Egbert_ schreef: ↑01 aug 2022, 17:30
Dat Mechteld Derks de dochter was van Derk Gerrits was mij niet bekend.
Bedankt voor de aanvulling.
ZWK f9 - 14 mrt 1663 - Richter Bernard Holt.
Keurnoten Gerhard Holt, hopman, en Rudolph Crans.
* In het Gericht is verschenen Jannechien Henrix, weduwe van zaliger Derk Gerrits met Andries Krock als haar momber. Zij heeft over haar twee onmondige kinderen (
Gerrit en Mechteltijn Derx) tot mombers verzocht Gerrit Gerritsen en Gerrit Jansen, beiden ooms [-] van de kinderen, en ook hun landheer de H. Nicolaus Wijntgis, "allene" om daarmee het beste van de kinderen te overleggen, zonder dat de voornoemde Heer Wijntgis met enige ontvangst of uitgave van penningen of die hier na te verantwoorden te doen zal hebben. Welke voornoemde mombers daartoe na verhoor door het Gericht zijn geauthoriseerd en [zij] hebben de momberschap aangenomen, belovende bij handtasting der kinderen beste en voordeel in alles na hun vermogen en als [wes] goede mombers toestaat te zoeken en waar te nemen.
Waarna [wienvolgens] de voornoemde Jannechijn Henrix, geassisteerd met Andries Krock voorschreven aan haar twee kinderen ten overstaan van de beide gestelde mombers erfuiting heeft gedaan en voor hun zaliger goed bewezen de helft van de goederen van 't Hogebeen, gelegen in 's Heerenbroeck, en zal de amdere helft door de weduwe behouden worden, gelijk alle de mobiele goederen, mits dat zij daar tegen de kinderen zal ontlasten van alle schulden en lasten van de boedel; invoegen [dat]
de voornoemde helft van 't Hogebeen vrij zonder last en bezwaar door de kinderen zal worden genoten en geprofiteerd. En heeft zij erfuiterse voornoemd aangenomen en beloofd de voorschreven kinderen "nabuirlijck" in kost en kleren te onderhouden tot de tijd dat zij getrouwd of 18 jaren oud geworden zullen zijn, en dan de voorschreven goederen aan dezen uitkeren en ontrichten. Tot welke tijd zij de opkomsten zal mogen trekken. Ten ware een van de of beide kinderen eerder uit "haer" huis en kost met kennis van de mombers mocht komen te vertrekken [te trecken], in welk geval de moeder tot de dag van het vertrek en niet verder de opkomsten zal profiteren. Verder zal de moeder de beide kinderen lezen en schrijven laten leren, [en] de dochter ook ene half jaar bij het naaien laten gaan. In het geval [in cas] een van beide kinderen mocht komen te overlijden zonder wettelijke geboorten na te laten, [dan] zullen de goederen van de een op de ander erven en [ver] sterven. Zij erfuiterse verklaart hiermee aan haar beide kinderen een goede en oprechte erfuiting te hebben gedaan, onder verband van haar persoon en goederen. Zonder arg of list.
- Juramentum per tutores remissum.
ZWK 612 f27 - 29 nov 1679 - Richter Bernard Holt.
Keurnoten Henrick Nilant, Doctor, en Hermannus Holt.
In het Gericht zijn verschenen Berent Henrixen Bloemert, woonachtig tot Spoolde, alsmede diens zaliger vrouw Jennechien Henrix beide voorkinderen
Gerrijt en Meghteltjen Derx, in echte geprocreerd bij zaliger Derx Gerrijts. Zij hebben ten overstaan van Rutger Henrixen Post aan de zijde van Bloemert, en Evert Jansen Neuteboom en Hermen Gerrijtsen Voerman aan de zijde van de kinderen hiertoe verzocht, verklaard een vast en onwederroepelijk accoord en magescheid met elkaar te hebben gehouden over hun [haer] goederen, zowel beweeglijk als onbeweeglijk, zoals hij [die] met zijn zaliger huisvrouw Jennichje Henrix in eigendom en [in] gemeenschap heeft gebruikt en gezeten, geen uitgezonderd.
Zo is het dat de beide voornoemde kinderen van de comparant Bloemert zullen trekken en genieten met hun beiden tesamen een somma van 300 gulden eens tegen mei 1680, zonder enige korting te ontrichten. Bovendien heeft de zoon Gerrijt Derx reeds genoten een "enter vullen" en de dochter Meghjteltjen Derx een bed met een paar lakens. Zullende nog met hun beiden en de drie nakinderen door hun zaliger moeder en de comparant Bloemert in echte geteeld, tesamen in vijf gelijke delen en participeren aan hun zaliger moeders kleren, zoals die tot haar lijfdracht hebben behoord. Waartegen hij comparant Bloemert zal krijgen [hebben] en behouden de gehele inboedel, al het land en zand, actien en credieten, schuld en onschuld, zoals hij die met zijn zaliger vrouw tesamen heeft bezeten. Waarmee de partijen dan "alsoo" eeuwig en erfelijk gescheiden zijn en van elkaar gescheiden zullen blijven. Zonder argelist.