Egbert Pieters van Berkum

[ria jongman]

Zij is deze

Zwolle 02-11-1641 Engbert Dercks - Derck op den Camp sone tot Rechteren, wonende tot Winsheijm , ende Geesijn Dercks Jan Berents N.W. te Barkem
Haar stiefvader is Claas Hendriks Mollenbelt / Meulenbelt.
Haar broer is Derk Derks - hun vader is Derk Drijs Router

Uit het huwelijk met Jan Berents 5 kinderen

Zwk f158 - 3 dec 1641 - Richter Henrick Ter Cuijlen.
Keurnoten Derck Roeloffsen, luitenant, en Roeloff Dercxen.
Mombers over zaliger Jan Berentssen tot Berckman [zijn] vijf kinderen: Claes Henricxen en Derck Dercxen.
In het Gericht zijn verschenen Geessien Dercx, nagelaten weduwe van zaliger Jan Berentsen tot Berckmen, en nu "echte huisfr." van Engbert Dercx. Zij heeft ten overstaan van Claes Henricx Mollenbelt en Derck Dercxen, hun respectievelijke stiefvader en broer, als gerichtelijk gestelde en door haar "gecoren" mombers over haar vijf nog onmondige kinderen, bij voorschreven Jan Berentsen geprocreerd, met name(n) Berent, Engbert en Gerrit Jansen, alsmede Eeffse en Lubbegien Jans, dochters. Deze haar vijf kinderen, als drie zonen en twee dochters, erfuiting gedaan, en voor hun vaderlijk goed bewezen, [aan] elk kind de somma van 100 Caroli gulden, de gulden tot 20 stuivers, en de drie zoons nog elk een "pinck beest" en de twee dochters elk een bed met zijn toebehoren. Verder heeft de comparanten beloofd haar voorschreven vijf kinderen in kost, kleding en lijfsnooddruft te onderhouden tot aan hun 16 jaren,


zie ook Stift Essen
519. Schoutambt ZWOLLE / buurschap Berkum. - blz. 760

Het klopt dan wel dat de zoon Berent Jansen is overleden. Jennigjen Engberts zal een dochter zijn uit het 2e huwelijk van Geessien gezien het patroniem.

Zwolle 09-04-1667 Hendrick Willems j.m. buijten de Sassenpoort en
Jannichjen Engberts j.d. te Berchmen

1668-10-27
Tekst: en haar man Hendrick Willems laten hun zoon Willem dopen


1670-03-31
Tekst: en haar man Hendrick Willems laten hun zoon Engbert dopen

Jannechien Enghbertszen
1671-11-12
Tekst: en haar man Hendrick Willemszen laten hun zoon Gerrit dopen

ZWK f141 - 29 mrt 1681 - Richter Bernard Holt.
Keurnoten Henrik Nilant JUD en Hermannus Holt.
In het Gericht zijn verschenen Jan Willens en Eefse Jans, tutore marito, eheluiden, Gerrijt Janzen, de rato caverende voor zijn huisvrouw Lubbigjen Albers, Henrik Willems Keezeman en Jannigjen Enghbers, tutore marito, eheluiden, en dan nog op 6 april de E. Jacobus Crouse JUD in de kwaliteit als "weze vaaders" voor Berent Berents, nagelaten zoon van Berent Jans en Annigjen Jans, gewezen eheluiden, tesamen erfgenamen van zaliger Geesjen Derks. Zij verklaarden tesamen en elk apart voor hun en hun erfgenamen voor een wel betaalde en door hun gezamenlijk te danke ontvangen somma van 480 Caroli gulden eeuwig en erfelijk te hebben verkocht, gecedeerd en getransporteerd aan de E. Henrik Mollenbelt en Henrikjen Klaaszen, eheluiden, en hun erfgenamen hun comparantens katerstede en goed genaamd den Kolk, gelegen te Berkum in [de] Poepershoek onder dit kerspel van Zwolle, de erfgenamen van de majoor Haarsolte ter ener zijde en Andries Herms ter anderer zijde, zoals deze thans door Jan Hermzen wordt gebruikt, met het huis, de hof, een mudde gezaai, item het Mollen Stukke groot 2 mudde gezaai, nog een akker genaamd in de Naategaren en nog een akker genaamd Bussijs Akker, de kolk [den kolk] met het houtgewas, en "alzoo" met al zijn recht en gerechtigheid, raad en onraad vanouds daartoe behorende. Zonder argelist.
- Gerrijt Holt, gerichtschrijver, zal voor de comparanten tekenen en zegelen.

Egbert Jans wordt niet genoemd.

[Herman van der Bent]

Heldere aanvulling. Die eerste Egbert Jansen van Berkum zal dan niet meer leven in 1681 en kan dan van het lijstje af als potentiële Egbert van Berkum die in 1695 in de akte van van Pappelendam zit. Blijven er nog wel genoeg (teveel) potentiële kandidaten over, want van niemand is echt bewezen dat het wel of niet de betreffende Egbert van Berkum is. Al is de ene wel logischer dan de andere. Lastig om dan ook nog een familierelatie te vinden richten Evert Jansen van Pappelendam.

[ria jongman]

Maar niemand is verder te plaatsen richting de Ordel -dan alleen die Egbert Peters van Berkum èn Egbert van Berkum bouwhuis de Ordel
Dat is toch duidelijk, lijkt me.

Misschien kan Peter Engberts nog nagelopen worden. Geboren voor 1643 en zoon van Engbert Roelofs wonende voor de Ordel, wiens halfbroer Roelof Engberts als wonende op het Vrijzitterserf wordt aangeduid.
Peter leeft nog in 1681

[ria jongman]

BERICHT 2

Levert wel een zoon Engbert op maar die is nog onmondig in 1696.
Helaas.

[Herman van der Bent]

Ha Ria, helder hoor! Die Egbert Peters van Berkum is inderdaad de beste kandidaat, al is het vooralsnog niet bewezen. Daarom goed om de andere opties in beeld te hebben. Bedankt voor het netjes op een rijtje zetten!

Vraag is natuurlijk welk familieverband er is met Evert Jansen van Pappelendam, als goede bekende uit de akte van 1695. Is dat via zijn familie, via die Pieter Claesen van de doop 1640? Of via zijn eerste vrouw Maria Jans uit Wijhe, of via Grietien Berents uit Heino?

Ik kom er zelf even niet aan toe om daar goed in te duiken. Zal ook wel niet makkelijk zijn, maar het kan wel helpen om die link met van Pappelendam te leren begrijpen. En dat is dan nog steeds minimaal één stap verwijderd van de Willem Assies waar de zoektocht om begonnen is.

Al met al blijft het een taaie zoektocht. Al heb ik zeker wel hoop ooit de families te begrijpen. Er is opzich nog steeds wel veel informatie dat gestructureerd kan worden en er zal met de tijd ook wel steeds meer informatie toegankelijk worden. Wie weet komt er ook nog wel eens een reconstructie van Zwolle, net als Guus Nijhuis heeft van Vollenhove. Als dat wordt gecombineerd met de ORA krijg je echt een mooi stukje inzicht in de geschiedenis. Maar dat is toekomstmuziek. Ik blijf wel meedoen via het forum en we gaan zien hoe het in de toekomst loopt!

[ria jongman]

Gewoon doorspitten, lijkt me.

Kun je hier nog wat mee?

De voogd Egbert Jans te Haarst lijkt toch meer familie als gedacht.

Eerst nog maar weer eens de voogdijakte
ZWK
f77 - 8 nov 1738 - Richter Tomas van Muijden.
Keurnoten Jannes Kuiper en Gerrit Dijkman.
In het Gericht is verschenen Aegt Arents, weduwe van Assjen Willems te Haarst, met Gijsbert Hendriks als momber geassisteerd. Zij heeft over haar vier onmondige kinderen (Annegjen, Willem, Arent en Gerrit Assjes), alle bij haar voorschreven eheman in echte verwekt, tot mombers verzocht en verkregen Jan Berents in Streukel, aangehuwde neef van de kinderen, alsmede Egbert Jansen te Haarst [-]. Zij zijn daarop persoonlijk in het Gericht verschenen en zij hebben deze momberschap bij handtasting aangenomen.
Waarna zij comparante in presentie van de genoemde mombers aan de voorschreven haar kinderen erfuiting "zullende doen", zo heeft zij met handtasting in edes plaats verklaard thans in zodanige slechte staat te zijn, dat zij aan deze kinderen voor wijlen hun vaders goed niets kan bewijzen. Waarmee na examinatie van de boedel de voornoemde mombers verklaard hebben vergenoegd te zijn.
Verder is mede gecompareerd de bruidegom Gijsbert Hendriks. Hij heeft verklaard naast [neffens] de voorschreven comparante de voornoemde kinderen na staatsgelegenheid in kost en kleren te zullen onderhouden, en lezen en schrijven, en de dochter ook het naaien te laten leren na behoren, en deze kinderen [de selve] als zijn eigen kinderen aan te nemen.

Deze Egbert Jans is Egbert Maat

Zwolle 23-05-1728 Egbert Jansen j.m. en Elsien Gedde j.d. beijde in Haarst
getuijge van hem Jan Roelofs
haar getuijge de vrou van Henderick Henderick

Elsjen Gedde 1728-05-02 Tekst: r.k., trouwt met Egbert Jansen, gereformeerd

Else Gedde
1731-11-11
Tekst:en haar man Egbert Jansse laten hun zoon Jan dopen

Elsje Gadde
Datum:
1735-04-10
Tekst: en haar man Evert Janz laten hun dochter Anna Catrina dopen

1737-02-25
Tekst:en haar man Egbert Jansen laten hun dochter Anna Maria dopen


Egbert Maat
Datum:
1739-02-08
Tekst: wonende te Haarst, is begraven op het Bergkloosterkerkhof

ZWK f179 - 13 mei 1740 - Richter Tomas van Muijden.
Keurnoten Jannes Kuiper en Roelof van Stegeren.
In het Gericht is verschenen Elsjen Gedde, weduwe van Egbert Jansen te Haarst, met Willem Henriks Stom als momber geassisteerd. Zij heeft over haar drie onmondige kinderen (Jan, Anna Catarina en Anna Marie Egberts), bij wijlen haar voorschreven eheman in echte geprocreerd, tot mombers verzocht en geobtineerd Willem Claesen Reusink en Jan Kok, die beiden voor de Dieserpoorte alhier wonen. Zij zijn persoonlijk in het Gericht gecompareerd en zij hebben deze momberschap bij handtasting aangenomen.
Waarna zij comparante ter presentie van de genoemde mombers aan haar voorschreven drie kinderen erfuiting "sullende doen", zo heeft dezelfde met handtasting verklaard thans in zodanig slechte staat te zijn, dat zij aan dezen voor wijlen hun vaders goed niets zou kunnen bewijzen. Waarmee na examinatie van de boedel de voornoemde mombers verklaard hebben zich te vergenoegen.
Verder is mede gecompareerd de bruidegom Willem Hendriks Stom. Hij heeft naast de voorschreven comparante verklaard de voornoemde kinderen na staatsgelegenheid in kost en kleren te zullen onderhouden, en hun lezen, schrijven en de dochters ook het naaien te laten leren na behoren; deze als zijn eigen kinderen aannemende. Zonder argelist.

f59 - 31 aug 1743 - Richter Tomas van Muijden.
Keurnoten Procurator Christiaen Fabius en Willem Teunis.
Het Gericht is gebleken, dat één van de mombers van de kinderen van Elsjen Gedde, bij Egbert Jansen in echte verwekt, is komen te overlijden, en de andere Jan Kok is buitenlands, en dus niet in staat het opzicht daarover te hebben. Zo worden tot mombers over deze kinderen aangesteld Berend Maat, oom van de kinderen van vaderszijde, en Mense Egberts. Verder is Berent Maat gecompareerd en hij heeft de momberschap aangenomen en de kinderen hun welzijn te behartigen, in het bijzonder zorg te dragen, dat deze in de gronden van de Gereformeerde religie worden onderwezen.


Hasselt, 25 April 1737.
Trijntien Willems, weduwe van Hendrik van Berkum, gaat hertrouwen met Gerrit Peters, en over haar twee onmundige kinderen, met namen Hendrikje en Annegien van Berkum, worden tot voogden aangesteld Assijn Willems en Berent Meijer. Ieder kind ontvangt een gouden ring, etc.

15-05-1740 Willem Henriks Stom j.m. te Haerst met Elsjen Gedde wed: van Egbert Janssen, mede aldaer S:G: Frederik van Elsbeek
H:G: de huisvrouwe van Gerrit Peters de Bruijd moet Erfuitinge doen. Is gebleken

Hilarda
Achternaam:
Gedde
Aangenomen:
Nee
Datum:
22-05-1740
Tekst:
trouwt met Wilhelmus Hendricus Stam in de kerk onder den Boogen
Bron: Trouwboek RBSO.nr.764 blz. 5

[ria jongman]

bericht 2

Elsjen Gedde
20-05-1741
Tekst: is getuige bij de doop van Alberdina (Sabel)
Bron: Luthers Doopboek RBSO. nr.756, blz. 106


1749-12-12
Bron:
Retroacta
Voornaam:
Eilarda
Gedde
Aangenomen:
Nee
Datum:
1749-12-12
Tekst:
vrouw van Willem Storm, rooms-katholiek; hun dochter Willemina is 10 december 1749 geboren – gedoopt RK op 11 december
- getuige vrouw Gedde

NB - BOVENSTAANDE DOOP KAN IK NIET RK VINDEN

WEL DEZE

21 9ber.1749 - Baptiz. Laurens, pater Wilm Stom, mater Esjen Gedde. Patr. vrou Gedde. [Spiegelsteeg]

Windesheim Op den 24 Decemb. 1703 - Christiaan Carel Gedde j.m. en Anna Catharina Boerrechters weduwe in Winsem op Odinckhoff en alhier in den H. Houwelijken Staat bevestight.

[ria jongman]

bericht 3

sorry voor de smiles

Christiaan Carel
Gedde
Aangenomen:
Nee
Datum:
22-04-1708
Tekst: en zijn vrouw N.N., op den Odinkhoff, laten hun dochter Eijlarda dopen
Bron: N.H. Doopboek Windesheim, RBSO. nr. 819, blz. 126



Zwolle RK Onder de Boogen Christiaen Karel Gedde
1704-11-23 en zijn vrouw Anna Catharina Boerregters laten hun dochter Anna Catharina dopen

Anna Catharina
Achternaam:
Gedde
Aangenomen:
Nee
Datum:
1726-08-03
Tekst:
gaat in ondertrouw met Daenijel Gangelhoff (huwelijk 24-09-1726 te Emmelenkamp)

f276 - 24 dec 1703 - Richter Wilhelm Vriesen.
Keurnoten Jan van Campen en Henrick Kisvelt.
In het Gericht is verschenen Vrouw Anna Catrina Bourrichters, weduwe van wijlen jonker Lambert van Egmont. Zij heeft over haar twee onmondige kinderen (Margarieta Maria en Lamberta van Egmont), bij haar voornoemde zaliger eheman in echte geprocreerd, tot mombers verzocht Henrick Weghuis, "oude oom" van de moeders zijde, en Berent Matthijs als "naberman". Beiden zijn mede in het Gericht gecompareerd en zij hebben deze momberschap aangenomen.
Waarna zij comparante in presentie van de genoemde mombers aan haar voornoemde twee kinderen erfuiting heeft gedaan en aan dezen voor hun zaliger vaders goed heeft bewezen aan ieder een somma van 3000 Caroli gulden, "mits conditie dan noch" dat tussen zij erfuiterse en haar genoemde kinderen een post van omtrent de 1300 Caroli gulden zal blijven open staan wegens afrekening met de Vrouw van Walien over de kooppeningen van den Odinckhof als anders, dewelke, zo [het] tot schade mocht komen uit te vallen, door genoemde haar kinderen voor de helft [half] gedragen zullen moeten worden, en aan de hierboven bewezen 6000 gulden niet kunnen worden verminderd of bezwaard, als met goedvinden van de voornoemde mombers. En zullen de opkomsten of "bladen" van de genoemde 6000 gulden door zij erfuiterse getrokken worden voor het onderhoud van deze kinderen totdat zij tot hun huwbare jaren zullen zijn gekomen; als wanneer dit bewezen goed aan hun zal moeten worden uitgekeerd. En zo één van beiden mocht komen te overlijden, dan zal diens goed niet op de moeder, maar in het geheel van het ene kind op het andere kind erven en versterven. Zij belooft verder deze kinderen tot aan die genoemde tijd in kost en kleren te onderhouden, en hun ondertussen lezen en schrijven te laten leren na behoren. Zo verklaarde zij erfuiterse hiermee een oprechte en sincere erfuiting aan haar voornoemde twee dochters te hebben gedaan, waarvoor zij verbindt haar persoon en goederen als volgens het recht.
Edoch dit alles ongeprejudiceerd zodanige belofte als "ick" ingevolge handschrift van 4 april 1703 aan de gerichtschrijver Meuwsen heb gedaan, om den Odinckhof met al de onderhorige landerijen en verdere ap- en dependentien van dien voor een kapitaal van 2000 Caroli gulden tot meerder vestenis tot onderpand te stellen, zal de genoemde gerichtschrijver Meuwsen door deze erfuiting of het bewijzen van dit kindergoed in zijn goedhebbend recht niet "sijn vernadeelt", maar in alle delen met het genoemde kapitaal van 2000 Caroli gulden voor "mijne" en de kinderen hun goederen zodanig zijn geprefereerd, alsof ingevolge bovenstaande belofte van 4 april 2003, waarvoor voor dato van deze erfuiting de hypothecatie effectief] effectivelijck op den Odinckhof cum annexis voor het Leengericht was gepasseerd. Zonder argelist.
- Jusjurandum per tutores remissum est.

[Kantlijn hierbij op f276:] 26 apr 1704 - Richter Wilhelm Vriesen.
Keurnoten Henrick Kisvelt en Daniel van Campen.
In het Gericht is verschenen Vrouw Anna Catrina Bourrichters, thans [tegenwoorigh] hertrouwd aan de Heer cornet Gedde, zij met Derck Beeldemaecker als momber geassisteerd. Zij verklaarde, omdat [dewijl] [zij] bij het doen van deze erfuiting met geen momber was voorzien [geweest], dat zij deze bovengenoemde Derck Beeldemaecker ten dien fine als momber aanneemt. Zij heeft vervolgens in presentie van de ene momber Henrick Weghhuis (: als van de andere mede-momber Berent Matthijs daartoe speciaal onder zijn eigen hand mede geauthoriseerd zijnde verklaard hiermee een oprechte erfuiting te hebben gedaan, alles zo en in dier voegen als in deze akte en in fine dezes is vermeld.
- In fidem, Otto Meuwsen, gerichtschrijver.

f304 - Gedaan binnen Zwolle, 27 apr 1704 - Cornelius Wijer, in der
tijd Ambtman van haar Vorstelijke Genade de Vrouw Abdisse in het Hooggrafelijke Capittel van het Keizerlijke Vrijwereldlijke Stift Essen, over hare Vorstelijke en Hooggraafl. Genad. luiden en goederen in Zallandt, etc, doet weten, dat voor hem in de voorschreven kwaliteit en de leenmannen de EE. secretaris Joan Golts Dr. en Jan van Muijden Dr. gecompareerd en verschenen zijn de Heer Christiaan Carel Gedde, cornet, en de Vrouw Anna Catharina Bourrichters, tutore marito, eheluiden, alsmede [mitsgaders] Henrik Weghuis en Berent Matthijssen als mombers over de kinderen van de welgenoemde Anna Catharina Bourrichters, bij wijlen de Heer Lambert van Egmont in echte gegenereerd. Zij hebben met consent en ten overstaan van de Heer Wilhelm Vriesen, Scholtus van Zwolle en over Zwoller Carspel als overmomber, voor zo veel in dezen nodig, verklaard wegens opgenomen en alle wel ontvangen penningen, die op heden aan de WelGeb. Vrouw Helena Catharina Cantier, douariere de Keppel tot Walijen voor resterende kooppenningen van het aan het Vorstelijke Stift Essen thins en leenhorige adelijke goed Odinkhof in het kerspel van Zwolle in de boerschap Windesheim gelegen, betaald zijn, schuldig te zijn aan de Eerbare Eleke ten Winkel, weduwe van wijlen Peter Periaens, een kapitale somma van 2000 Caroli gulden a 20 stuiver het stuk. De rente is jaarlijks 5 procent. Hiervan zal (: uit oorzaak dat de voorschreven penningen een geruime tijd tot "haeren dienste vaardich zijn gehouden" de eerste rente tot 100 Caroli gulden op 20 oktober van dit jaar 1704 verschijnen en zo vervolgens jaarlijks op 20 oktober komen te verschijnen.
Zij verbinden zowel voor het voorschreven kapitaal als alle de te verschijnen renten de eersten hun eigen en de laatsten hun pupillens personen en goederen, met renuntiatie van alle en een iegelijke civiele en militaire exceptien, en na voorgaand consent en ook ten overstaan van Welgem. Hr. Scholtis daarvoor ook te verhypotiseren en tot een speciaal onderpand te stellen het voornoemde adelijke goed Odinkhof met zijn onderhorige landerijen, alle particuliere percelen en ap- en dependentien van dien, om zich daaraan ten allen tijden kost- en schadeloos te kunnen en te mogen verhalen. Zijnde dit het eerste bezwaar na de overdracht op heden gedaan daarop gelegd, waarvan de penningen in zittende Gericht over de refutatie en belening zijn aangeteld. Zullende dit bezwaar in alle gevallen ook geprefereerd zijn voor alzodanig recht, als de gemelde voorkinderen uit kracht van de erfuiting van 24 december 1703 op het voorschreven goed voor voldoening van de genoemde erfuiting namaals zullen kunnen of mogen pretenderen. Mits blijvende "nochtans" de rentegevers gehouden het voorschreven goed binnen de tijd van 6 jaren van dit verband te bevrijden, of [een] nieuw consent uit te brengen, en Haar Vorstelijke en Hoog Grafelijke Genade thins en goede rechten, alsook een ieder zijn recht onverkort. Zonder argelist.
- In oorkonde der waarheid heeft de Ambtman dit ondertekend en zijn uithangend zegel daaraan bevestigd.
- (: Getekend Cornelius Wijer.
- (: Op de rug van deze akte stond Het omstaande, dat door mij ondergeschreven de Scholtus van Zwolle en over Zwoller Carspel en keurnoten Doctor Bernart van Rijssen en Derk Beeldemaker is geëxamineerd, heeft dit ten opzichte van de minderjarigen in alle delen geapprobeerd en geratificeerd mitsdezen. Actum Zwolle 27 april 1704.
- Was getekend W. Vriesen.

f391 - 15 apr 1711.
Heeft de Heer cornet Christiaen Carel Gedde dit onderstaande ac¬coord overgegeven, om tot volkomen securiteit en zekerheid ten re¬guarde van de minderjarigen daarin vermeld, van woord tot woord ten prothocolle te worden geregistreerd.
Op heden dato ondergeschreven hebben Jan Rotgers op den Krommen¬dijck en diens huisvrouw Geesien op den Krommendijck, met Hendrick Weg¬huis als momber en oude oom van de onmondige kinderen van zali¬ger Jonker Lambert van Egmont, Margreta Maria en Lambert Sophia van Egmont, op approbatie van de Heer Scholtus van Zwolle als overmom¬ber een vast accoord getroffen over het land, zoals zaliger Her¬man¬nus Pouwels op de Krommedijck van de cornet Christiaen Carel Gedde heeft gekocht, en dat onder den Odinckhoff heeft behoort, als de Gore¬mate, de Bolderinck, Sandbrinck en 2 mor¬gen hooiland, in het Winse¬mer broeck, op conditien als volgt.
Ten eerste zal voornoemde Krommendijck uit de nog overgebleven kooppe¬nnin-gen van den Odinckhoff, nadat de andere crediteuren voor¬af be¬taald zullen zijn, ontvangen een somma van 1400 gulden, waar¬mee Jan Rot¬gers Krommendijck en diens huisvrouw verklaren voldaan te zijn van hetgeen, zo zij betaald hebben van de bovengenoemde lande¬rijen, zo zij van de cornet Gedde voornoemd gekocht hebben, en zij be¬loven verder nooit de minste pretensie te maken op de cornet Ged¬de en diens huisvrouw Anna Catrina Bourrighters [Boerrichter], als¬me¬de op de momber Hendrick Weghuis, en de onmondige kinderen van za¬liger Jon¬ker Lambert van Egmont, op deze hun [des selfs] goederen te ma¬ken, en zij beloven mede afstand te doen, en geen pretensie te heb¬ben op de Brugge te Olst, en te renuntieren mitsdezen van al¬zo¬da¬nig recht, als zij uit kracht van cessie van de Heer gericht¬schrij¬ver Doctor Otto Meuwsen ter somma van 2000 gulden kapitaal, met een jaar rente daarvan, 5 van het honderd jaarlijks, op de Brugge tot Olst bekomen hebben, en zij beloven mede de verzege¬ling uit het pro¬thocol te laten roieren, en de papieren hiertoe strek¬kende over te geven; en nooit verder geen pretensie op de voornoem¬de Brugge te maken, alsmede op alle andere goederen, toebe¬horende de cornet Ged¬de een diens huis¬vrouw, hoe die ook genoemd worden. Ver¬der nemen Jan Rot¬gers en Geesien op den Krommen¬dijck aan de Heer Doctor Verhoef te betalen van zijn verdiend salaris, zo hij gedu-rende de procedure op Hermannus Pouwels op den Krommendijck zijn gekocht land, alsmede op den Odinckhoff, alsook mede van "insate en verkopinge" van het voornoemde land en goed heeft verdiend. De cor¬net Gedde verbindt voor de beloofde 1400 gulden zijn persoon en goederen, indien er [sij] onvermoedelijk uit de kooppenningen van den Odinckhoff niet zo veel mocht overblijven. Daartegen zal de cor¬net Gedde, "soo meerder moghte overblijven, als de vorijge 1400 gul¬den van de kooppenningen van den Odinckhoff van de rente van het tweede en laatste termijn wederom ontfan-gen, en daer voor de on¬mon¬dige kinde¬ren van salige Jon¬ker Lambert van Egmont nieuwe kle¬deren kopen; Son¬der argh of list".
In kennis der waarheid zijn hiervan twee "alleensluidende" [-] op¬gericht en deze wederzijds getekend. Zwolle 15 april 1711.
- Was getekend Jan Rutgers, Geesien Albers.
Ik Hendrick Weghuis approbeer dit accoord op en met approbatie van Mijn Heer Scholte van Zwol als overmomber.
Op 15 april 1711 is dit accoord geapprobeerd.
Keurnoten de Doctoren Calencam en Rouse.
- Was getekend W. Vriesen.

[Herman van der Bent]

Onvermoeibaar. Mooie informatie. Die link met Elsjen Gedde hebben we zijdelings al wel eens besproken en ik heb er al wel eens verder naar gezocht. Ik had niet alle aktes die je hebt geplaatst, maar wel nog een paar andere. Hieronder heb ik ze even gegroepeerd. In blauw mijn toevoegingen:

1703-12-24 Momberakte, Anna Catrina Bourrichters, weduwe van wijlen jonker Lambert van Egmont, twee onmondige kinderen (Margarieta Maria en Lamberta van Egmont), Mombers: Henrick Weghuis, "oude oom" van de moeders zijde, en Berent Matthijs als "naberman"
1703-12-24 Windesheim Trouwen Carel Gedde j.m. en Anna Catharina Boerrechters weduwe in Winsem op Odinckhoff
1704-0426/26 Zwolle momberakte aanvulling en schuldakte Odinckhof (en stift Essen), Christiaan Carel Gedde, cornet, en de Vrouw Anna Catharina Bourrichters
1704-11-23 Zwolle RK Christiaen Karel Gedde en zijn vrouw Anna Catharina Boerregters laten hun dochter Anna Catharina dopen Getuige Anna Maria Weghuis
1708-04-22 Christiaan Carel Gedde en zijn vrouw N.N., op den Odinkhoff, laten hun dochter Eijlarda dopen
1711-04-15 Akte registratie land, cornet Christiaen Carel Gedde
1726-08-03 Anna Catharina Gedde gaat in ondertrouw met Daenijel Gangelhoff (huwelijk 24-09-1726 te Emmelenkamp)
1720-11-22 Colmschate trouwen Christiaen Carel Gedde Cornet wonende te Olst met Geertruijt Agnes van Leuwen j.d. wonende op Middelbeek O.C attestatie gegeven na Olst den 14 Xbr. https://www.knggw.nl/raadplegen/de-nede ... 1920-38/9/

Die hertrouw 1720 van Christiaan Carel Gedde kon ik zo snel niet meer terugvinden op vpnd, maar staat wel in de Nederlandse Leeuw jaargang 38. Daar is misschien nog wel meer bij te vinden. En wat vinden we van dit:

1706-12-12 Windseheim dopen Willem Asjes op den Sloot in Winsheim laat dopen: Asjen
1707-01-02 WIndesheim trouwen Willem Asjes zone van Asjen Janssen van Weeggele en Geertruidt Willems j.d. van Willem Janssen tot Winsheim
1708-04-22 Windesheim dopen Christiaan Carel Gedde op den Odinkhoff laat dopen: Eijlarda
1708-06-04 Windesheim dopen Willem Asjes in de Kamer op Odinkhoff laat dopen: Geesjen

Die Willem Asjes op de Odinckhof laat twee maanden later dan Christiaan Carel Gedde, ook op de Odinkhof een kind dopen. Is dat diegene die 1707-01-02 trouwt? Toeval dus dat dat ook een Willem Asjes is?

[ria jongman]

f 289 Olst 12 December 1721 (uittr 19.289)
Verw Scholtes J Tichler. Ceurnoten Henric Mejer Kerkmr en Jacob Veenman.
Ick Joan Tichler der rechten Doctor Verw Scholtes van Olst stelle tot momberen over Anna Catarina, Eilerda, Christiana en Frederik Wilhelm, onmundige kinderen van de gewesene Cornet Christiaan Carel Gedde, bij wijlen Anna Catharina Boerrigters ehelijk verworven, de personen Jan Frederik in den Ceulsen Dom en Willem Kruidenberg om de onmundigen profijt te sooeken en schade te weren. Voorts erschenen in eodem judicio Christiaan Carel Gedde voornoemt ende heeft voorstaande kinderen voor moederlijk goet bewesenals volgt.
De beide outste kinderen sullen ieder hebben vijf en dertig Car Gls ende sulx op Maij des aanstaanden jaar 1722 , tegens welke tijt de vader heeft belooft haar een goede huise na sijn vermogen te besorgen en bij faute van dien haar eerlijk te onderhouden. Ende sullen te twee jongste kinderen ieder hebben vijf en twintig Car Gls, te genieten en te trekken als 20 jaren sullen sijn oud geworden. Vorders heeft de vader belooft de kinderen alle eerlijk te sullen opvoeden en de beide jongsten leren en schrijven en ’t meijsjen daar en boven naeijen te laten leeren. Waarmede de momberen als oock de vader bij handtastinge verklaarden hare pupillen na haar beste weten genoeg geschiet te sijn en voortaan haar pleeginderen personen en goederen na haar beste vermogen als goede momberen na rechte schuldig sijn te sullen administreren en voorstaan. Actum ut supra. W.g. J.Tichler.