Egbert_ schreef: ↑21 okt 2020, 11:17
ria van bessen schreef: ↑20 okt 2020, 23:04
Ik vind Rijck Hendriks ook wel de moeite waard om uit te zoejen, hij was mede eigenaar en gebruiker.
Misschien is hij deze:
IJSSELMUIDEN F198- 1 mei 1644 [dit moet het jaar 1643 zijn]
In het gerecht verschenen Rijck Henricksen en zijn vrouw Henrickjen Sibrants en hebben verklaard verkocht te hebben aan Albert Bolthe een jaarlijkse losbare rente van 5 ½ keizersguldens. Als onderpand stellen zij een gedeelte van het land, huis, hof en berg gelegen op de Bisschopswetering, als Rijck Henricksen van wijlen zijn moeder geërfd heeft en via zijn vader, Henrick Claesen, de kinderlijke portie gekregen heeft.
De eerste rente moet betaald worden op 1 mei 1644, het kapitaal mag afgelost worden met 100 keizersguldens.
Schout: Jacob Joncker
Keurnoten waren: Henrick Crachtsen Stuirman, advocaat, en Dirrick Duicksen, majoor.
Uit de
zoektocht Sijbrand Claassen en Marrigje Evers
Nb Bericht aangepast
Zwollerkerspel
491 - [losse akte:] 30 apr 1647 - Richter "Substituijt" Jacob v.
Muijden.
Keurnoten Gotschalck Haxter en Peter Sinne.
- Mombers over Aeltien Willems, wede. van zaliger Assien Lamberts, [hun] nagelaten kinderen: Huijge Willems als oom van moeders zijde, Jan Lamberts als oom van vaders zijde, [en]
Rijck Hendricksen, aangehuwde oom van moeders zijde.
HIER HOORT BIJ
ZWOLLERKERSPEL f272 - 30 april 1631 - Richter Cornelis van Dongen.
Keurnoten Thomas Knoppert en Henrick Mauriss, rentmeester [doorgestreept: ontvanger].
Verschenen is
Essin Lamberss, voor hem zelf en zijn huisvrouw Aeltin Willems, [zij] met Henrick Mauriss, rentmeester, als haar "gekooren ende met rechte in deser saecken gekoren ende met wille haeres voorss. manss toegelaeten" momber. Zij verklaarden voor hun en hun erfgenamen in een steden vaste erfkoop erfelijk en "ommermeer", om een somma van penningen, ten genoegen voldaan en betaald, aan Huijgen Willemss, zijn huisvrouw Grietin Claessen en hun erfgenamen, item
Rijck Henricks, zijn huisvrouw Sijechin Willemss, "sampt" aan Wijcher en Henrick Willemss, en deze hun respectievelijke erfgenamen te hebben verkocht al hun comparantens quota en aandeel, recht en gerechtigheid, als de comparanten "an sijde" van zijn voorschreven huisvrouw competeert, niets [geen] van alles uitgezonderd, als het gerechte "vijffte" [part] van 6 morgen land gelegen in [het] Voorster Slach, waar aan westwaarts gelegen Geert Claessen, noordwaarts het H. Geest van Swol, [en] zuidwaarts Peter velicken [oostwaarts is niet vermeld]. Zijnde de 6 morgen jaarlijks bezwaard met "ellefte halve" [= 10 1/2] goudgulden. Dan nog het gerechte vijfde part van 2 morgen en "een verendel" land liggende in dit slag, kommervrij zonder jaarlijkse uitgang, waar naast geland zijn oostwaarts Jonker Hattem, westwaarts Jonker Lubbert Ulger [Vlger], [en] zuidwaarts Henrick Muller [noordwaarts is niet vermeld]. En de voorschreven verkopers gingen voor hun en hun respectievelijke beider erfgenamen hun recht en gerechtigheid van de voorschreven percelen land, met de raad en onraad, "sampt" stegen en wegen, vanouds daartoe behorende aan de voorschreven kopers, hun huisvrouwen en hun erfgenamen "alsoe uijt" volgens Landrecht. Belovende hun aanparten van het voorschreven land te willen wachten en waren voor alle evictie en opspraak. Zonder arg of list.
Actum ut supra.
- Joes. Steenkerck zal mede zegelen en tekenen.