Erf de Hoeve
-
- Berichten: 2725
- Lid geworden op: 10 jan 2006, 00:00
Re: Erf de Hoeve
Volgens de Zwolse momberstellingen van 25-7-1692 is de Gerrit Gosens die in 1692 hertrouwt weduwnaar van Geertruit Berents. De minderjarige zonen heten Gosen en Hendrik Gerrits en voogden worden Berent Muller en Hendrik Gerrits. De jongens krijgen elk 10 Car. guldens en mogen een ambacht leren. (info van Peter Klunder.)
Re: Erf de Hoeve
Bedankt!
De achterliggende vraag is: wie zijn de ouders van Machteltien Jans. (NB: persoonlijk belang: de ouders van Peter Egberts, Egbart Sijmen en Femmegien Berents komen in mijn kwartierstaat voor, en ik ben benieuwd met wie hun kinderen trouwden.)
- 18-11-1683 Gerrijt Goossens j.m., in 't Fraterhuijs en
Geertruijdt Berents j.m.[!] in de Papenstraeat
De achterliggende vraag is: wie zijn de ouders van Machteltien Jans. (NB: persoonlijk belang: de ouders van Peter Egberts, Egbart Sijmen en Femmegien Berents komen in mijn kwartierstaat voor, en ik ben benieuwd met wie hun kinderen trouwden.)
-
- Berichten: 3288
- Lid geworden op: 14 okt 2021, 19:30
Re: Erf de Hoeve
Is die Sijse niet de zoon van Jacob Sijsen- de huwelijksgetuige van Maria Gerrits in 1732?
-
- Berichten: 2725
- Lid geworden op: 10 jan 2006, 00:00
Re: Erf de Hoeve
In Langenholte heb je een Gerrit Gosens, maar dat moet ik eerst beter uitzoeken, ook vanwege de tijd waarin hij leefde. Hij neemt van Willem Schutte de gerechtigheid over. Na 1750. Ik weet niet met wie deze Gerrit Gosen trouwde, met een dochter van Willem Schutte? Kan best zijn dat ik het ergens heb staan, maar ik zie het nu even niet. Bovendien: dat is dan 2e helft 18e eeuw en hier gaat het om een momberstelling uit 1705.
In boek 814 staat op blz. 28 het gratis begraven van Gerrit Goos uit Langenholte op 27-9-1793 . Over deze Gerrit Gosen had ik het hier boven. Zijn vrouw werd 16-1-1793 begraven en een dochter op 22-6-1779.
Ene Goos Gerrits uit Langenholte werd 9-8-1775 begraven en mogelijk is dat een zoon van een eventuele Gerrit Gosens uit Langenholte en dan zou bijv. die allereerste mogelijke Gerrit Gosens een opa van die in 1793 begraven Gerrit Gosens uit Langenholte kunnen zijn. Maar dat is wensdenken. Toch ga ik op zoek naar het eventuele bestaan van een Gerrit Gosens die rond 1705 oud genoeg kan zijn om momber te worden van de kinderen van Peter Egbers en Machteltje Jans.
Gerrit Gosen de momber in 1705 hoeft niet persé uit Langenholte te komen, maar mogelijk was dat wel zo.
Nog wel een andere Gerrit Gosens gezien, die wat tijd betreft wel zou kunnen, maar via de patroniemen van zijn 1e en 2e vrouw en zijn eigen naam kan ik hem nog niet handig als oom van Machteltje Jans haar kant, oom van haar kinderen in 1705, gaan zien:
Trouwboek Windesheim/Doopboek Windesheim nr. 819. Eerst op blz. 312: Hertrouwen te Windesheim van Gerrit Gosens , wedn. van Machteltie Gerrits in Herxen. Op 12-9-1696 schrijft hij zich in om te trouwen met zijn 2e vrouw Grietie Hendriks J.D. van Wesepe. die of doe tot Winsem woonende op attestatie van Wijhe. Er staat niet bij of er erfuiting moet worden gedaan. Ik heb daar nog niet naar gekeken.
Dan een doop met deze Gerrit Gosens als vader: Hendrickie, 5 Julie 1701. Hij is dan schipper in Herxen 819/121 Mogelijk lieten ze meer kinderen dopen.
In boek 814 staat op blz. 28 het gratis begraven van Gerrit Goos uit Langenholte op 27-9-1793 . Over deze Gerrit Gosen had ik het hier boven. Zijn vrouw werd 16-1-1793 begraven en een dochter op 22-6-1779.
Ene Goos Gerrits uit Langenholte werd 9-8-1775 begraven en mogelijk is dat een zoon van een eventuele Gerrit Gosens uit Langenholte en dan zou bijv. die allereerste mogelijke Gerrit Gosens een opa van die in 1793 begraven Gerrit Gosens uit Langenholte kunnen zijn. Maar dat is wensdenken. Toch ga ik op zoek naar het eventuele bestaan van een Gerrit Gosens die rond 1705 oud genoeg kan zijn om momber te worden van de kinderen van Peter Egbers en Machteltje Jans.
Gerrit Gosen de momber in 1705 hoeft niet persé uit Langenholte te komen, maar mogelijk was dat wel zo.
Nog wel een andere Gerrit Gosens gezien, die wat tijd betreft wel zou kunnen, maar via de patroniemen van zijn 1e en 2e vrouw en zijn eigen naam kan ik hem nog niet handig als oom van Machteltje Jans haar kant, oom van haar kinderen in 1705, gaan zien:
Trouwboek Windesheim/Doopboek Windesheim nr. 819. Eerst op blz. 312: Hertrouwen te Windesheim van Gerrit Gosens , wedn. van Machteltie Gerrits in Herxen. Op 12-9-1696 schrijft hij zich in om te trouwen met zijn 2e vrouw Grietie Hendriks J.D. van Wesepe. die of doe tot Winsem woonende op attestatie van Wijhe. Er staat niet bij of er erfuiting moet worden gedaan. Ik heb daar nog niet naar gekeken.
Dan een doop met deze Gerrit Gosens als vader: Hendrickie, 5 Julie 1701. Hij is dan schipper in Herxen 819/121 Mogelijk lieten ze meer kinderen dopen.
-
- Berichten: 2725
- Lid geworden op: 10 jan 2006, 00:00
Re: Erf de Hoeve
Bericht 2.
ORA Zwk. boek 620/421 bewerking J. Rientjes:
f420 - 21 jan 1735 - Richter Tomas van Muijden.
Keurnoten Willem Egberts en Gerrit Dijkman.
In het Gericht is verschenen Aaltjen Gosens, weduwe van wijlen Engbert Peters te Langenholte, met Roelof van Stegeren als momber geassisteerd. Zij heeft over haar onmondige zoon Hendrik Engberts, bij haar genoemde eheman in echte geprocreerd, tot mombers verzocht en verkregen Jannes van Stegeren en Egbert Peters. Zij zijn daarop persoonlijk in het Gericht gecompareerd en zij hebben deze momberschap bij handtasting aangenomen.
Waarna zij comparante ter presentie van de genoemde mombers voor de erfuiting aan haar voornoemde zoon voor wijlen zijn vaders goed bewezen ten eerste een kapitale somma van 2000 Caroli gulden ad 20 stuiver het stuk, waarover zij comparante tot securiteit verhypotiseert aan de voorschreven mombers twee morgen hooiland 't Spijk genaamd, in Langenholte naast Willem Peters, nog één morgen dito het Hoge Land genaamd te Genne, naast hopman Ridder, verder 5 scharen weideland in de Markte [marke] van Haarst, alsmede een halve morgen hooiland in Barkum, alle onder dit kerspel van Zwolle gelegen, teneinde in cas van wanbetaling daaraan de voorschreven 2000 gulden kapitaal te verhalen. Verder bewijst de comparante aan genoemde haar zoon een kamp hooiland groot één morgen, gelegen in de boerschap Zalne achter het spijker Selhorst. Al dit voornoemde zal uitgereikt worden, wanneer haar genoemde zoon 20 jaren ten vollen zal hebben bereikt, en ondertussen de opkomsten van het bewezene tegen het onderhoud genoten en geprofiteerd worden door de voorschreven erfuiterse. Tenslotte en ten laatste bewijst zij comparante aan haar voorschreven zoon Hendrik Engberts een grote zilveren kroes, vier zilveren lepels, een mes met een zilveren "hegt", met een testament met zilveren krappen, een gekleurde [koleurde] lakense, een sersie en een zwarte rok, een gekleurd [coleurt] lakens canisaal met zilveren knopen, twee borstrokken met zilveren knopen, 8 stukken doek ieder ongeveer 14 à 15 dubbelde ellen lang, 25 slaaplakens, 34 hemden, 12 paar kussenslopen, 20 servetten, 4 ronde tafellakens, een lang dito, 6 witte neusdoeken, een lege kist van de vader, welke laatstgenoemde "meubile" goederen zo van zilver, linnen en wol, etc. de voorschreven mombers Jannes van Stegeren en Egbert Peters verklaren van de erfuiterse ontvangen te hebben, om deze weer uit te rijken aan hun voorschreven pupil Hendrik Engberts wanneer hij voluit 20 jaren oud zal zijn.
Zij comparante belooft bovendien, dat zij haar meergenoemde zoon tot zijn 20 jaar voluit na staatsgelegenheid in kost en kleren zal onderhouden [verplegen], en hem verder lezen en schrijven laat leren na behoren.
Waarmee zij comparante verklaard had een oprechte en sincere erfuiting te hebben gedaan, waarvoor zij verbindt haar persoon en goederen als na rechte. De genoemde mombers betuigden volkomen vredig te zijn en genoegen te nemen en over zulks de erfuiterse de eed te remitteren. Zonder argelist.
- Dr. A.G. Vriesen, gerichtschrijver, zal op uitdrukkelijk verzoek van de erfuiterse en diens momber voor dezen tekenen en zegelen.
Dus Egbert Peters te Langenholte momber. Het was daar wel allemaal ons kent ons. Veel mensen die door huwelijken met elkaar verbonden waren.
Ook Anna Jacobs enz.
Aaltje Gosens half zus van Willem, Gerrit en Geesje Gosens.
Nog geen gewenste Gosen Gerrits in Langenholte ontdekt. Mogelijk was die daar rond 1705 ook helemaal niet. Wel een Gosen Jans te Langenholte gezien, die als J.M. trouwde in 1692 met de weduwe Fennegien Berends uit Berkum. Ondertr. 19-11-1692. Misschien was hij de vader van Aaltje, Willem, Geesje en Gerrit, maar dat weet ik nog niet want ik heb hun doopdata nog niet.
Van de Gerrit Gosens te Herxen nog geen erfuiting kunnen vinden.
ORA Zwk. boek 620/421 bewerking J. Rientjes:
f420 - 21 jan 1735 - Richter Tomas van Muijden.
Keurnoten Willem Egberts en Gerrit Dijkman.
In het Gericht is verschenen Aaltjen Gosens, weduwe van wijlen Engbert Peters te Langenholte, met Roelof van Stegeren als momber geassisteerd. Zij heeft over haar onmondige zoon Hendrik Engberts, bij haar genoemde eheman in echte geprocreerd, tot mombers verzocht en verkregen Jannes van Stegeren en Egbert Peters. Zij zijn daarop persoonlijk in het Gericht gecompareerd en zij hebben deze momberschap bij handtasting aangenomen.
Waarna zij comparante ter presentie van de genoemde mombers voor de erfuiting aan haar voornoemde zoon voor wijlen zijn vaders goed bewezen ten eerste een kapitale somma van 2000 Caroli gulden ad 20 stuiver het stuk, waarover zij comparante tot securiteit verhypotiseert aan de voorschreven mombers twee morgen hooiland 't Spijk genaamd, in Langenholte naast Willem Peters, nog één morgen dito het Hoge Land genaamd te Genne, naast hopman Ridder, verder 5 scharen weideland in de Markte [marke] van Haarst, alsmede een halve morgen hooiland in Barkum, alle onder dit kerspel van Zwolle gelegen, teneinde in cas van wanbetaling daaraan de voorschreven 2000 gulden kapitaal te verhalen. Verder bewijst de comparante aan genoemde haar zoon een kamp hooiland groot één morgen, gelegen in de boerschap Zalne achter het spijker Selhorst. Al dit voornoemde zal uitgereikt worden, wanneer haar genoemde zoon 20 jaren ten vollen zal hebben bereikt, en ondertussen de opkomsten van het bewezene tegen het onderhoud genoten en geprofiteerd worden door de voorschreven erfuiterse. Tenslotte en ten laatste bewijst zij comparante aan haar voorschreven zoon Hendrik Engberts een grote zilveren kroes, vier zilveren lepels, een mes met een zilveren "hegt", met een testament met zilveren krappen, een gekleurde [koleurde] lakense, een sersie en een zwarte rok, een gekleurd [coleurt] lakens canisaal met zilveren knopen, twee borstrokken met zilveren knopen, 8 stukken doek ieder ongeveer 14 à 15 dubbelde ellen lang, 25 slaaplakens, 34 hemden, 12 paar kussenslopen, 20 servetten, 4 ronde tafellakens, een lang dito, 6 witte neusdoeken, een lege kist van de vader, welke laatstgenoemde "meubile" goederen zo van zilver, linnen en wol, etc. de voorschreven mombers Jannes van Stegeren en Egbert Peters verklaren van de erfuiterse ontvangen te hebben, om deze weer uit te rijken aan hun voorschreven pupil Hendrik Engberts wanneer hij voluit 20 jaren oud zal zijn.
Zij comparante belooft bovendien, dat zij haar meergenoemde zoon tot zijn 20 jaar voluit na staatsgelegenheid in kost en kleren zal onderhouden [verplegen], en hem verder lezen en schrijven laat leren na behoren.
Waarmee zij comparante verklaard had een oprechte en sincere erfuiting te hebben gedaan, waarvoor zij verbindt haar persoon en goederen als na rechte. De genoemde mombers betuigden volkomen vredig te zijn en genoegen te nemen en over zulks de erfuiterse de eed te remitteren. Zonder argelist.
- Dr. A.G. Vriesen, gerichtschrijver, zal op uitdrukkelijk verzoek van de erfuiterse en diens momber voor dezen tekenen en zegelen.
Dus Egbert Peters te Langenholte momber. Het was daar wel allemaal ons kent ons. Veel mensen die door huwelijken met elkaar verbonden waren.
Ook Anna Jacobs enz.
Aaltje Gosens half zus van Willem, Gerrit en Geesje Gosens.
Nog geen gewenste Gosen Gerrits in Langenholte ontdekt. Mogelijk was die daar rond 1705 ook helemaal niet. Wel een Gosen Jans te Langenholte gezien, die als J.M. trouwde in 1692 met de weduwe Fennegien Berends uit Berkum. Ondertr. 19-11-1692. Misschien was hij de vader van Aaltje, Willem, Geesje en Gerrit, maar dat weet ik nog niet want ik heb hun doopdata nog niet.
Van de Gerrit Gosens te Herxen nog geen erfuiting kunnen vinden.
Re: Erf de Hoeve
ria jongman schreef: ↑22 nov 2021, 15:25Is die Sijse niet de zoon van Jacob Sijsen- de huwelijksgetuige van Maria Gerrits in 1732?
- 29-06-1732 Jan Peters j.m. met
Maria Gerrits j.d. beijde Langenholte
S:G: Willem Peters
H:G: Jacob Siesen wedr.
Op de scan scan lees ik overigens:
H:G: Jacob Siesen Wede=
Dus de weduwe van Jacob Siesen.
Hij leefde nog in 1719:
- 01-11-1719 Willem Cornelis j.m. met
Gerritje Gerrits wed. van Hermen Roelofs
S.G. Claes Peters
H.G. de vrouw van Jacob Sijse
De erfuitinge moet getoont worden
Jacob Sijsen Schutte leefde nog 1732, want hij hertrouwde in 1737. En een broer Jacob van zijn vader Sijse Sijsen is mij niet bekend. Dus wie is deze Jacob Siesen? Wiens weduwe getuige is voor Maria Gerrits?
-
- Berichten: 2725
- Lid geworden op: 10 jan 2006, 00:00
Re: Erf de Hoeve
De momberstelling van de Jacob Sijsen Schutte die in 1737 hertrouwt begint met:
"
f567 - 25 mei 1737 - Richter Tomas van Muijden.
Keurnoten Willem Arents van Holten en Lucas Jansen.
In het Gericht is verschenen Jacob Ziesen, weduwnaar van wijlen Aaltjen Claesen. Hij heeft over zijn twee onmondige kinderen (Jan en Aleida Jacobs), bij wijlen zijn voorschreven huisvrouw in echte geprocreerd, tot mombers verzocht en verkregen Ziese Schutte, oom van vaders zijde, en Jan Lamberts, oom van moeders zijde. Zij zijn daarop persoonlijk in het Gericht gecompareerd en zij hebben deze momberschap bij handtasting aangenomen.
Waarna hij comparant ter presentie van de genoemde mombers voor de erfuiting aan ieder van zijn twee kinderen voornoemd voor wijlen hun moeders goed heeft bewezen een kapitale somma van 1200 Caroli gulden enz. "
Hij heeft dus een broer Ziese Schutte. Ziese Siesen Schutte. Ik denk dat deze Jacob Siesen voor Bergklooster woonde. Er werden veel kinderen van hem begraven. Voor maart 1733 ook al een Jan en Aleyda. De Jan en Aleyda die hier werden genoemd zijn mogelijk daarna geboren.
De gezochte Jacob Siesen heb ik nog niet gezien vandaag.
"
f567 - 25 mei 1737 - Richter Tomas van Muijden.
Keurnoten Willem Arents van Holten en Lucas Jansen.
In het Gericht is verschenen Jacob Ziesen, weduwnaar van wijlen Aaltjen Claesen. Hij heeft over zijn twee onmondige kinderen (Jan en Aleida Jacobs), bij wijlen zijn voorschreven huisvrouw in echte geprocreerd, tot mombers verzocht en verkregen Ziese Schutte, oom van vaders zijde, en Jan Lamberts, oom van moeders zijde. Zij zijn daarop persoonlijk in het Gericht gecompareerd en zij hebben deze momberschap bij handtasting aangenomen.
Waarna hij comparant ter presentie van de genoemde mombers voor de erfuiting aan ieder van zijn twee kinderen voornoemd voor wijlen hun moeders goed heeft bewezen een kapitale somma van 1200 Caroli gulden enz. "
Hij heeft dus een broer Ziese Schutte. Ziese Siesen Schutte. Ik denk dat deze Jacob Siesen voor Bergklooster woonde. Er werden veel kinderen van hem begraven. Voor maart 1733 ook al een Jan en Aleyda. De Jan en Aleyda die hier werden genoemd zijn mogelijk daarna geboren.
De gezochte Jacob Siesen heb ik nog niet gezien vandaag.
Re: Erf de Hoeve
Voorlopig hou ik het erop, dat:
En is Roelof niet Arnoldink?
- 07-09-1760 Egbert Jacobs j.m. in Langenholte met
Magteld Jansen j.d. ook aldaar
SG. Sijse Jacobs
HG. de moeder
- 29-11-1726
Egbert
Jacob Gerritze
Gesina Willems
- 09-01-1718
Zijse
Jacob Gerrits
Gesina Willems
- 15-01-1721
Willemina
Jacob Gerritsz
Gesina Willems
- 29-11-1726
- 01-05-1746 Sijse Jacobs j.m. met
Aaltien Herms wed. van Roelof Neuteboom beijde in Langenholte
S.G. Egbert Peters
H.G. de huisvrouw van Willem Schutte
Bruid moet erfuitinge doen. Is vertoont.
- 01-05-1746 Roelof Herms j.m. met
Willemina Jacobs j.d. beijde in Langenholte
Sijn get. Willem Schutte
H. Get. de huisvrouw van Egbert Peters
En is Roelof niet Arnoldink?
-
- Berichten: 2725
- Lid geworden op: 10 jan 2006, 00:00
Re: Erf de Hoeve
Roelof is een Arnoldink en ik weet ook niet zeker of Egbert Peters een Aalvanger is. Daarmee bedoel ik dan eigenlijk: een broer van Jan Peters.
Re: Erf de Hoeve
Jacob Gerrits en Gesina Willems hadden nog een dochter (volgens de GI):
- Bron: Retroacta
Voornaam: Anna
Achternaam: Jacobs
Aangenomen: Ja
Datum: 1704-11-22
Tekst: dochter van Jacob Gerrits en zijn vrouw Gesien Willems. wordt gedoopt
Aannemelijk dat hij deze dopeling (Windesheim) is:ria jongman schreef: ↑20 nov 2021, 10:50Zwolle 17-04-1724 Egbert Peters j.m. te Langenholte met Anna Jacobs te Langenholte j.d.
S:G: Engbert Peters H:G: de mueije
Zwolle 23-07-1725 zoon Peter - Egbert Peters en Annegien Jacobs
Inw. Register 1741 van Langenholte
f193:
A - Huis No. : 10
- Eigenaren der Huizen : Voors.
- Huerluiden en bewoners: Egbert Peeters
en
Annegien Jacobs
- waar van : Aelvanger
- hoe lange gewoont : 17
- hoe veel kinderen : 3
- koswinninge : boerwerk
- Religie : G
- 17 september 1693
Peter Egberts op den Aelvanger in Suijthum
Egbert