Pagina 5 van 5
Re: Jan Hannesz (Pullen) Zeese - Heemse
Geplaatst: 07 sep 2025, 13:56
door ria jongman
bericht 1
Als Roelof en Jan Hannesz broers zijn, moeten ze zus hebben gehad, want in de akte waaruit blijkt dat Maria Jaspers opnieuw huwt, worden twee ooms aangewezen als voogd. De oom van vaderszijde heet Albert Welmar of Welmink. Deze is echter tot nu niet te vinden in Ommen, Dalfsen, Hardenberg, Heemse, Lonneker of Losser. Misschien elders.
Er is wel een Albert Welmink, maar zijn echtgenote doet in niets aan Hannesz denken.
Toch zou ik deze verder onderzoeken, want mogelijk was de zus van Roelof en Jannes eerder getrouwd, dus weduwe toen ze met Albert trouwde,toen overleden - en is de huidige vrouw van Albert inderdaad geen zus.
Maar mogelijk is de zus een halfzus en heeft ze niet het patroniem Hannes, wel dezelfde moeder maar een andere vader.
Re: Jan Hannesz (Pullen) Zeese - Heemse
Geplaatst: 07 sep 2025, 22:46
door Jan Holtland
Ja, dat is denk ik op dit moment het enige echte aanknopingspunt.
Re: Jan Hannesz (Pullen) Zeese - Heemse
Geplaatst: 11 sep 2025, 12:03
door ria jongman
Kan onderstaande nog wat opleveren?
Ommen f42 dd.07-03-1776
Voor D.or Hend. Jacob Schomaker adm. Verw. Scholtus.
Keurnoten Evert Dangremond en Gerrit Theussink.
Erschenen Jan Batterink van Junnen, met en nevens Jan Hendriks Hannessen onder den Hardenberg te[=en[ Harmen Wijgmerink te Bergentheim thans absent, momber over de kinderen van Hendrik Hendriks Timmerman te Junne bij wijlen Geesje Hannessen verwekt, exhiberende ter voldoening aan de gepubliceerde wethe van 01-02-1776, de acte van aanstelling, afgoeding enz. van den 24-03-1772 met het exhibitum betekend.
Zeggende comparant nog momber geweest zijn over wijlen Hendrikje dochter van Hendrik Hendriksen Timmerman bij Derkje Hendriks verwekt, waarvan echter de brief niet heeft.
Zijnde comparant ten fine van rekening als anderszins gerenvoijeerd tot nader order.
En het onderzoek over de momberschap van het overleden Hendrikje, met de gevolgen van dien gereserveerd blijvende.
Re: Jan Hannesz (Pullen) Zeese - Heemse
Geplaatst: 14 sep 2025, 23:56
door Jan Holtland
Dank je Ria.
Dit zit wat raar in elkaar geloof ik.
Jan Batterink uit Junne en Jan Hendriks Hannessen onder Hardenberg zijn voogd over de kinderen van Hendrik Hendriks Timmerman en Geesje Hannessen. Met verwijzing naar 24 maart 1772.
Er is maar één akte in 1772 (digitale pagina’s 59-61 deel 15 Schoutambt Ommen). Maar daarin is alleen sprake van het kind Derkjen Hendriks. Dus geen meervoud. En niet Hendrikje zoals in de akte van 7 maart 1776 (voogdijstellingen Ommen).
In de VT 1748 komt Hendrik Hendriks voor in Junne met als echtgenote Derkje Hendriks.
Op 20 juli 1749 laat hij als Hendrik Batterink samen met zijn vrouw Derkjen Hendriks een dochter dopen met de naam Hendrikje. Die dochter is in 1772 dus nog minderjarig; als ze dan tenminste nog leeft.
Volgens mij overlijdt Derkje Hendriks dan.
Want op 23 juni 1753 laat Hendrik Hendriks op Timmermans in Junne samen met zijn vrouw Geesjen Hannesz een dochter Derkje dopen. Mogelijk is dit de Derkje uit de akte van 1772??? Of bedoelde de akte met het ene kind dochter Hendrikje, waarvan Jan Batterink in 1776 zegt dat hij er voogd over was, zonder dat hij het kan bewijzen?
Op 5 januari 1755 laat Hendrik Batterink op Timmermans in Junne samen met zijn vrouw Geesjen Hannesz een zoon dopen, Hendrick.
Dit klopt met de akte uit 1776, nl dat Hendrik Hendriks meer dan 1 kind had met Geesje Hannessen. En beide waren nog minderjarig in 1772. Maar voor hen wordt geen voogd aangewezen. Of misschien over Derkje, zie boven.
Maar hoe dan in 1776 wenden beide voogden van de kinderen - meervoud - van Hendrik Hendriksen Timmerman en Geesje Hannessen zich tot de schout. Die moeten dan beide nog even, want van de andere dochter - Hendrikje bij Derkje Hendriks - wordt gezegd dat ze is overleden.
Geesje Hannesz is overleden als echtgenote van Hendrik Hendriks Timmermans. Als ze gerelateerd is aan Jan en Roelof Hannesz, dan zou het kunnen dat ze voor dat huwelijk gehuwd is geweest met Albert Welmar/Welmink. Maar dan zou deze al voor 1753 overleden moeten zijn. Of - in het niet zo waarschijnlijke geval van scheiding - in 1797 als hij als voogd wordt benoemd van de kinderen van Jan Hannesz en Maria Jaspers al ca 70 jaar zijn geweest.
Re: Jan Hannesz (Pullen) Zeese - Heemse
Geplaatst: 15 sep 2025, 15:49
door ria jongman
Jan Hendriks Hannessen is de broer van Geesje Hannessen volgens aktes.
Ommen dl 13
f 231v0-232-232v0-233-233v0-234
Ommen den 24 Maart 1772.
Ik Gerrit Nagel wegens Hoger Overigheit in desen tijt Verwalter Scholtus van Ommen en den Ham certificere kragt deses, dat voor mij en keurnoten als waren Hendrik Nagel en Jan van Gernaar,
Erschenen is Hendrik Hendriks van het Timmermans te Junne, mede als vader en voogt over zijn minderjarige kint met name Derkjen Hendriks, waar over mede momboiren is versoekende, daartoe voorslaande Jan Batterink te Junne, des kinds oom van vaders zeijde en Jan Hendriks van Bergentheim van moeders kante;
Eerstelijk geeft den eersten Comparant Hendrik Hendriks Timmerman aan de twe laasten Hendrik Jansen Batterink en Bruit Berentjen Hannessen van heden af, over, niet alleen, zijn halve regeringe des huises, maar mede, sijn halve goederen, zoo vaste als mobiele, en na zijn overlijden, sal alles aan dese jonge luijden overgaan;
Onder dese conditie, dat dese jonge luijden verpligt zijn en blijven om hem de dagen zijns levens na huijsvermogen te moeten onderhouden en ’s jaars aan hem laten genieten, zoo lange hij leeft, het besaaij van een half mudde lands, het Kleijne Stukjen en Hoffien als mede tien Schapen.
Voorts blijven dese jonge luijden mede verpligt, om het voorschreven kint, mede ten eijnde te brengen, en ’s jaars aan het selve moeten uijtkeren ses Carolij guldens, en vier pondt vlas, en zoo dit kint, met meerderheijt van jaren, uijt het huijs wil vertrecken, sal dan aan het selve moeten worden uijtgekeert, twe hondert guldens aan geldt, zonder meer, ter keuse van het kint en nog aan het zelve vier schapen van heden af,
Voorts verklaarden de Comparanten het voren gemaakte contract, omtrent de oude vrouwe in zijn volle waarde te laten, als alleen, aan haar bewesen een mudde rogge ’s jaars. Waar van deselve tot dato deses is betaalt; dog verder niet.
Voorts verklaart Hendrik Jansen Batterink en Bruit Beertien Hannessen, gesterkt als voren, malkanderen te maken en te testeren, de eerststervende de langstlevende, met uijtsluitinge van een ider.
Des ten waarheijds orconde hebbe ik Verwalter Scholtus voornoemt dese getekent en gesegelt, zoo als ten versoeke van alle de Comparanten dese nevens mij getekent en gesegelt door de Onderscholtus Berent Nagel.
Ommen den 24 Maart 1772.
Ik bedoelde dat Jan Hendriks Hannessen wellicht de vader zou kunnen zijn van Roelof, Jannes en NN zus
Trb Ommen
Den 18 maert 1768 Jan Hannesz j.m. op Oolthuijs te Siese en Maria Jaspers j.d. op Meijerink te Arrien getr den 10 apr.
Dpb Hardenberg 24 juni 1787 Jan Hannes en Maria Jaspers op het Heemserveen - Jasper
23 oktober 1774 Jan Hannes en Maria Jaspers op ’t Heemserveen - Jan Hendrik
9 februari 1783 Jan Hannes en Marrie Jaspers op ‘t Heemser veen - Jan
Re: Jan Hannesz (Pullen) Zeese - Heemse
Geplaatst: 15 sep 2025, 18:17
door ria jongman
bericht 2
Ommen Dl 8 2-2v0-3-3v0-4
Ik Gerrit Nagel wegens Hoger Overigheijt in desen tijt Verwalter Scholtus van Ommen en den Ham, doe cont en certificere als dat voor mij en keurnoten als waren Lambert Oldeman en Harmen Princen In persoon zijn gecompareerd en Erschenen Hendrik Hendriksen de jonge man op het Timmermans te Junne, wedewenaar wijlen Derkjen Hendriksen te kennen gevende dat het zijn wedewenaars staat niet toe en liet, langer soo ongehouden te leven, maar voornemens was, sig te verander saaten, en sulks met approbatie en volkomen goedvinden der naaste vrinden, en sulks met Gesien Hansen die mede in den Gerigte is gekompareerd;
Sijnde sij Gesien Hansen geadsisteert met de Onderscholtus van den Ham Berent Nagel als haren verkorene en bij den Gerigten toegelatene momber, en alsoo hij Hendrik Hendriksen op Timmermans voorne gemelt, in den egten hadde verweckt bij zijn overledene vrouwe Derkjen Hendriksen; een dogtertjen genaamt Hendrikjen, over welke behoorden mombaren gestelt te worden, gelijk dan ook gestelt werden bij desen, en zijnde gemelte mombaren mede in desen Edelen Gerigte erschenen; als van moeders sijde Hendrik Hendriksen de groot vader van het minderjarige kint Hendrikjen; oude man op’t Timmermans te Junne; en Jan Berterink van de vaders sijde, welke mombaren de mombarschap op en angenomen hebben, en met handtastinge in Eeds plaatse hebben verklaard dat desen hare voorne gemelte pupillen in generleij wijse was verkort, en dat sij als vroeme en getrouwe mombaren dese haere pupillen voordeel en intresse in alles souden soeken en die bekragtigen als vrome en getrouwe mombaren toestaat te doen;
Zijnde dan hier en tegens mede gecompareerd, de bruit Gesien Hannessen, geadsisteert als vooren met de onderscholtus B. Nagel, en verklaart het minderjarige kint Hendrikjen in den egten geprocureert bij Derkjen Hendriksen voor haar egte kint antenemen; en wel soo of het uijt haren lieve was gesproten an dat het gemelte kint Hendrikjen in alles sal egaal wesen in erven en sterven, met die kinderen die uijt dit aanstaande huwelijk quamen te spruijten.
En soo geen kinderen uijt dit twede huwelijk mogte voorkomen dat even wel dit kint Hendrikjen van als sal erfgename wesen, onder dese expresse conditie en met den verstande dat het dogtertien Hendrikjen voor haar sal hebben en behouden alle haare moeders kleren linnen en wollen, een bedde met de moeders kiste, silver en gout, met een stuk saaijlant genaamt het Kleijne Stuk belant tusschen Wijgmenk Legberg en Schuurman in dit Carpsel Ommen Boerschap Junne gelegen, welke opkomsten het minderjarige kint Hendrikjen van dit gemelte stuk landt niet eerder sal voorgaan als dat het fijftien jaren oudt is, dan sal het kint Hendrikjen nogh uijt den boedel hebben vier schapen in’t schot, en daar van anstonts het voordeel trekken en behouden;
En is verder geaccordeert dat het mogte onverhopelijk gebeuren dat de bruidegom Hendrik Hendriksen op het Timmermans eersten qaum te overlijden, dat sij Gesien Hansen, dan op het Erve Timmermans sal blijven, en den boedel mogen houden, en wederom mogen trouwen, na haar welgevallen het welke comparanten na dat het haar duijdelijk was voorgelesen en te verstaan gegeven, verklaart hebbende, alsoo haar begeertens van wedersijden te wesen:
In oirconde van waarheijt en sonder de minste arg ofte list hebbe ik Verwalter Scholtus voornoemt dese getekent en met mijn pitsier bekragtigt en voor Hendrik Hendriksen de ouden man, als mombaar van de moeders sijde heeft geteikent en gezegelt Luicas Mensink, en voor de bruit Gesien Hansen op haar versoek geteikent en gezegelt Berent Nagel Onderscholtus om dat gene van haar beijden een kasjet gebruijkten of schrijven konden.
Actum Ommen den 16 Julijus 1751.