albert hendriks jonker
Geplaatst: 27 sep 2020, 17:43
door ria van bessen
Op het forum is Albert Hendriks Jonker uit Mastenbroek al eens behandeld.
Ik bedoel dus deze.
Op attestatie van 't Camper-Eiland dato 6 April ten Huwelijk geproclameert
Albert Hendriks Jonker, wednr. van Mastebroek, met
Lubbigjen Jans Vos J.D. van 't Camper-Eiland.
iii maal.
Den 27sten April attestatie gegeven naar Campereiland om aldaar te kunnen trouwen
03 11 1771 - Aaltjen, dogter van Albert Hendriks en Gerrigje Peters op
de O.W.
25 02 1776 / 13 03 1776 - Peter - Albert Hendriks en Gerrigjen
Pe¬ters, O.W. Getuige Dievertje Jans, N. Wet.
trb Mastenbroek 1781 Op attestatie van 't Camper-Eiland dato 6 April ten Huwelijk geproclameert
Albert Hendriks Jonker, wednr. van Mastebroek, met
Lubbigjen Jans Vos J.D. van 't Camper-Eiland.
iii maal.
Den 27sten April attestatie gegeven naar Campereiland om aldaar te kun¬nen trou¬wen.
IJsselmuiden f175 - 2 apr 1781 - Richter E.J. van Slangenburgh.
Keurnoten Hendrik Gerritz en Egbert Jacobs.
Het Gericht heeft over de minderjarige kinderen (Aaltjen en Peter Albertz) van Albert Hendriks, bij wijlen zijn huisvrouw Gerrigjen Jacobs [volgens het doopboek Mastenbroek is dit PETERS] verwekt, tot voogden aangesteld Evert Peters en Jan Hendriks, de eerste woont aan de Zeedijk onder Aschit en Watersteijn, de tweede woont onder Zwoller Carspel [Zwollercarspel], zijnde ooms van vaders en moeders zijde. Zij zijn in het Gericht verschenen en nemen deze voogdijschap aan.
Verschenen is Albert Hendriks, die verklaart te gaan hertrouwen en een tweede huwelijk aan te gaan met Lubbegjen Jans Vos. De vader bewijst aan zijn kinderen de helft van 1 1/4 morgen land op de Oostermaete, en de helft van 2 1/4 morgen land in Mastenbroek, in Lammegjeshuis, alsmede 700 gulden, en de kleren, het zilver en het goud, die tot de lijfdracht van de moeder hebben behoord. Al deze bewezen goederen zullen erven en versterven van het ene kind op het andere, maar de opkomsten zullen tot de kinderen meerderjarig zijn geworden, genoten worden door de vader. Verder bewijst de vader aan het meisje nog een bed met toebehoren en aan de zoon een "veerte beest" of 40 gulden. De voogden, die verklaren de boedel nauwkeurig te hebben nagegaan, en het Gericht zijn vergenoegd en tevreden
Mijn vraag is deze.
kan het kloppen dat zijn zoon Peter de onderstaande is ?
1799-03-28 - Volgens attest van den Scholtus van Zwollercarspel Nijland zijn op den 28 Maart 1799 aldaar in ondertrouw opgenoomen Peter Alberts, j.m. in Mastebroek onder IJsselmuijden, en Fennigje Fredriks, j.d. in Mastebroek onder het Schoutampt van Zwolle - [verder leeg] - Copie ondertr./tr. Gericht Zwolle, RBSO 804, f181/182.
1799-03-28 - Peter Alberts, j.m. in Mastebroek onder Isselmuiden, R.C., en Fennigje Freriks, j.d. onder Mastebroek, schoutat. Zwol., R.C. - getrouwd 21 April 1799 door Jan v.d. Meijer, R.C. Pastoor - getuigen Albert Hendriks bruedegoms vader, en Frerik van de Vegte bruids vader - Ondertr./tr. Gericht Zwollerkerspel, RBSO 823, f34/35.
RK Hoornsteeg
1799 Aprilis 21 - Petrum Albers et Phennigje Freriks.
Test. Euphemia Strabbe et Alijda Kaspels.
uit dit huwelijk
RK Hoornsteeg
2 Februarii 1800 - Aleida. Par. Peter Albers Jonker, et Phenneke Frerix van de Vegt. Patr. Hendrina Cornelis.
11 Decembris 1801 - Harmina. Par. Peter albers, et Phenneke Freriks. Patr. Maria Freriks
27 Martii 1805 - Getruidis. Par. Peter Albers, et Phenne Freriks. Patr. Zwaantje Gerrits.
5 Junii 1807- Joanna. Par. Peter Albers, et Euphemia Freriks. Patr. Frerik Jans.
26 nov. 1809 Phenne Peter Albers X Euph. Freriks Hen.Cornelisse
RC 1811 Jonker Peters Albers landbouwer 28 feb.1776 woont in IJsselmuijden
Re: albert hendriks jonker
Geplaatst: 28 sep 2020, 16:39
door Egbert_
Ik kan het niet helemaal volgen. Er is dus twijfel of Peter Jonker (x Fennigje van der Vegte) wel de zoon is van Albert Hendriks (Jonker) en Gerrigjen Peters ?
Ik heb het forum doorzocht op Jonker, maar er is veel verspreide/versnipperde informatie. De zoektocht
Familie Jonkers Mastenbroek -Zalk
betrof een andere tak, de nakomelingen van Warner Jans x Mechtelt Hendrix. Vandaar mijn vraag naar de afkomst van Albert Hendriks Jonker.
- geboortedatum Peter Alberts Jonker, volgens doopboek 25-02-1776, volgens Reg.Civ. 28 feb.1776
- getuige bij ondertrouw 1799 (Zwollerkerspel) is vader Albert Hendriks, Albert Hendriks Jonker (in 't Veld) is volgens begraafboek in 1805 overleden
begraafboek Mastenbroek, graf 91:
- 1779 den 21 Meij begraven Gargje Peters vrouw van Albert in 't Veld
- dub. gegraven
- 1805 den 1 Oct. begraven Albert Hendriks uit Veld
De doopgetuigen in de rk Hoornsteeg zijn alle verwanten van moeder Fenne. (doopgetuige Hendrina Cornelis = Hendrina Cornelis Ketelaar derde vrouw van Frerik Jans van de Vegte, doopgetuige Zwaantje Gerrits = Zwaantje Habers x Gerrit Freriks van der Vegte)
In IJsselmuiden zijn nog drie geboorte-inschrijvingen:
Albertus,
Fennigjen en een
levenloos geboren dochter. Voor de geboorte van Fennigje was haar oudere zus Fennigje al
overleden op driejarige leeftijd.
Dochter van Albert Hendriks Jonker, Aaltje (ged 03-11-1771 te Mastenbroek,
ovl 25-09-1856) was getrouwd met Cornelis Jans Prins. Vijf doopinschrijvingen te Mastenbroek, maar doopgetuigen Aaltjen Jochems (Zeedijk), Geesjen Jans, Klaasje Alberts (Hasselerdijk) kan ik nog niet plaatsen.
Ondanks hier en daar fouten in aktes, kan ik er niets anders van maken, dan dat Peter Alberts Jonker x Fennigje van der Vegte echt de zoon is van Albert Hendriks Jonker x Gerrigjen Peters. En hij dus van NG huize is, maar RK is geworden.
Re: albert hendriks jonker
Geplaatst: 28 sep 2020, 18:27
door ria van bessen
Ja die gegevens bedoelde ik.
Gecompareert Geertijen Claesen weduwe wijlen Beerent Greve, geassisteert met Berent Demmers als haar momber, bekende voor haar en haar erfgen: aen Egbert Joncker en Aaltijn Lubberts eheluijden en ergen: verkocht, en getransporteert te hebben, haar 2 morgen land gelegen in desen Scholtambt, Willem Jans ter eenre en het st. Geertruiden Gasthuis tot Campen ter andere zijde
(bron index op Gericht Genemuiden Inv. No. 3318 / Schoutambt Genemuiden, blz. 652, 12 augustus 1703)
Egbert Hendriks Jonker (ovl. voor 1705) (x Aaltijn Lubbers
IVf. Gerrit Rietberg, overl. tussen 23 juli 1718 en 24 dec. 1720, tr.
Merrigien Harms, overl. voor 27 april 1726 (278); zij tr. 2e 1720/21
Hendrik Egberts, [weduwnaar van Lummigjen Roelofs] keurnoot te IJsselmuiden 1717, won. aan de Oude We¬tering overl. 1748/51 (289).
Genemuiden fol 75vo-76 invnr 3318 dd 11-12-1720
Hend. Egberts Jonker vergezeld met Harmen Roelofs tevens oom en Aart Lambers als mombaren over zijn dochter Geertien Hendricks uit het huwelijk met Lubbegien Roelofs. Hij wil hertrouwen. Erfuiting aan de dochter haar moeders erfdeel van [plus] een stuk land.
Kantlijn – Geertien Hendricks en Harmen Gerrits ehel. verklaren van bovenstaande te zijn voldaan dd 15 juni 1730
Waarom er zoveel haakje tussen de lettergrepen staan is me niet duidelijk. Dat heb ik niet in de tekst.
Toen Gerrits weduwe Merrigien Harms in 1720 hertrouwde, bewees zij haar kinderen Hermen en Lamme Gerrits Rietberg samen 4 morgen, Hoffieslant genaamd, in het Hasseler Slag aan de Bisweteringe, 2 morgen, Smalland, in het IJsselmuider Slag aan de Oude Weteringe, 4 morgen, Klaer Water genaamd, gelegen aan de Rijkssteeg in Lammigies Slag, 2 morgen, Rigterslant, gelegen in Marsellie Slag, en 1500 gulden. Jacob van der Werff en Hendrik Rietberg werden tot voogden benoemd . Deze Hendrik Rietberg was de halfbroer van Gerrit Rietberg
Toen Merrigien's tweede man Hendrik Egberts in 1726 hertrouwde, was haar zoon Lambert al overleden. Zijn broer Hermen overleed in 1734. Diens nagelaten goederen: 4 morgen weiland in Mastenbroek in 't Hasselaarslag, 2 morgen in het IJsselmuiderslag, 4 morgen in Lammegies Huis, en 2 morgen aan Marsellislag, een obligatie van 700 carolusgulden, goud, zilver en linnen, vererfden op zijn halfbroer Egbert Hendriks
f108 In het Gericht van IJsselmuijden binnen Campen op vergunder
aarde, 24 dec 1720 Coram Richter Joan ter Welberg JUDr, Scholtes van IJsselmuijden.
Keurnoten Christiaan Stromberg en Hendrik Olden¬hoff.
Verschenen is Merrigien Harms, weduwe van Gerrit Rietberg; zij wil hertrouwen. Zij bewijst aan haar 2 onmondige kinderen (Hermen Ger¬rits en Lamme Gerrits Rietberg) tesamen 4 morgen Hoffieslant ge¬naamd, gelegen in het Hasseler Slag aan de Bisweterin¬ge, 2 morgen Smallandt in het IJssel¬muijdener Slag aan de Oude Wete¬ringe, 4 mor¬gen Klaer Water genaamd, gelegen aan de Riekssteege in Lammigies Slag, 2 morgen Rigterslant, gelegen in Marsellie Slagh, en verder nog onder hen beiden 1500 gulden, welke onder de moeder berusten. Zij belooft het voornoemde bewijs aan de kinderen te zullen geven als deze hun mondige jaren hebben bereikt of eerder als zij gaan trouwen. Verder krijgen zij ieder een kist, het zilver, wol, linnen en goud, die tot va¬ders lijfdracht behoor¬d hebben. Zij belooft haar kinderen te laten kleden en hen te onderhouden, en hen te laten le¬ren lezen en schrijven tot zij gaan trouwen of als zij hun mondige jaren bereikt hebben.
Tot mombers worden benoemd Jacob van der Werff en Hendrik Rietberg. Zij bedanken de moeder voor haar bewijs. Zij nemen de momberschap met handtasting aan.
**
HFG 1723 Olde Wetering
Hendrik Egberts en Mergien | drie kinders en de |
Herms Eheluijden en Gerrit | meijt Teuntien on- | -.-
Wolters twee a 23 jaer. | der de 17 jaeren
f175 In het Gericht van IJsselmuijden binnen Campen op vergunder
aar¬de, 27 apr 1726 Joan ter Welberg JUDr, Scholtes van IJssel-muijd¬en.
Keurnoten Jacob Alberts en Bastiaen Vlek.
Gecompareerd is Hendrik Engberts [= Jonker RvB], weduwnaar van Merrigien Herrems [Herm¬sen]; hij gaat hertrouwen. Aan zijn onmondig kind Egbert, bij wijlen Merrigien Hermsen in echte verwekt, be¬wijst hij 2 morgen land op de Oostermate en voor de kleren van de moeder 39 gulden, alsmede het linnen, die tot de lijfdracht van de moeder hebben be¬hoord, bestaande uit 10 trekmutsen, 5 witte ondermutsen, 10 neus¬doeken, 8 ondersteeën [understen], 3 witte gestikte krop¬lap¬pen, een wit linnen onder de hemdrok met gestikte mouwen, 6 blauwe schortel¬doeken, 16 hemden, een bijdracht met drie zilveren kettin¬gen [ke¬tens], een zilveren koker, een boek met zilveren be¬slag en met een zilveren ketting, een paar gouden stiften, 2 gouden ringen, zijnde de een plat en de andere met een grove steen, 2 zil¬veren stiften aan een gouden speld, 2 zilveren gespen [gaspels] en 2 paar zilve¬ren haken en ogen, alsmede nog 6 beddelakens.
Indien de mom¬bers van het kind Hermen Ger¬rits Rietberg nog eni¬ge pre¬tensies moch¬ten heb¬ben voor het versterf van zijn halve broer Lam¬mert Hen¬driks, dan zullen de vader Hen¬drik Engberts en diens zoon Eng¬bert Hen¬driks hiervan gelijkelijk hun porties dragen. Het kind Egbert Hendriks heeft de halfscheid van zijn portie van wij¬len Lambert Hen¬driks genoten en heeft daarop niets te ¬pre¬ten-de¬ren; dit is mede onder dit bewijs inbegrepen.
De vader belooft zijn kind Egbert Hendriks behoor¬lijk te kleden, te laten leren lezen en schrij¬ven, en te onderhouden tot hij zijn mon¬dige jaren bereikt heeft of tot hij gaat trouwen; dan zullen de bewezen goederen aan hem uitgereikt worden. Het geld en de andere voornoemde goederen berusten bij de vader Hendrik Engberts.
Tot mombers zijn aangesteld Jacob van der Werff, wonende te Zwolle, oom van genoemde pupil, en Her¬men Lubbers. Zij zullen volgens het Landrecht van hun administratie bewijs geven. Zij nemen de momber¬schap met handtasting aan.
Zwolle erfuitingen f545-f546 dd.24-11-1734
Momberen over 't nagelaten kind van Arentjen Egberts: Jacob van den Werf en Otto van Ommen.
Erschenen Marten van Ommen en heeft aan zijn kind Egberdina van Ommen voor moeders goed bewezen 1000 car.gl., een gouden keten van twee dik, een gouden ring met een steen, een paar gouden bellen, een zilveren beker en 2 zilveren lepels, een bijbeltje met 2 zilveren krappen, 12 kraplappen, 2 paar witte handschoenen, 24 vrouwen hembden, 16 straken, 9 borijmen, 13 toifmutsen, 14 platte mutsen, 6 ondermutsen, 5 paar borstmouwen, 6 servetten, 2 witte kapjes, 7 zakdoeken, 30 neteldoekse neusdoeken, cis tot een rok cintuirjen met een zilveren gespel, alles uit te keren als hetzelve meerderjarig of eerder getrouwd zal zijn, belovende haar ondertussen in kost en klederen te onderhouden en een ordentelijk handwerk te laten leren na staats gelegenheid.
Actum coram Schepen W. Greven.
f99 IJsselmuiden, 18 jan 1735 Coram Richter W. v. Marle, Scholtis.
Keurnoten Willem Bonthuis en Niclaas Pragle.
Gecompareerd zijn Hend. Rietberg en Jacob van der Werf, in hun kwa¬liteit als mom¬bers over Hermen Gerritsen Rietberg, die overleden is in 1734. Erfge¬naam is zijn hal¬ve broer Egbert Hen-driks. Zij hebben re¬kening, bewijs en reliqua gedaan van hun admi¬nistratie van de ontvangsten en uitgaven aan Hendrik Egbers als vader van Egbert Hendrik(s) en Timen Kok als momber.
Bevonden is bij de gedane rekening, dat meer was ontvangen als uit¬gegeven 200 Caroli gulden, waaronder mede begrepen zijn de 118 Ca¬roli gulden interest, zoals die door Hend. Rietberg in zijn voor¬noemde kwaliteit op interest was gegeven aan Hend. Liefers op 17 jan 1728; het genoemde kapitaal en de rente blijft ten voordele van Hend. Rietberg, zoals dit eerder door Hend. Liefers aan de mombers van Egbert Hendriks werd gedaan; de voornoemde 200 gulden zullen door Hend. Rietberg op aanstaande donderdag 21 jan 1735 aan de mom¬ber Timen Kok voldaan worden.
Waarop gecompareerd zijn Hendrik Egbers, als vader van Egbert Hen¬driks, en Timen Kok, als momber. Zij bedanken Hend. Rietberg en Jacob van der Werf, als gewezen mombers van Hermen Gerrits Rietberg. Zij mombers geven het geld, de obligaties en de goederen, die onder hen berustten, over.
Onder de akte geschreven: De momberstelling is gedaan op 23 sep 1737.
f31 - IJsselmuiden, 17 mei 1748 - Schout P.J. Roldanus JUDr.
Keurnoten Frans van den Beld en ... [niet vermeld].
Gecompareerd zijn Timen Kok en Lubbert Herms, als voogden van het onmondige kind (Egbert Hendrix). In aanwezigheid van de vader Hendrik Egberts geven zij rekening en bewijs, gedaan sinds 3 juni 1739. De inkomsten waren f1441 5 15, de uitgaven f1277 3 12. Het meerder ontvangen was f164 2 3.
f32 - IJsselmuiden, 23 mei 1748 - Schout P.J. Roldanus JUDr.
Keurnoten Frans van den Belt en Claas van Duuren.
Gecompareerd is Egbert Hendrix [=Jonker]. Hij verklaart in aanwezigheid van zijn vader Hendrik Egberts, de rekening van zijn voogden Timen Kok en Lubbert Herms te hebben geëxamineerd en nagezien; hij is vergenoegd en bedankt de voogden voor de gedane moeite en administratie.
f135 In het Gericht tot Isselmuiden, 23 sep 1737 Jan van der
Merwe¬de, Scholtis van IJsselmuiden.
Keurnoten Willem Speldewinde en Willem Huijsman.
Gecompareerd is Hendrik Egberts, als vader van zijn onmondige zoon Eg¬bert Hendriks. Tot mom¬ber (Inge¬volge resolutie van de HoogWelGeb. Gestr. Heer Landdrost van IJssel¬muiden) wordt naast Jacob van der Werff en Timen Kock, aangesteld Lubbert Herms; dit om naast Timen Kock de ad¬ministra¬tie van ontvangsten en uitgaven te doen en elkaar met raad en daad behulpzaam te zijn. Jacob van de Werff wordt tot toezien¬de mom¬ber aangesteld, dit omdat hij buiten dit schoutambt en in het gast¬huis van Zwoll [Zwolle] woont.
Gecompareerd is in het Gericht Lubbert Herms, die met handtasting de momberschap aanneemt, dit volgens de momberschapsakte in dato 27 apr 1726 voor dit Gericht opgericht.
NG Mastenbroek
25 01 1727 - Peter, zoon van Hendrik Egbers & Aaltje Peters
07 01 1731 - Albert, zoon van Hendrik Egberts & Aaltje Peters, zijnde Roomsch.
26 12 1732 - Jan, zoon van Hendrik Egberts en Aaltje Peters
18 04 1734 - Engeltje, dogter van Hendrik Egberts en Aaltje Peters,
zijnde Roomsch.
07 10 1736 - Aaltjen, dogter van Hendrik Egberts en Aaltje Peters,
zijn¬de Roomsch
28 09 1738 - Jan, zoon van Hendrik Egberts en Aaltje Peters, zijnde
Roomsch.
Oude Wetering 1748 VOT Ijsselmuiden
[130] 5 - Hendrick Eghtberts en vrouw met drie soons, Peter en Albert, boven de dertien jaar, en Jan Hendrick.
Ijsselmuiden
f54 - IJsselmuijden, 3 mei 1754 - Richter Dr. R. Veen.
Keurnoten Scholtus Slangenburgh en Pieter Flaman.
Het Gericht heeft over de 2 onmondige kinderen (Albert en Jan Hendrix) van Aeltien Peters, bij Hendrik Egbers in echte verwekt, tot voogden aangesteld Jan Peters en Albert Louws. Zij nemen de genoemde voogdijschap met handtasting aan.
f54 - Eodem die et judicio.
Verschenen is Aeltien Peters, weduwe van Hendrik Egbers, gesterkt door haar meerderjarige zoon Peter Hendrix. Zij gaat hertrouwen met Jannis Jans. Met de voogden van haar onmondige kinderen en met haar meerderjarige zoon Peter heeft zij geconvenieerd. Zij bewijst voor het vaders goed aan haar 3 kinderen 9 lakens, 11 paar kussenslopen, 10 hemden, 8 stuks servetgoed, 6 zilveren lepels, en verder nog 2 1/2 morgen land, gelegen in het IJsselmuijder Slag, waarvan de kinderen wel direkt de vruchten zullen trekken, maar de moeder behoudt het genot van het houtgewas tot de meerderjarigheid van het jongste kind, die ook als het land verkocht wordt uit de koopsom zal krijgen 50 gulden eens.
De mede verschenen meerderjarige zoon Peter Hendrix en de voogden van de minderjarige verklaren verzoeken approbatie aan het Gericht; deze wordt gegeven.
- Peter Hendriks Jonker
- Albert Hendriks Jonker
- Jan Hendriks Jonker
f76 - 8 mei 1759 - Richter Dr. R. Veen.
Keurnoten Jannes van der Wals en Jan Ludink.
Het Gericht heeft tot voogden over de 4 onmondige kinderen (Jan, Dirkien, Marrigjen en Peter Gerrits) van Wubbegien Jacobs, bij Gerrit Jans in echte verwekt, aangesteld Albert Hendrix en Lubbert Everts
f88 - 28 jan 1763 - In fidem R. Veen, Scholtus.
Keurnoten [geen].
Egbert Hendrix en Lubbert Evers, de bij de akte van 8 mei 1759 aangestelde voogden over de 3 nog minderjarige kinderen van Wubbegien Jacobs, bij Gerrit Jans verwekt. Alhier in dit Gericht wordt overlegd de somma van 243 gulden. Dit is overgebleven, na aftrek van kosten van de approbatie en na aftrek van hetgeen nodig was om kleren te kopen voor Peter Gerrits, van de erfenis van Dirk Jans volgens de gerichtelijke maagscheiding van 14 jan 1763.
Kantlijn:
- 2 mei 1763 gelicht het geld voor Peter Gerrits.
- 7 mei 1770 is het resterende geld van Peter Gerrits gelicht -
zie het vermelde op f127.- 1/3 deel (81 gulden) is voor Dirkien Gerrits gelicht; dit
volgens de akte hierna [op 2 mei 1763].
- op 18 jan 1765 is door Egbart Hendriks 6 gulden gelicht, dit
volgens het getekende, gegeven aan de momber.
- 28 juli 1766 is nog door Egbart Hendriks gelicht 8 gulden.
- 17 feb 1766 is 81 gulden gelicht door Marrigien Gerrits - zie
het vermelde op f111.
f89 - 2 mei 1763 - Richter R. Veen JUDr.
Keurnoten Noldus Jans en Warner Berens.
Verschenen is Dirkien Gerrits, geassisteerd door Jan Brunier als haar momber. Zij verklaart uit handen van haar voogden 1/3 deel van 243 gulden te hebben ontvangen; dit zoals haar volgens de akte van 28 jan 1763 toekwam. Zij bedankt de voogden. Vanwege haar meerderjarigheid is zij van de voogdij van haar voogden ontslagen.
Egbert niet teruggevonden in de VOT 1748
Zwollerkerspel
f80 - 11 apr 1750 - Richter Tomas van Muijden.
Keurnoten Derk Herms en Henrik Evers.
In het Gericht is verschenen Egbert Henriks. Hij verklaart om een wel¬voldane somma van penningen te hebben gecedeerd en getranspor¬teerd, zulks doende bij dezen, aan Jan Jansen Rijsebos, zijn vrouw [niet genoemd] en hun erfgenamen vier morgen hooiland in [het] Lam¬migjes Slag, Timen Kok ten oosten en Willem Jansen ten westen "aan¬beland", in Maste¬broek onder dit kerspel van Zwolle gelegen, en zulks met het recht en de gerechtigheid, raad en onraad, vanouds daartoe behorende.
- Dr. A.G. Vriesen, gerichtschrijver, zal op uitdrukkelijk verzoek van de comparanten voor dezen tekenen en zegelen.
lidmaatboek Mastenbroek
Bisschopswetering en ’s Heerenbroek
20 mrt 1753
Egbert Hendriks filius Hend. Jonker
x Hilligjen Harms filia Harmen Roelofs – zij obut 12-10-1754
Den 18 meert 1753 Egbert Hendriks j.m. met Hillegien Harms j.d. beide aan de Zeedijk.
Geen Voogdij in Ijsselmuiden of Zwollerkerspel
Ng Mastenbroek
Den 21 Febr. 1755 ten Houwelijk opgetekent
voor de iiide maal
Egbert Hendriks, wedwnr., met
Claasje Gerrits J.D., beijde in Masteb.
Den 16 Maart alhier in den Houwelijken Staat bevestigt
GEEN Voogdij in Ijsselmuiden of Zwollerkerspel
NG Mastenbroek
Den 13 Jann. 1758 op attest. van Wilsem ten Houwelijk geproclameert
voor de iiide maal
Egbert Hendriks Jonker, wedwnr. te Mastebroek, met
Beerentje Jans Schierholt J.D. onder Wilsem.
Den 5 Febr. na vertoonde attest. van Wilsem alhier in den Houwel. Staat bevestigt.
NG trb Mastenbroek
1764 - voor de iiide maal
Word mits desen de gemeente bekent gemaakt, dat alhier door de Kerken R. verkooren zijn tot Ouderling Egbert Hendriks Jonker op de Bisschops-We¬teringe, in plaats van den afgaanden Ouderling Engbert Arents
Ijsselmuiden
f140 - 12 dec 1772 - Richter R. Veen JUDr.
Keurnoten Caspar Warnars en Cornelis van der Vogt.
Het Gericht heeft over de 7 onmondige kinderen (Jan, Marrigjen, Harmpjen, Hendrik, Harm, Geertien en Claes Egberts) van Berentjen Jans, bij haar overleden man Egbert Hendrix in echte verwekt, tot voogden aangesteld Albert Hendrix en Luloff Jans, beiden ooms van de kinderen. Zij nemen deze momberschap met handtasting aan.
Den 18 Decemb.1772 ten Huwelijk opgetekent en vervolgens geproclameert
voor de iii maal
Albert Jans J.M. van Mastebroek, met
Berentje Jans, weduwe van de Scheere, in Mastebroek wonende.
Na vertoonde blijk van erfuijtinge in den Huwelijken Staat bevestigt den 10 Jan.
= Berentje Jans Schierholt en Albert Jans Riesebos
NG Mastenbroek
Op attestatie van 't Camper-Eiland dato 6 April 1781 ten Huwelijk geprocla¬meert
Albert Hendriks Jonker, wednr. van Mastebroek, met
Lubbigjen Jans Vos J.D. van 't Camper-Eiland.
iii maal.
Den 27sten April attestatie gegeven naar Campereiland om aldaar te kun¬nen trou¬wen.
schoutampt Genemuiden 0051 deel 7 [foto 0161 GI]
dd 27-01-1780
Albert Jans Riesebos wedr Berentje Jans [zij eerder gehuwd met Egbert Jonker]en de voogden Albert Hendriks en Lulof Jans verkopen aan de diaconie van Ijsselmuiden 2 m hoogland opde Oostermate
f175 - 2 apr 1781 - Richter E.J. van Slangenburgh.
Keurnoten Hendrik Gerritz en Egbert Jacobs.
Het Gericht heeft over de minderjarige kinderen (Aaltjen en Peter Albertz) van Albert Hendriks, bij wijlen zijn huisvrouw Gerrigjen Jacobs = PETERS verwekt, tot voogden aangesteld Evert Peters en Jan Hendriks, de eerste woont aan de Zeedijk onder Aschit en Watersteijn, de tweede woont onder Zwoller Carspel [Zwollercarspel], zijnde ooms van vaders en moeders zijde. Zij zijn in het Gericht verschenen en nemen deze voogdijschap aan.
Verschenen is Albert Hendriks, die verklaart te gaan hertrouwen en een tweede huwelijk aan te gaan met Lubbegjen Jans Vos. De vader bewijst aan zijn kinderen de helft van 1 1/4 morgen land op de Oostermaete, en de helft van 2 1/4 morgen land in Mastenbroek, in Lammegjeshuis, alsmede 700 gulden, en de kleren, het zilver en het goud, die tot de lijfdracht van de moeder hebben behoord. Al deze bewezen goederen zullen erven en versterven van het ene kind op het andere, maar de opkomsten zullen tot de kinderen meerderjarig zijn geworden, genoten worden door de vader. Verder bewijst de vader aan het meisje nog een bed met toebehoren en aan de zoon een "veerte beest" of 40 gulden. De voogden, die verklaren de boedel nauwkeurig te hebben nagegaan, en het Gericht zijn vergenoegd en tevreden.
f179 - 27 aug 1781 - Vw. Richter E.J. van Slangenburgh Pr.
Keurnoten de WelEd. E.B. van Campen en G.W. Klock.
Doordat E. Evert Petertz overleden is, wordt door het Gericht in diens plaats tot voogd over de minderjarige kinderen (Aaltjen en Peter Alberts) van Albert Hendriks, bij wijlen diens huisvrouw Gerrigjen Peters in echte verwekt, benoemd (dit naast Jan Hendriks) de E. Willem Lubbertz. Hij is in het Gericht verschenen en neemt deze voogdijschap met handtasting aan