voorouders hebt als ik. Hierbij hartelijke groet aan alle genealogen.
Mieke
Maar…… ik kan nog niet alle items bij deze mensen plaatsen en verwerken. Egbert mag ik jou binnenkort benaderen hoe jij een en ander hebt verwerkt hebt? Dit omdat jij volgens mij hier dezelfde voorouders hebt als ik. Hierbij hartelijke groet aan alle genealogen.
Mieke
Re: Peter Hendriks uit Westenholte
Prima. En als je mijn email adres niet meer hebt, ik zal de komende tijd extra opletten op iemand mij een PB gestuurd heeft.