Forum Collectie Overijssel

Bericht 2.

Nieuw inventarisnummer. 1720 afdeling nijverheid stadsarchief van Zwolle:

Akte uit 1652, waarbij de gezamenlijke Zwolse houtkopers Jan Klaassens Hackfoort, Herman van Sonsbeeck, Barthold ten Have en Gerrit Alberts beloven elkaar bij de uitoefening van hun beroep te zullen helpen.

Nieuw nummer 2918 , akte uit 1657: De crediteuren van de nagelaten boedel van wijlen Herman van Sonsbeek en zijn vrouw Aaltje Kraaienvanger wegens de nalatenschap 1657-1662.

***

En nog een aantekening over bezit van de Van Sonsbeecks in Mastenbroek in 1607:

nummer 5783. Evert Sonsbeeck mag na aanvraag namens zijn vader Hans van de dijkgraaf en heemraden van Mastenbroek aarde uit Mastenbroek gebruiken om hun (=Sonsbeecks) dijk in Mastenbroek tegenover de Vecht te versterken.

Derk van Sonsbeek heeft 4 kinderen

Zwolle 17-01-1632 Engbert Hillebrants Scheppinck jongman, ende Henrijckin van Sonsbeke Derck van Sonsbeke dochter in den Golden Emmer

Zwolle 28-08-1632 Egbert Alberts A: Arentsens Vaendrichs s. en Aeltien Sonsbecke Derick van Sonsbecke dochter aen de Merckt

Zwolle20- 11-1638 Thomas Thomassen Pander des Lants van Sallant, sone van Thomas Thomassen, ende Engbertijn van Sonsbeke Derck van Sonsbeke N.D.

Zwolle 1642-05 Hermen van Sonsbeke Derck van Sonsbeke N.S. ende Aeltijn Kraeije-vangers Derck Kraeije-vanger N.D. tot Sutphen den 23 Junij met attestatie tot Sutphen getrout

Zijn die dopen bewaard gebleven? Vanwege de naam vrouw van Derk zou dat gecontroleerd kunnen worden?
Vernoeming Engbert is het patroniem van Geertien Engberts, de moeder van Marrije Hendriks

Derk van Sonbeek is de zoon van Hermen van Sonsbeek volgens zijn 1e huwelijk
22-06-1600 Derck Sonsbeeck, z. Herman Sonsbeecks s.
Fijcken Stevens, z. Steven Jansen n.d.
uit dit huwelijk een dochter Fijcken - zie mijn eerder bericht

Derk zijn moeder hertrouwde met Jacob van Santen

27-09-1582 Jacob van Santen end Eesken Kemerlings, salige Hermen van Sonsbeeken n. weduwe

Misschien is Hermen van Sonsbeeck nog gedoopt te vinden. En heel misschien Fieken van Sonsbeeck uit het 1e huwelijk en Engbertijn van Sonsbeeck uit het 2e, als dochters van Derck van Sonsbeeck.

Dat we Marijen Hendricks als dochter van Henricks Jansen Bussemaker nog hebben gezien in 1602 was al heel veel geluk hebben.

Doop Zwolle in de periode 1600 tot 1619 is óf niet aanwezig óf zeer onvolledig, zoals we weten.

Ik heb in die periode niets gevonden in de indexen doopboeken Zwolle.
Voor alle zekerheid ook het doopboek [of wat ervan overgebleven is] doorgenomen, niks noppes nada

Klopt, doopboek 697 nagekeken van nov. 1619 tot eind dec. 1624: geen gedoopte Engbertijn en Hermen Sonsbeeck gevonden.

Gertken Sonsbeke X Hermen Meeuwes laten nog wel een Herman dopen, 24-11-1622 en een Gert als zoon van Jacob van Markel op 3-11-1622.

1620 t/m 1622 totaal meer dan 900 kinderen gedoopt, dus we missen vanaf de gebrekkige administratie vanaf 1590 tot nov. 1619 heel veel dopen.

Mogelijk kan dus de vader van Geertien Engbers een Engbert Gerrits zijn geweest, de doopgetuige in 1602.

Derk en Geertgien leven nog in 1626. Dus zou zij de moeder van de 4 kinderen Sonsbeek zijn.

Zwolle recognitien f190 dd.11-08-1626
Bekende Hopman Marten Roeijer, dat hem zijn huisvrouw Marrichien Hendrixzens stiefvader Derck van Sonsbeecke, en haar moeder Geertgien Engbers, ten genoegen voldaan hebben al hetgeen hem bij huwelijks voorwaarden beloofd was, doende hen mits dezen quiteren en bedankende voor goede ontrichting.
Schepenen Arent Buis, Peter Roeloffs.

En dan Fijken van de eerste vrouw, van Fijcken Steven, geboren tussen 1601-1604 en

de 4 kinderen uit het 2e huwelijk met Gertken Engbers geboren in de periode eind 1605 tot eind oktober 1619. In het hiaat.

Gertken als weduwe met een in jan. 1602 gedoopt kind en zelf hertrouwd in febr. 1605 is zeer waarschijnlijk gedoopt vóór juni 1583. Ik ben nog wel aan het kijken in 1583, maar verder dan Jacob van Santen als getuige op 20-10-1583 bij Lambert Jansen zijn zoon Henrick kom ik niet. Gertken heet de moeder ( dat is dus toevallig ook al een Gertken) en andere getuigen waren: Henrick Dubbelsen en Fenne Dubbels.

Gegevens over Fijken had ik al geplaatst.
Maar zij is de stiefzus.

Die andere 4 zijn een halfbroer en halfzussen van Marrije de vrouw van David ten Oever.
Het is vreemd dat er klaarblijkelijk genoeg bezittingen zijn, ook wel behoorlijk wat geld en dat er verder niets te vinden is over hun ouders.

De vrouw van David zou toch haar moedersdeel moeten krijgen.

Zwolle erfuitingen Diezerstraat F565-f566 dd.15-02-1605
Momberen over zal. Hendrick Jansens kind: Engbert Geertsen en Lambert Jansen Bussemaeker.
Gerthien Engberts weduwe van zalige Hendrick Jansen voors. heeft haar onmondige kind Merrighen Hendricks erfuiting gedaan en voor vaders goed bewezen 2200 kgl. en 2 gouden ringen van besten en belovende het kind in kost, kleren en alle lijves nooddruft te onderhouden tot de mondige jaren en dan uit te keren met ook een nije bedde met toebehoor en ook beloofd te willen kleden als ze komt te trouwen, mede ook dezelve van 500 Ricksdaler zo men haar zal. man in Dennemarcken na luid een obligatie schuldig is indien deze ingevorderd worden, stellende daarvoor te onderpand al haar goederen.
Schepen Werner van Holthen en Thomas Knoppert.

Wel dus een bedankje van Marten Rojer, maar dat - lijkt me - op de erfuiting slaan, dus haar vaders deel.
Maar als ze is afgekocht omdat er van huwelijkse voorwaarden wordt gesproken, ligt het voor de hand dat er niets is te vinden.

Zwolle recognitien f190 dd.11-08-1626
Bekende Hopman Marten Roeijer, dat hem zijn huisvrouw Marrichien Hendrixzens stiefvader Derck van Sonsbeecke, en haar moeder Geertgien Engbers, ten genoegen voldaan hebben al hetgeen hem bij huwelijks voorwaarden beloofd was, doende hen mits dezen quiteren en bedankende voor goede ontrichting.
Schepenen Arent Buis, Peter Roeloffs.

bericht 2

In ieder geval nu toch iets meer zekerheid.

Zwolle RA001-185 Volmachten 1603-1668
f453 dd.09-07-1647
Heeft Sr. Feije Tjarix coopman van wijnen, eertijds tot Amsterdam gewoond hebbende en tegenwoordig tot Lieuwaerden residerende, Jacobum van Gelder geconstitueerd om van de erfgenamen van Derck Sonsbeke en deszelfs huisvrouw Geertghe, te innen en ontvangen zodane penningen, als hem wegens geleverde wijnen van dezelven zijn competerende.
Schepen Thomas vander Lawick.

Dat lijkt mij inderdaad ook, dat de nalatenschap voor Marrije Hendriks voor vaderskant vastgelegd zijn bij het hertrouwen van haar moeder. En dat de nalatenschap van haar moeder "uitgekeerd" is bij haar huwelijk, vastgelegd in de huwelijkse voorwaarden.

En dat daarmee Derck van Sonsbeeck als het ware schoon schip heeft gemaakt t.o.v. zijn erfgenamen uit zijn huwelijk met de moeder van Marrije Hendriks. Want vooral in de periode van dat huwelijk lijkt hij vermogen te hebben opgebouwd, zoals onroerend goed in Mastenbroek. Marrije Hendriks hoefde daardoor niet de erfenis te delen met haar half-broer en zussen.
Het staat er in1641 ook wel duidelijk bij: comparanten van "haer" zaliger vader Derck Sonsbeecken en zijn huisvrouw aangeërfd
Daar hoorde Marrije Hendriks niet bij, bij haer zaliger vader Derck Sonsbeecken

Wel opvallend dan, dat Fieken van Sonsbeeck niet voorkomt bij de nalatenschap van de nakomelingen van Derck van Sonsbeeck. Maar van haar is mij alleen twee trouwinschrijvingen bekend en een doop van Henrick in 1623, Datum van haar overlijden, of dat van haar zoon is mij niet bekend. Dus niet bekend of zij of nakomelingen nog leefde in 1641.