Re: Familie Sleef/Slief probleem 4
Geplaatst: 30 jun 2025, 20:14
Mogelijk.
En zou Peter Jans Slief er ook bij horen, lijkt mij.
Janna Schol de doopgetuige bij Berent J Slief
OLST f 408 21 April 1731 (uittr 19.408)
Verw Scholtes J Tichler Dr. Coornoten Jan Lammerts en Jan Meijer.
Ick Joan Tichler I U D en Verw Scholtes van Olst stelle tot momberen over Henrik, onmundig kind van Jenneken Willems op ’t Schol in den Vuilik bij wijlen Jan Henriks ehelijk verworven de personen Rutger Schutte en Berent Slief om de onmundigen profijt te soeken en schade te weren. Voorts erschenen Jenneken Willems voornoemd geassisteert met Albert Janssen als haar verkoren en toegelaten momber in desen, ende heeft het voornoemde kind voor vaderlijk goed bewesen veertig Car Gls an geld, de vaders kiste en klederen, alles uit te keren op huijden over een jaar. Sijnde mede bedongen dat het kind bij siekte of sugt altoos weder in het huis sal mogen komen. Voorts heeft de moeder geassisteert als voren, belooft dit kind eerlijk te sullen opvoeden, lesen en schrijven te laten leren. waarmede de momberen. alsook de moeder bij handtastinge hebben verklaart haar pupil genoeg geschiet te sijn en voortaan haar pleegkinds persoon en goederen na haar beste vermogen en als goede momberen na rechte schuldig sijn, te sullen administreren en voorstaan.
Actum ut supra. Wg J Tichler Verw Scholets.
en daar hoort dit bij
f490 - RAALTE, 15 sep 1732 - Egbert Westenberg, Verw. Scholtus van Raalte.
Keurnoten Henrick Jansen Haarman en Jannis Speckbroek.
In het gericht zijn verschenen Hendrik Jansen en zijn vrouw Henrickjen Jansen, wonende op de katerstede Vossebelt in Heeten, tutore marito. Zij verklaren wegens opgenomen en ten genoegen ontvangen penningen schuldig te zijn aan [zij hebben een hypotheek verkregen van Rotger Willems en Berent Jansen, als mombers over Hendrik Jansen een somma van 75 gulden, en aan Albert Janssen Schol een somma van 35 Caroli gulden. Belovende deze jaarlijks te zullen verrenten met 3 procent, welke rente op 24 juni 1733 voor de eerste "reijse" zal komen te verschijnen. Verbindende hiervoor hun personen en goederen, [en] speciaal de katerstede Vossebelt, zoals zij deze op 21 januari 1732 van de erfgenamen [Erfgenamen] van Heeten hebben aangekocht.
- In kennis der waarheid heeft de Verw. Scholtus voornoemd deze naast Herm. van Ketwich, als daartoe van de comparanten speciaal verzocht zijnde, getekend en gezegeld.
[Geen aflossingen vermeld].
[Kantlijn hierbij op f490:] Albert Jansen Schol heeft het zijne gecedeerd aan Hendrik Jansen. Ziet op fol. 664 [oud, nieuw is dit f926].
f926 - Raalte, 3 feb 1743 - Evert van Ketwich, Verwalter Scholtus van
Raalte.
Keurnoten Hendrik Nijhoff en Henricus van Eerten.
In het Gericht is verschenen Albert Jansen Schol, wonende in de boerschap Veulingen onder Olst, Hij verklaart aan zijn stiefzoon Henrik Jansen tot voldoening van hetgeen hem wegens de erfportie van wijlen zijn moeder Jenneken Wilmsen competeert, te cederen en over te dragen, zulks doende bij dezen, een obligatie van 35 gulden ten laste van Hendrik Jansen en Hendrikjen Jansen, eheluiden, waarvoor zij op 15 september 1732 hun katerstede den Vossebelt, gelegen in dit kerspel van Raalte [in de] boerschap Heeten, gerichtelijk hebben verbonden.
Waarop gemelde Hend. Jansen, die mede in het Gericht is verschenen, verklaarde hier mee te desisteren van wijlen zijn moeders erfportie, quiterende zijn stiefvader daar van bij dezen. - Ten oorkonde heeft de Verwalter Scholtus voornoemd dit naast de laatste comparant en op verzoek van de eerste [comparant] Jan smit dit getekend en gezegeld.
Rutger Willems de voogd trouwde met de dochter van Gerrit Jans op Schutten.
Gerrit was 1e x getrouwd met Jenneken Egberts en volgens de volgende doop hertr met een Hermken
Colmschate dpb 22 mei 1692 Gerrit Jansz en Hermken op Schutten plaatse in de Vuijling - Gerard
Olst f336 - 1 okt 1723 - Verw. Scholtus J.Tichler.
Ceurnoten Christiaan Caspers en Antoni Knippenberg.
Erschenen in dese Ed. Gerigte Gerrit Jansen wonende op Schuttenplaatsje in den Vuilink onder Hengvorden an d'eene sijde en Rutger Willems voor sich selfs en zijn huysvrouw Hendrina Gerrits dogter van Gerrit Jansen voornoemd an d'andre sijde, ende hebben verklaart met malkander over eengekomen te sijn, dat sij hem Gerrit Jansen voornoemd eerlik in kost en klederen sullen onderhouden voor sijn leven lang, waartegen na desselfs dood sullen behouden alle desselfs na te latene goederen, geene uitbescheiden, deselve ten dien fine aan hem Rutger Willems voornoemd en deszelfs huysvrouwe bij dese cederende. Vorders erschenen Janna Gerrits geadsisteerd met Jan Jansen Muller als momber ende heeft verklaard dit bovenstaande accoord in allen deelen te approberen, ende dat zij haer quota van haer vaderlijk en moederlijk goed volcomen bereets heeft ontvangen, gelijk haar broeder en zuster mede hebben gedaan.
Actum et supra. Wg J Tichler Verw Scholte
f 106 Olst, den 10 Augustus 1748 (uittr 20.106)
Verwalter Scholtus Aert Brouwer, ceurnoten Gerrit van Enk en Lauwerens Herms.
Ik Aert Brouwer in der tijd Verwalter Scholtus van Olst, stelle tot momberen over Harmina, Jannes en Fennegien, onmondige kinderen van Rutger Willems bij wijlen Hendrina Gerrits in egte verwekt, de personen Berent Slief en Wolter Schol, beijde mede aldaar in de boerschap Hengforden wonende om hare onmondigen haar profijt te soeken en schade te weren. Voorts is in judicio erschenen Rutger Willems op Schutten etc..
Wat ik apart vind is het volgende in Olst - de combi Schutte / Sleef en Maes
uit het testament van Nicolaas Luessen
BRON Olst 21 januarij 1690 f 30 invnr 3
[-]
Oock geeft en legateert hij testateur aan de kinderen of kint van Jan Sleef Schutte in de Maes bij sijn huisvrouw Maria van Duren ehelick geprocureert een summa van hondert rixdaelder.
Dit is hun huwelijksakte
1667-08-02 - Den 2 Augusti - Jan Jansen J.G., en Maria van Duiren J.D.
Copulati den 4 Augusti op attest. van Olst van den 3 Augusti - Copulati den 4 Augusti - (Onder)trouw Diepenveen, RBSO 175.
En zou Peter Jans Slief er ook bij horen, lijkt mij.
Janna Schol de doopgetuige bij Berent J Slief
OLST f 408 21 April 1731 (uittr 19.408)
Verw Scholtes J Tichler Dr. Coornoten Jan Lammerts en Jan Meijer.
Ick Joan Tichler I U D en Verw Scholtes van Olst stelle tot momberen over Henrik, onmundig kind van Jenneken Willems op ’t Schol in den Vuilik bij wijlen Jan Henriks ehelijk verworven de personen Rutger Schutte en Berent Slief om de onmundigen profijt te soeken en schade te weren. Voorts erschenen Jenneken Willems voornoemd geassisteert met Albert Janssen als haar verkoren en toegelaten momber in desen, ende heeft het voornoemde kind voor vaderlijk goed bewesen veertig Car Gls an geld, de vaders kiste en klederen, alles uit te keren op huijden over een jaar. Sijnde mede bedongen dat het kind bij siekte of sugt altoos weder in het huis sal mogen komen. Voorts heeft de moeder geassisteert als voren, belooft dit kind eerlijk te sullen opvoeden, lesen en schrijven te laten leren. waarmede de momberen. alsook de moeder bij handtastinge hebben verklaart haar pupil genoeg geschiet te sijn en voortaan haar pleegkinds persoon en goederen na haar beste vermogen en als goede momberen na rechte schuldig sijn, te sullen administreren en voorstaan.
Actum ut supra. Wg J Tichler Verw Scholets.
en daar hoort dit bij
f490 - RAALTE, 15 sep 1732 - Egbert Westenberg, Verw. Scholtus van Raalte.
Keurnoten Henrick Jansen Haarman en Jannis Speckbroek.
In het gericht zijn verschenen Hendrik Jansen en zijn vrouw Henrickjen Jansen, wonende op de katerstede Vossebelt in Heeten, tutore marito. Zij verklaren wegens opgenomen en ten genoegen ontvangen penningen schuldig te zijn aan [zij hebben een hypotheek verkregen van Rotger Willems en Berent Jansen, als mombers over Hendrik Jansen een somma van 75 gulden, en aan Albert Janssen Schol een somma van 35 Caroli gulden. Belovende deze jaarlijks te zullen verrenten met 3 procent, welke rente op 24 juni 1733 voor de eerste "reijse" zal komen te verschijnen. Verbindende hiervoor hun personen en goederen, [en] speciaal de katerstede Vossebelt, zoals zij deze op 21 januari 1732 van de erfgenamen [Erfgenamen] van Heeten hebben aangekocht.
- In kennis der waarheid heeft de Verw. Scholtus voornoemd deze naast Herm. van Ketwich, als daartoe van de comparanten speciaal verzocht zijnde, getekend en gezegeld.
[Geen aflossingen vermeld].
[Kantlijn hierbij op f490:] Albert Jansen Schol heeft het zijne gecedeerd aan Hendrik Jansen. Ziet op fol. 664 [oud, nieuw is dit f926].
f926 - Raalte, 3 feb 1743 - Evert van Ketwich, Verwalter Scholtus van
Raalte.
Keurnoten Hendrik Nijhoff en Henricus van Eerten.
In het Gericht is verschenen Albert Jansen Schol, wonende in de boerschap Veulingen onder Olst, Hij verklaart aan zijn stiefzoon Henrik Jansen tot voldoening van hetgeen hem wegens de erfportie van wijlen zijn moeder Jenneken Wilmsen competeert, te cederen en over te dragen, zulks doende bij dezen, een obligatie van 35 gulden ten laste van Hendrik Jansen en Hendrikjen Jansen, eheluiden, waarvoor zij op 15 september 1732 hun katerstede den Vossebelt, gelegen in dit kerspel van Raalte [in de] boerschap Heeten, gerichtelijk hebben verbonden.
Waarop gemelde Hend. Jansen, die mede in het Gericht is verschenen, verklaarde hier mee te desisteren van wijlen zijn moeders erfportie, quiterende zijn stiefvader daar van bij dezen. - Ten oorkonde heeft de Verwalter Scholtus voornoemd dit naast de laatste comparant en op verzoek van de eerste [comparant] Jan smit dit getekend en gezegeld.
Rutger Willems de voogd trouwde met de dochter van Gerrit Jans op Schutten.
Gerrit was 1e x getrouwd met Jenneken Egberts en volgens de volgende doop hertr met een Hermken
Colmschate dpb 22 mei 1692 Gerrit Jansz en Hermken op Schutten plaatse in de Vuijling - Gerard
Olst f336 - 1 okt 1723 - Verw. Scholtus J.Tichler.
Ceurnoten Christiaan Caspers en Antoni Knippenberg.
Erschenen in dese Ed. Gerigte Gerrit Jansen wonende op Schuttenplaatsje in den Vuilink onder Hengvorden an d'eene sijde en Rutger Willems voor sich selfs en zijn huysvrouw Hendrina Gerrits dogter van Gerrit Jansen voornoemd an d'andre sijde, ende hebben verklaart met malkander over eengekomen te sijn, dat sij hem Gerrit Jansen voornoemd eerlik in kost en klederen sullen onderhouden voor sijn leven lang, waartegen na desselfs dood sullen behouden alle desselfs na te latene goederen, geene uitbescheiden, deselve ten dien fine aan hem Rutger Willems voornoemd en deszelfs huysvrouwe bij dese cederende. Vorders erschenen Janna Gerrits geadsisteerd met Jan Jansen Muller als momber ende heeft verklaard dit bovenstaande accoord in allen deelen te approberen, ende dat zij haer quota van haer vaderlijk en moederlijk goed volcomen bereets heeft ontvangen, gelijk haar broeder en zuster mede hebben gedaan.
Actum et supra. Wg J Tichler Verw Scholte
f 106 Olst, den 10 Augustus 1748 (uittr 20.106)
Verwalter Scholtus Aert Brouwer, ceurnoten Gerrit van Enk en Lauwerens Herms.
Ik Aert Brouwer in der tijd Verwalter Scholtus van Olst, stelle tot momberen over Harmina, Jannes en Fennegien, onmondige kinderen van Rutger Willems bij wijlen Hendrina Gerrits in egte verwekt, de personen Berent Slief en Wolter Schol, beijde mede aldaar in de boerschap Hengforden wonende om hare onmondigen haar profijt te soeken en schade te weren. Voorts is in judicio erschenen Rutger Willems op Schutten etc..
Wat ik apart vind is het volgende in Olst - de combi Schutte / Sleef en Maes
uit het testament van Nicolaas Luessen
BRON Olst 21 januarij 1690 f 30 invnr 3
[-]
Oock geeft en legateert hij testateur aan de kinderen of kint van Jan Sleef Schutte in de Maes bij sijn huisvrouw Maria van Duren ehelick geprocureert een summa van hondert rixdaelder.
Dit is hun huwelijksakte
1667-08-02 - Den 2 Augusti - Jan Jansen J.G., en Maria van Duiren J.D.
Copulati den 4 Augusti op attest. van Olst van den 3 Augusti - Copulati den 4 Augusti - (Onder)trouw Diepenveen, RBSO 175.