Stijntje Willems x 1) 1720 Hendrik Remmels van Berkum 2) 1737 Gerrit Peters

[Egbert_]

Hermen Lieffers, de man van Evertjen Willems is [volgens mij] de zoon van Lieffer Assies.

Dan hoort hierbij:

• Voornaam: Lefert
  Achternaam: Esiens
  Datum: 1627-03-26
  Tekst: en zijn vrouw Lubbe Gerrits laten hun zoon Hermen dopen
  Toegangsnummer: 0709 Doop-, trouw- en begraafboeken (dtb, retroacta van de burgerlijke stand) in Zwolle en Zwollerkerspel
  Inventarisnummer: 697

En is hij een ander dan de Hermen Lijffers met een zoon Jan:

Is die Jan Herms uit Berkum soms deze?

Hermen
Achternaam:
Lijffers
Aangenomen:
Nee
Datum:
1645-11-09
Tekst:
en zijn vrouw Gertruit Hendricks laten hun zoon Jan dopen

Want dit echpaar trouwde als in 1643:

• 25-04-1643 Hermen Loefinck [Lueffinck] Derck Loefinck [Lueffincks] N.S. van Nijenhuijs,
  ende
  Geertruijt Henrijcks Henrijck Hoghe [Hoger] dochter buijten de vis-poorte

Zou hij zestien zijn geweest, en bovendien een andere vader dan Leeffert Asiens vermeld bij de trouwinschrijving.

[Herman van der Bent]

Deze zoektocht heeft heel veel informatie opgeleverd. Het is duidelijk hoe het met Stijntje Willems eindigt, het is duidelijk wie haar tweede man Gerrit Peters is en wie zijn ouders zijn, en van haar eerste man Hendrik Remmelt van Berkum hebben we ook veel informatie naar boven gekregen. Het is nog niet helemaal duidelijk waarom Stijntje en Hendrik naar Zwartsluis gaan, en waarom ze eindigen in Vollenhove, maar ik verwacht dat dat gekoppeld is aan de van Haersoltes. Het is in ieder geval duidelijk dat beide mannen van Stijntje Willems lokaal uit de omgeving komen.

Ik worstel nog wel met een vraag die hier dicht tegenaan ligt, namelijk de voogd Egbert Jansen uit de volgende akte:

• 1738-11-09 Gijsbert Hendriks j.m. in Berkum met Aagte Arents weduwe van Asjen Willems te Haarst S:G Remmelt Seine HG: de huisvrouw van Willem Teune [=Magteld Peters]
• 1738-11-08 In het Gericht is verschenen Aegt Arents, weduwe van Assjen Willems te Haarst, met Gijsbert Hendriks als momber geassisteerd. Zij heeft over haar vier onmondige kinderen (Annegjen, Willem, Arent en Gerrit Assjes), alle bij haar voorschreven eheman in echte verwekt, tot mombers verzocht en verkregen Jan Berents in Streukel, aangehuwde neef van de kinderen, alsmede Egbert Jansen te Haarst.

Wat opvalt is dat Egbert Jansen voogd wordt. Jan Berents is van moederszijde, maar waarom geen familie van vaderszijde als die er wel is?

• 1737-03-30 Stientje Willems weduwe van Hendrik Barcum, wonende te Zwartsluijs, gaat in ondertrouw met Gerrit Peters j.m., wonende te Haarst (huwelijk 20-04-1737 te Zwartsluijs)
• 1737-04-25 Hoogschoutambt Hasselt. Hasselterkerspel invnr 3130 - Hasselt, Trijntien Willems, weduwe van Hendrik van Berkum, gaat hertrouwen met Gerrit Peters, en over haar twee onmundige kinderen, met namen Hendrikje en Annegien van Berkum, worden tot voogden aangesteld Assijn Willems en Berent Meijer. Ieder kind ontvangt een gouden ring, etc.

Gerrit Peters is beschikbaar, waarom hij niet? Zijn moeder Magteld Peters is getuige bij het trouwen. Mag hij geen voogd worden van de kinderen van Asjen omdat Asjen al voogd is van de kinderen van zijn vrouw? Of mogelijk was er een praktische reden dat hij niet kon, been gebroken, koe moest kalven, moest ergens naar toe met een van Haersolte, ik noem maar wat? Een andere mogelijkheid is dat Egbert Jansen, hoewel niet benoemd, mogelijk zelf ook een familieband heeft? Dit viel me daarbij op:

• 1728-05-08 Egbert Jansen j.m., wonende te Haarst, gaat in ondertrouw met Elsien Gedde r.k. uit Haerst (huwelijk 23-05-1728 te Zwolle). Sijn getuige Jan Roelofs, haar getuige, de vrouw van Henderick Henderick.
• 1728-05-02 Egbert Jansen gereformeerd, trouwt met Elsjen Gedde, r.k.
• 1731-11-11 Egbert Jansse en zijn vrouw Else Gedde laten hun zoon Jan dopen
• 1735-04-10 Egbert Janz en zijn vrouw Elsje Gadde laten hun dochter Anna Catrina dopen
• 1737-02-25 Egbert Jansen en zijn vrouw Elsien Gedde laten hun dochter Anna Maria dopen
• 1740-04-09 Egbert Janssen zijn weduwe Elsjen Gedde, wonende te Haerst, gaat in ondertrouw met Willem Henriks Stom j.m te Haerst (huwelijk 15-05-1740 te Zwolle). Zijn getuige Frederik Elsbeek. Haar getuige: De huisvrouw van Gerrit Peters [=Stijntje Willems? Of is dit een andere Gerrit Peters?]
• 1740-05-13 Erfuiting Elsje Gedde, drie onmondige kinderen, Jan, Anna Catrina, Anna Maria. Mombers: Willem Claesen Reusink en Jan Kok, beide voor de Dieserpoorte.
• 1741-05-20 Elsjen Gedde is getuige bij de doop van Alberdina (Sabel)
• 1749-12-12 Eilarda Gedde vrouw van Willem Storm, rooms-katholiek; hun dochter Willemina is geboren

Zij komt van:
• 1703-12-24 Christiaan Carel Jedde j.m. en Anna Catharina Boerrechters weduwe in Winsem op Odinckhoff alhier in den h: houwelijken staat bevestigt Trouwboek Windesheim
• 1704-11-23 Christiaen Karel Gedde en zijn vrouw Anna Catharina Boerregters laten hun dochter Anna Catharina dopen. Get Maria Wegginz
• 1708-04-22 Christiaan Carel Gedde en zijn vrouw N.N., op den Odinkhoff, laten hun dochter Eijlarda dopen. Doopboek Windesheim.
• 1720-11-22 Christiaan Carel Gedde Cornet onder Olst met Geertruit Agnes van Leuwen j.d. op Middelbeek. Attestatie te Olst.

Mijn vragen zijn:
1. Is dit de goede Egbert Jansen? Of is er in die periode mogelijk in Haerst nog een tweede?
2. Is er meer bekend over de ouders van Egbert Jansen?
3. Zien jullie nog iets opvallends aan de kant van Elsjen Gedde?

[ria jongman]

ZWK invnr 622
f59 - 31 aug 1743 - Richter Tomas van Muijden.
Keurnoten Procurator Christiaen Fabius en Willem Teunis.
Het Gericht is gebleken, dat één van de mombers van de kinderen van Elsjen Gedde, bij Egbert Jansen in echte verwekt, is komen te overlijden, en de andere Jan Kok is buitenlands, en dus niet in staat het opzicht daarover te hebben. Zo worden tot mombers over deze kinderen aangesteld Berend Maat, oom van de kinderen van vaderszijde, en Mense Egberts. Verder is Berent Maat gecompareerd en hij heeft de momberschap aangenomen en de kinderen hun welzijn te behartigen, in het bijzonder zorg te dragen, dat deze in de gronden van de Gereformeerde religie worden onderwezen.

f59 - 7 sep 1743 - Coram Richter T. v. Muijden.
Keurnoten Jannes Kuiper en Karel Jukema.
Mense Egberts heeft de voorschreven momberschap aangenomen en de belofte gedaan als daarbij.

Er zijn sowieso 2 x een Berent Maat,mogelijk 3

nr 1]
Berend Maat x Geertruyd Hendriks
- Albert 03-05-1733
Baarend Alberts x Geertruyt Heyndriks
- 09-08-1736 Aaltjen

Zwolle VOT 1748
Wijk Voorstraat - Voor de Camperpoort
In de Camer
hierna
op
93 a -
b - Wede. van B. Maat
c - Hendrik & Aaltjen
d - Wilmpjen
e -
f -


behoort bij nr 1 of 2

Zwolle 23-04-1741
Hendrik Alberts wedr. te Genne
Marij Jansen ook te Genne jd
SG Berent Maat
HG de vrouw van Derk Hendriks
Bruids vader consent is gebleken

*
nr. 2
Deze schijnt te zijn of is de zoon van Jan Egberts Maat.

f345 - 6 apr 1748 - Richter Tomas van Muijden.
Keurnoten Engbert Claesen en Willem Engbers.
In het Gericht is verschenen Jacob Jacobs, weduwnaar van Wijchertjen Jans te Genne. Hij heeft over zijn twee onmondige kinderen (Henrik en Grietjen Jacobs), bij wijlen zijn voorschreven huisvrouw in echte geprocreerd, tot mombers verzocht en geobtineerd Gerrit Jacobs, oom van vaders zijde, en Berent Maet, oom van moeders zijde. Zij zijn daarop persoonlijk in het Gericht gecompareerd en zij hebben deze momberschap aan-genomen.

f374 - 21 feb 1755 - Richter T. v. Muijden.
Keurnoten Jan Henriks van Haarle en Jacobus van de Graaf.
Verschenen is Berent Maat, wonende in de boerschap Haarst. Hij verklaarde wegens opgenomen en ten genoegen ontvangen penningen schul¬dig te zijn aan de Hr. G.A. a Cocq, burger hopman en gemeensman van de stad Swol, en diens ehevrouw Anna Hartman en hun erfgenamen een kapitale somma van 300 Caroli gulden. De rente is jaarlijks 3 procent. Hij verbindt hiervoor boven een generaal verband van zijn persoon en goederen tot een speciaal onderpand zijn aandeel of vierde part in een halve morgen bouwland in Spoolde gelegen, en dan nog een vierde part van het Halve Slag op de Maatgraven, van welke beide percelen de kinderen van wijlen Henrik Siesen en Derkjen Gerrits de overige drie vierde parten toebehoren.
- De gerichtschrijver Dr. A.J. van Muijden zal namens de comparant teke¬nen en zegelen.
[Kantlijn hierbij op f374:] 9 mrt 1763 - Richter T. van Muijden.
Keurnoten Harmen Westerhof en Jannes Forbus.
Verschenen is de Heer gemeensman H.A. Cocq. Hij verklaarde van het in de nevenstaande akte vermeld kapitaal ad 300 gulden kapitaal una cum interesse door Lambert Meijer en zijn vrouw Hendrikje Harms te zijn voldaan. De akte mag ten prothocolle worden geroieerd, welke geroieerd wordt mitsdezen.
- In fidem Fredrik Ram, gerichtschrijver.

f420 - 26 feb 1756 - Richter T. van Muijden.
Keurnoten Jan Henriks van Haerle en Laurens Westerhof.
Verschenen zijn Berent Maat en zijn vrouw Henrikjen Herms, marito tutore. Zij verklaarden om een somma van penningen, hun ten genoegen voldaan en betaald, te hebben gecedeerd en in volledig eigendom te hebben getransporteerd aan Geert Schutte, zijn vrouw Henrikjen Gerrits en hun erfgenamen hun ene morgen in twee morgen 't Reegjen genaamd, tegen de Genner Zijle in dit kerspel van Zwolle in de boerschap Genne gelegen, waarvan de andere morgen zijn kinderen toebehoort, alles met het recht en de gerechtigheid, raad en onraad, vanouds daartoe behorende.
- Dr. A.J. van Muijden, gerichtschrijver, zal op uitdrukkelijk ver¬zoek van de comparanten voor dezen tekenen en zegelen.

f40 - 14 feb 1763 - Richter T. van Muijden.
Keurnoten Willem Noorink en Jurrien Groothuis.
Verschenen is Hendrikjen Herms, weduwe van Berent Maeth te Westenholte, zij met Andries Verhagen als momber gesterkt. Zij heeft over haar vier onmondige kinderen (Jan, Derk, Merrigjen en Grietjen Berents), tot mombers verzocht en geobtineerd Gerrit Jans, aangetrouwde oom van moeders zijde, en "desselfs nabuer" Gerrit Peters, ter oorzake, dat haar gewezen man zijn halve broer Roelof Jans doodziek was, die anderszins aangesteld was, en bij herstel van [zijn] gezondheid mede aangesteld wordt bij dezen. Beide eerstgenoemden zijn daarop in het Gericht gecompareerd en zij hebben de voorschreven momberschap door [bij] handtasting aangenomen.

Hendrikje is hertrouwd met Lambert Meijer? Woonde Berent eerst in Haerst en daarna in Westenholte ? Of zijn dit 2 verschillende personen

[ria jongman]

bericht 2

f440 - 6 mei 1717 - Richter Wilhelm Vriesen.
Keurnoten Wolbert Meijer en Isaak Hoefman.
In het Gericht is verschenen Gosen Jans te Berkum. Hij heeft over zijn twee onmondige zonen (Gerrit en Engbert), bij wijlen zijn huisvrouw Elisabet Herms in echte geprocreerd, tot mombers verzocht en geobtineerd Jan Maet [Jan Maat], oom van vaders zijde, en Engbert Herms, oom van moeders zijde. Zij zijn daarop beiden persoonlijk in het Gericht gecompareerd en zij hebben deze momberschap door [bij] handtasting aangenomen.

f161 - 15 juli 1708 - Richter Wilhelm Vriesen.
Keurnoten Wolbert Meijer en Henrick Klingenberch.
In het Gericht is verschenen Harmen Engbers, gezond van lichaam en bij goed blijkend verstand. Hij maakt een testament op de navolgende manier. Eerstelijk institueerde en nomineerde hij testator tot zijn enigste en universele erfgenamen zijn zes kinderen, met namen Grietien getrouwd aan Claas Mensen, Lijsabeth getrouwd aan Goosen Jansen, Reint getrouwd aan Claes Meulenbelt, Lubbechien getrouwd aan Lubbert Assies, verder Engbert en Evertien Harmans

Deze Harmen was voogd VZ over de kinderen van Hermen Lieffers

Maar Gosen Jans was eerder getrouwd

invnr. 615
f23 - 8 mei 1700 - Richter Wilhelm Vriesen.
Keurnoten Willem van Berckum en Philip Sinckhorst.
In het Gericht is verschenen Goossen Jans te Berckum, weduwnaar van zaliger Fennechien Berens. Hij heeft over zijn onmondig kind Jan Goossens, bij zijn voornoemde huisvrouw zaliger Fennechien Berens in echte geprocreerd, tot mombers verzocht Jan Egbers, [= JAN MAAT] aangehuwde oom van de vaders zijde, en Hendrick Berens, oom van de moeders zijde.

Jan Egberts = Jan Maat

28-04-1691 Jan Egberts j.m. en
Marrechien Gerrijts j.d.
sijn g: sijn broeder en haer moeder

08-11-1692 Jan Egberts wed. aen Berckemerbrugge en
Wijchertjen Jans j.d. tot Haarst
Die Bruijt geassisteert met haer Nicht Elisabeth Cornelis ende des Bruijdegoms moeder
[hij] Dese moet erfuijtinge doen.

Zwollerkerspel f435 - 5 nov 1692 - Richter Herman Meuwsen.
Keurnoten Joan Calencamp, Doctor, en Albert Assink, Doctor.
In het Gericht is verschenen Jan Eghbers, wonende te Berkum. Hij heeft over zijn [een] onmondig kind, met namen Eghbertjen, geprocreerd bij zijn zaliger huisvrouw Merghjen Gerrijts, tot mombers verzocht Teunis Hendriks, oud-oom [oude oom] van moeders [doorgestreept: vaders] zijde, en Albert Eghbers, oom van vaders zijde.

08-11-1692 Jan Egberts wed. aen Berckemerbrugge en
Wijchertjen Jans j.d. tot Haarst
Die Bruijt geassisteert met haer Nicht Elisabeth Cornelis ende des Bruijdegoms moeder
[hij] Dese moet erfuijtinge doen.


f91 - 23 jan 1701 - Richter Wilhelm Vriesen.
Keurnoten Hendrick Hendricks Bijvanck en Gerrit Hendricks Bijvanck.
In het Gericht is verschenen Jan Egbers Maet te Berckum, weduwnaar van zaliger Wijchertien Jans. Hij heeft over zijn drie onmondige kinderen (Jan, Egbert en Marrechien Jans), bij zijn voornoemde huisvrouw zaliger in echte geprocreerd, tot mombers verzocht Goossen Jansen te Berckum, oom van de moeders zijde, en Albert Egbers te Haerst, oom van de vaders zijde.

25-01-1701 Jan Egbertz wed. en
Grietjen Berentz
S.G. de Broeder
H.G. de moeder

f348 - 18 apr 1722 - Richter Wilhelm Vriesen.
Keurnoten Jan Roelofs en Claes Greven.
Heden is aan het Gericht verklaard, dat Jan Maat, bij akte van 6 mei 1717 aangestelde momber over Gerrit en Engbert Gosens, kinderen van wijlen Gosen Jans en Elisabeth Herms was komen te overlijden.

Dit hoort er nog bij

f326 - 10 feb 1722 - Richter Wilhelm Vriesen.
Keurnoten Berent Langkamp en Frans van den Bosch.
In het Gericht is verschenen Grietien Berents, weduwe van Jan Maat te Genne, zij met Hendrik van Werven als momber geassisteerd. Zij heeft over haar vijf onmondige kinderen (Wijchertjen, Merrigien, Gerrijgien, Hendrik en Berent Jansen), bij wijlen haar genoemde eheman in echte geprocreerd, tot mombers verzocht en geobtineerd Evert Jacobsz, oom van vaders zijde, en Berent Hilbers, oom van moeders zijde

[ria jongman]

BERICHT 4

Onderstaande Jan Roelofs is de huwelijksgetuige bij Egbert Jans x Elsjen Gedde.

dus - mocht het te ingewikkeld worden - in het kort

Grietjen Berents was eerder getrouwd met zijn vader nl Jan Egberts Maat
en daarna huwde ze met Jan Roelofs die zich Maat gaat noemen.

ZWK f132 - 19 juni 1739 - Richter Tomas van Muijden.
Keurnoten Karel Jukema en Gerrit Dijkman.
In het Gericht is verschenen Jan Roelofs Maat, weduwnaar van wijlen Grietjen Berents. Hij heeft over zijn onmondige zoon Roelof Jansen, bij wijlen zijn voorschreven huisvrouw in echte geprocreerd, tot mombers verzocht en verkregen Wernar [Warner] Egberts en Jan Roelofs. Zij zijn daarop persoonlijk in het Gericht verschenen en zij hebben deze momberschap bij handtasting aangenomen.
Waarna hij comparant ter presentie van de genoemde mombers aan zijn voorschreven zoon erfuiting "sullende doen", zo heeft hij met handtasting in edesplaats verklaard thans in zodanige slechte staat te zijn, dat hij aan deze voor wijlen zijn moeders goed niets zou kunnen bewijzen. Waarmee de Scholtus voornoemd als overmomber, na examinatie van de voornoemde aangestelde mombers, naast [beneffens] hun hiermee tevreden is geweest. En hij comparant heeft vervolgens verklaard zijn voornoemde zoon Roelof Jansen na staatsgelegenheid in kost en kleren te zullen onderhouden, en hem lezen en schrijven te laten leren na behoren. Zonder argelist.

[Herman van der Bent]

Ah dat zijn mooie aanknopingspunten. Ik zie het nog niet helemaal, maar onderstaande vermeldingen van Maet horen er vast ook bij:

1696-3-3 Erfuiting Albert Maat te Haerst, wed. Jennighjen jans, drie kinderen Jan, Hendrik en Berent, mombers Hendrik Maat, oom vaderszijde, Jan Eghbers, aangehuwelijkte oom moederszijde. Albert Hendriks weduwnaar, gaat in ondertrouw met Derkjen Jans (attest. geg. naar Campen op 21-03-1696) 1696-03-07

f275 / 276 - [3 dec 1701] - De erfgenamen van de assaijeur Caspar Linderman de Oude hebbende doen panden voor reeds verschenen en nog te verschijnen pachten Willem Assies, Gerrit Jansen en Geurt Jansen Snijder, als gebruikers van drie katersteden tot Haerst, Jan Jansen als meijer van de katerstede tot Genne, alsmede 6 morgen land in Genner Broeck, Jan Claessen Doorn als meijer van een erve tot Genne, Tops Goet genaemt, Jan Egbers Maet als meijer van het erve en goed den Kakelaer, met de bijliggende katerstede ... [leeg], en 19 scharen tot Berckum, Jan Willemsen als gebruiker van 2 morgen weideland tot Genne, Jan Claessen Doorn als gebruiker van 3 morgen land van de Kromhorster Weijde, Evert Jansen Schutte op Haemals [als] gebruiker van 5 morgen land tot Genne, en Evert Jansen Schutte en Willem Assies als gebruikers van 4 morgen land tot Haerst, alles toebehorende de Heer Rutger van Haersolte toe den Toutenburgh, om daar aan te verhalen 4000 gulden kapitaal met de interest en kosten, volgens sententie en opgevolgde requisitionale brieven van de Verwalter Scholtus van Wijhe; en bij insuffisance van de voorschreven pachten dan nog verzoekende aan panding aan de grond van het voorschreven goed zelf, gelijk mede van 15 morgen weideland in Mastebroeck, door Monsieur Evert Veltcamp gebruikt, aan de Hasseler Dijck gelegen, Rengers Landt genaamd, bovengemelde Heer van Toutenburgh mede toebehorende, en zulks voor zo ver de bovengedachte goederen allodiaal zijn, met verder aanhouden, dat hiervan de wete aan de voorgedachte Heer van Toutenburgh toegezonden mag worden, om te strekken als volgens het recht.
Waarop de gepandete meijers verzocht hebben 14 dagen uitstel, om zulks aan hun landheer te kunnen bekend maken. Zo is hun zulks geaccordeerd.

f308 / 309 - [7 jan 1702] - De erfgenamen van wijlen de assaijeur Caspar Linderman de Oude hebben voortgang van panding erhouden tegen Willem Assies, Geurt Jansen en Gerrit Jansen Snijder te Haerst, Jan Jansen en Jan Claessen Doorn tot Genne, Jan Egbers Maet te Berckum, Jan Willemsen en Evert Jansen Schutte op Haerst, tesamen als meijers en gebruikers van de landerijen en goederen van Heer Rutger van Haersolte toe den Toutenburgh, en zulks voor zodanige eis, als hier op 3 december 1701 ten prothocolle is [op] getekend, mits dat de termijn van opboding en aaneigening tot heden over drie weken wordt geprolongeerd en uitgesteld.

VS Haerst 1675 versie 1: Egbert Henrix Maet op de stoudijk, afgebroken en Henrik Everts op de stouwdijk = VS Haerst 1675 versie 2 :Henrick Maet

ZK CZ Anno 1686 den 15 september Relateerde Gerrijt ten Hope dat hij na voorgaande authorisatie, uit name van alle die gene welcke het reght van cessie van de kooppenningen van den ordel met de annexe goederen zijn hebbende, had de verbod gedaan om an niemant buyten haar kennisse eenige paght penningen of raad soo de meijeren reers schuldigh waren of te nogh schuldigh zouden worden zouden mogen uittellen, ende sulks an deze volgens meijeren Peter Roelofs, Roelof Enghbers, Henrick Everts maat, Assijn Eghbers op t' Blick ende Jochen Greve, ende dat het selve by allen is angenomen.

1684-09 Eggebert Maet wonende voor den Ordel te Haerst, is begraven op het Bergkloosterkerkhof

1635-11-29 Steven Wernersen, Werner Maets van Beeckmans sone, en Jennichen Jans Jan Tijmens n.d. beijde wonende tot Haerst

[Egbert_]

Het is nog niet helemaal duidelijk waarom Stijntje en Hendrik naar Zwartsluis gaan, en waarom ze eindigen in Vollenhove, maar ik verwacht dat dat gekoppeld is aan de van Haersoltes. Het is in ieder geval duidelijk dat beide mannen van Stijntje Willems lokaal uit de omgeving komen.

De Nieuwe Sluis bij Zwartsluis was een havengebied. En er waren kalkovens destijds. En een paar veehouders. De Nieuwe Sluis hoorde bij het Hasselterkerspel, of Schoutambt Hasselt. Vandaar dat Stijntie Willems in Hasselt de momberakte laat opstellen.

Volgens de VOT1748 woonde Stijntie Willems in de Leeuwte, met haar man Gerrit Peters. Dat is platteland tussen Zwartsluis en Vollenhove. Opvallend is dat Aaltje Arends Stoter, de tweede vrouw van Gerrit Peters uit een schippers-familie van Hoogeveen komt.

De scheepvaart zal op één of andere manier de verbinding zijn. De van Haersoltes waren geen bezitters van kalkovens, of ander bezit in de Nieuwe Sluis. Voor zover mij bekend.

De verbinding van de Haersoltes met Vollenhove is kasteel Toutenburg, binnen Vollenhove zelf. Of daar landerijen bij hoorden, kan ik niet vinden.

[Egbert_]

1696-3-3 Erfuiting Albert Maat te Haerst, wed. Jennighjen jans, drie kinderen Jan, Hendrik en Berent, mombers Hendrik Maat, oom vaderszijde, Jan Eghbers, aangehuwelijkte oom moederszijde. Albert Hendriks weduwnaar, gaat in ondertrouw met Derkjen Jans (attest. geg. naar Campen op 21-03-1696) 1696-03-07

• • Zwolle, den 17 Julij. (otr)
    31-08-1686 Albert Hendrickx j.m. te Haerst,
    Janneken Jansen j.d. te Hellendoorn
    Attestatie verthoont van Helderen
  • Zwolle, Anno 1696. Den 7 Meert
    18-03-1696 [doorgestreept] Albert Hendriks wedenaar en
    Derkjen Jans, weduwe van Hermen Berents
    Getuigen van de Bruidegom Jan Andries en Hendrik Hendriks
    Getuigen van de Bruid Nesien Jans, suster van de Bruit, en De huisvrouwe van Jan Egberts
    De Proclamatien gaan mede te Kampen
    De erfuitinge van de Bruidegom is vertoond
    Attestatie gegeven na Campen den 26 Maart

[Herman van der Bent]

Bedankt voor dit inzicht Egbert. De Haersoltes staan ook vermeld onder de Leeuwte daarom koppel ik ze daar wel aan elkaar. De knegt Willem Assies is de zoon van de Assien Willems en Aagte Arens waar we nu de voogd Egbert Jansen van zoeken, en is dus de neef van Stijntje.

Volkstelling 1748 Vollenhove:
Register der ingezetene des schoutampts van Vollenhoo, beginnende met de Leeuwte:

Nr. 839 Huisgezin: De hoogwelgeboren heer Rutger baron van Haersolte en Anna Elisabeth baronesse van Haersolte, heer en vrouw toe Tautenburg. Kinderen boven 10 jaar: ---. Kinderen beneden 10 jaar: ---. Knechten en meiden: knegts David Keller, Pieter Leusink en Willem Assies, meiden Ytje Bos, Geertje Vermeers en Grietje Sonsbach. Inwonenden en kostgangers: De hoogwelgeboren freulins van Haersolte toe den huize Tautenburg Geertruid en Anna Elisabeth.

Nr. 872 Huisgezin: Gerrit van Haarst en Christina Willems. Kinderen boven 10 jaar: Henrikje en Anje van Berkum. Kinderen beneden 10 jaar: ---. Knechten en meiden: ---. Inwonenden en kostgangers:

De tussenstap naar Zwartsluis is dus helaas nog niet goed te verklaren. Het is opvallend dat Stijntje Willems en Hendrik Remmelts van Berkum belijdenis doen en trouwen vanuit de Nieuwstraat in Zwolle. Dan zijn ze uit de boerenomgeving. Ik weet ook niet of de van Haersoltes bezit hadden in de Nieuwstraat? Wie weet waag ik daar nog eens een zoektocht aan. Er staat wel een hoofdgeld 1723 van Zwartsluis op https://historiezwartsluis.nl/historie/ ... elastingen, maar ik kan ze daarin nog niet terug vinden, of heb er toch overheen gelezen. Als ze ergens in die omgeving in het hoofdgeld 1723 vermeld staan kan dat nog wel wat inzicht bieden.

AANVULLING: Hier staat het hoofdgeld 1723 van Hasselterkerspel, maar daar kan ik ze ook niet in terugvinden. Vanaf afbeelding 230: https://proxy.archieven.nl/0/3BC6768F37 ... EA6CF0D87A

En misschien is het gewoon ook niet te achterhalen, al vind ik het wel een mooie zoektocht om echt goed te begrijpen hoe hun levensloop was.

[Egbert_]

Dit is (deels) wat ik bij de reconstructie Haarst, huisnaam Zonneberg, eigenaar: Jan Duik heb gevonden:

• • 22 dec 1762 het huis op de katerstede bij Hendrik Sonnenbargh bemeijerd, hetwelk de voorschreven meijer toebehoort
  • 1751 (Haarst nr. 24) Dr. Meulenbelt eigenaar van de Stouwe daar het huis op staat, en van het Huis Henr. Will. Sonnenberg bewoont selfs.
    1 vuurstede
  • 30 mrt 1703 Albert Henricks te Haerst, weduwnaar van Derckien Jans (RA Zwk)
  • 1701 Haerst nr. 22, Albert Henricks op de Stouwe (zoutgeld)
  • 3 mrt 1696 Albert Maat, wonende tot Haarst, zijn zaliger huisvrouw Jennighjen Jans (RA Zwk)
  • 1694 (Haerst nr. 25) Albert Hendriks op de Stouwe, 10 stuivers (zoutgeld)
  • 30 okt 1686 de kotterstede van Henrick Everts Maet, waarvan het huis van de meijer is
  • 1682 (Haerst nr. 24) Henrik Everts op de Stouwe (bewoner), ut supra (= Hr. van den Ordel), 1 vuurstede
  • 1675 (Haerst nr. 23, Henrik Everts op de Stou, - (eigenhuisgezin) - (dienstbode) (hoofdgeld)