Bericht
door ria jongman » 25 mar 2023, 16:07
Ik heb de gegevens over van der Upwich weggehaald. Tegen de tijd dat je er aan toe bent plaats ik ze wel opnieuw.
Het erve Kraaijenschot was geen eigendom van Jannes Leeuwenberg
In 1748 zit hij in Heino als pachter van het erve Vrolijken
En hij zit in 1764 weer als pachter op het erve het Rode huis ook wel Roohuis genoemd gelegen in Berkum.
Heino deel 8
f94 - Heijno, 12 feb 1764 - Wilhelmus van Langen, Verwalter Scholtus van Heijno. Keurnoten Laurens Herms en Albert Roseman.
Verschenen Jannes Crajenschot en diens vrouw Leijda Jansen, marito tutore. Zij verklaren zich in te laten als borgen ten profijte van haar HWGeb. Mevrouw de douariere van Huffel voor de pacht van het erf 't Rode Huis, gelegen in de buurt¬schap Berkum in het scholtambt Zwol, dat Jannes Leeuwenberg gepacht heeft. Zij verklaren daarvoor als onderpand te stellen haar compa¬ranten 2 1/4 morgen hooiland, genaamd het Douler [Douveler] Slag, gelegen in het Lierderbroek onder dit kerspel van Heijno.
NB Het rode huis of ROOHUISis genoteerd onder de Bruggenhoek - zie HFG 1795
Berkum Velthoek HFG 1764
Jannis van Leeuwen [=Leuwenberg] 2
Berkum – Velthoek HFG 1767
Jannes Leuwenberg 2
HEINO DEEL 8
f346 - Actum Wijhe op vergunder aarde, 8 sep 1774 - Joan Bannier JUDr,
Scholtus van Heino.
Keurnoten Willem van den Berg en Hendrik Alberts.
Gecompareerd zijn Willem Crajenschot en zijn vrouw Willemina Hofstee, de man als haar momber, verder Jan Cattenbelt, voor zichzelf en als vader en wettige voogd van zijn 2 minderjarige kinderen uit het huwelijk met wijlen zijn vrouw Janna Crajenschot (met consent en authorisatie voor de verkoop van de HWGeb. Gestr. Heer A.W.B.D. Pallandt, Verwalter Landdrost van Zalland in dato 5 okt 1773 speci¬aal verleend), alsmede diens meerderjarige zoons Hen¬drik en Herman¬nus Cattenbeld, en tenslotte Maria Craijenschot, we¬duwe van Jannes Vrolijken, zowel voor haar zelf en als moeder en wettige voogdesse van haar minderjarige kinderen (ingevolge aut¬ho¬risatie van Burge-meesteren, Schepenen en Raden van de stad Zwolle in dato 6 okt 1773), zij wordt hierbij geassisteerd met haar voor¬noemde broer Willem Crajenschot als haar momber. Zij verklaren te¬samen als kin¬deren, kindskinderen en erfgenamen ab intestato van wijlen hun va¬der en bestevader Jannes Crajenschot publiek op 1 nov 1773 ten overstaan van dit Gericht te hebben verkocht aan Albert Beukeler 3/4 morgen groenland, gemeenschappelijk in een kamp, groot 7 mor¬gen, genaamd het Doulerslag, gelegen onder dit Gericht. Dit inge¬volge de koopvoorwaarden, waarvan de koopsom door de Scholtus voor hen ontvangen en verantwoord wordt. De comparanten doen afstand met de belofte van waring volgens het gewoonterecht van deze provincie.
Verder verklaart Maria Crajenschot, dat haar deel van de overblij¬vende koopsom, betaald mag worden in handen van de administrateurs van de Roomsche Armenkamer van de stad Zwolle.
HEINO DEEL 8 f348 - Actum Wijhe op vergunder aarde, 8 sep 1774 - Joan Bannier JUDr,
Scholtus van Heino.
Keurnoten Willem van den Berg en Hendrik Alberts.
Gecompareerd zijn Willem Crajenschot en zijn vrouw Willemina Hofstee, de man als haar momber, verder Jan Cattenbelt, voor zichzelf en als vader en wettige voogd van zijn 2 minderjarige kinderen uit het huwelijk met wijlen zijn vrouw Janna Crajenschot (met consent en authorisatie voor de verkoop van de HWGeb. Gestr. Heer A.W.B.D. Pallandt, Verwalter Landdrost van Zalland in dato 5 okt 1773), hiervoor speciaal verleend door, alsmede diens meerderjarige zoons Hen¬drik en Hermannus Cattenbeld, en tenslotte Maria Craijenschot, weduwe van Jannes Vrolijken, zowel voor haar zelf en als moeder en wettige voogdesse van haar minderjarige kinderen (ingevolge authorisatie van Burgemeesteren, Schepenen en Raden van de stad Zwolle in dato 6 okt 1773), zij hierbij geassisteerd door haar voornoemde broer Willem Crajenschot als haar momber. Zij verklaren tesamen als kinderen, kindskinderen en erfgenamen ab intestato van wijlen hun vader en bestevader Jannes Crajenschot publiek op 1 nov 1773 ten overstaan van dit Gericht te hebben verkocht aan Lambert Jansen op 't Martens een halve morgen groenland, gemeenschappelijk in een kamp, groot 7 morgen, genaamd het Doulerslag, gelegen onder dit Gericht. Dit ingevolge de koopvorwaarden, waarvan de koopsom door de Scholtus voor hen ontvangen en verantwoord wordt. De comparanten doen afstand met de belofte van waring volgens het gewoonterecht van deze provincie.
Verder verklaart Maria Crajenschot, dat haar deel van de overblij¬vende koopsom, betaald mag worden in handen van de administrateurs van de Roomsch Armenkamer van de stad Zwolle.
HEINO DEEL 8 f348 - Actum Wijhe op vergunder aarde, 8 sep 1774 - Joan Bannier JUDr,
Scholtus van Heino.
Keurnoten Willem van den Berg en Hendrik Alberts.
Gecompareerd zijn Willem Crajenschot en zijn vrouw Willemina Hofstee, de man als haar momber, verder Jan Cattenbelt, voor zichzelf en als vader en wettige voogd van zijn 2 minderjarige kinderen uit het huwelijk met wijlen zijn vrouw Janna Crajenschot (met consent en authorisatie voor de verkoop van de HWGeb. Gestr. Heer A.W.B.D. Pallandt, Verwalter Landdrost van Zalland in dato 5 okt 1773 speci¬aal verleend), alsmede diens meerderjarige zoons Hen¬drik en Herman¬nus Cattenbeld, en tenslotte Maria Craijenschot, weduwe van Jannes Vrolijken, zowel voor haar zelf en als moeder en wettige voogdesse van haar minderjarige kinderen (ingevolge authorisatie van Burgemeesteren, Schepenen en Raden van de stad Zwolle in dato 6 okt 1773), zij wordt hierbij geassisteerd door haar voornoemde broer Willem Crajenschot als haar momber. Zij verklaren tesamen als kinderen, kindskinderen en erfgenamen ab intestato van wijlen hun va¬der en bestevader Jannes Crajenschot publiek op 1 nov 1773 ten overstaan van dit Gericht te hebben verkocht aan Hendrik Jansen van der Kolk één morgen groenland, gemeenschappelijk in een kamp, groot 7 morgen, genaamd het Doulerslag, gelegen onder dit Gericht. Dit in¬ge¬volge de koopvoorwaarden, waarvan de koopsom door de Scholtus voor hen ontvangen en verantwoord wordt. De comparanten doen af¬stand met de belofte van waring volgens het gewoonterecht van deze provincie.
Verder verklaart Maria Crajenschot, dat haar deel van de overblij¬vende koopsom, betaald mag worden in handen van de administrateurs van de Roomsche Armenkamer van de stad Zwolle.
WIJHE deel 16
f317 - 28 sep 1774 - Coram Verw. Scholtus W.A. Dwars.
Keurnoten de Heer Gerhard Bannier en Hendrik Alberts.
Gecompareerd is de Scholtus van Heino Joan Bannier, die zijn rekening overgeeft wegens het ontvangen geld voor 3 verkochte porties groenland, dit voor de kinderen en kindskinderen, als erfgenamen, van wijlen Jannes Craijenschot, alsmede voor de uitgaven voor hen gedaan.
Memorie: 1 september 1773 met toestemming van de Verwalter Landdrost van Zalland de Heer A.W.B.D. Palland in dato 5 oktober 1773 op rekwest van Jan Cattenbeld voor zijn onmondige kinderen, alsmede van de Hr. Vonder, Magistraat van de stad Zwolle, door Maria Craijenschot, weduwe Leeuwenberg of Vrolijken, voor haar zelf en als moeder en wettige voogdesse van haar minderjarige kinderen in dato 6 oktober 1773. De verkochte goederen, gelegen te Heino, zijn:
- 1 3/4 morgen in een kamp, 't Donderslag geheten, aangekocht door Albert Beukelaar voor f1055 - -,
- een halve morgen in het voornoemde land, aangekocht door Lambert Martens voor f290 - -,
- één morgen, gelegen in de Groene Boerdijk, aangekocht door Hend. van der Kolk voor f645 - -.
Verminderd met het "hogegeld" wordt dit f1960 4 -, zoals dit 20 september 1774 door de Scholtus is ontvangen. Betaald is o.a. aan Juffr. Muntz f340 16 12, aan Barteld Duevelshuis f126 - -, aan Gerrit Meijerink, knegt, f157 - -, aan Gerrit Nienhuijs f62 - -, aan Lambert Martens f103 - -, en voor verponding, etc. f32 11 8. Het totaal is f862 14 4.
Over blijft f1097 9 8.
Het deel, dat Maria Craijenschot toekomt, zal genoten worden door de administrateurs van de Roomsch Catholicque Armencamer te Zwolle.
Willem Vrijhof, Jan Cattenbeld en zijn kinderen, en Maria Craijenschot, weduwe Vrolijken, en haar kinderen, krijgen elk 1/3 deel, zijnde f365 16 8.
24 sep 1774 - Te Wijhe op vergunder aarde - Overgave der betaalde schulden.
Gecompareerd zijn de Heer Franciscus Hofhuis en Hendr. Jan Kistemaker, als administrateurs van R. Cath. Armencamer van de stad Zwolle. Zij verklaren te hebben ontvangen van de weduwe van Jannes Vrolijken f274 7 6. Tevens hebben Willem Vrijhof en Jan Kattenbelt elk hun 1/3 deel ontvangen.
Laatst gewijzigd door
ria jongman op 25 mar 2023, 19:21, 1 keer totaal gewijzigd.