Ria schreef:
" Zwolle 08-04-1627 Hessel Jansen s. Jan Jansen s. en
Peeter Berents Berent Hendricksen [alias Weijdeman] d. beijde wonende tot Haerst
Zwolle -
03-02-1628 Jan z.v. Hessel Hendriks en Pietertien Berents
06-05-1632 Henrick z.v. Hesselt Jans en Peetertien Berents
22-05-1636: Frerick z.v. Hessel Jans en Petertien Berents
Maar vermoedelijk hebben ze ook een dochter Fijchien " Einde citaat.
Mogelijk is de volgende een zus van Hessel Jansen:
23-08-1631 Luchien Alberts Albert Luchiens sone tot Langenholte, ende
Hille Jans Jan Jansen n.d. tot Haerst
Frerick Hessels
-
- Berichten: 2866
- Lid geworden op: 14 okt 2021, 19:30
Re: Frerick Hessels
Die moet jij al kennen, toch?
Dries Gerrits [=BENNINK] jm w. te Herften x 06-09-1670 met Hillegien Luijghiens jd te Langenholte
uit dit huwelijk
- Lucas 09-01-1672
- Gerrit op 29-10-1673
Hillegien is uit het 2e huwelijk van Luichien
Dries Gerrits [=BENNINK] jm w. te Herften x 06-09-1670 met Hillegien Luijghiens jd te Langenholte
uit dit huwelijk
- Lucas 09-01-1672
- Gerrit op 29-10-1673
Hillegien is uit het 2e huwelijk van Luichien
-
- Berichten: 2690
- Lid geworden op: 10 jan 2006, 00:00
Re: Frerick Hessels
Ze zijn zo langzamerhand al vaak hier op het Forum voorbij gekomen, bijv.
" Het is een kettinghuwelijk:
Bericht door Janny Lalkens » 02 Dec 2015 07:29
Het is dus een kettinghuwelijk:1. Dries Gerrits X Hilligje Lucas. Kinderen: Lucas Driessen en Gerrit Driessen, die later ook wel Gerrit Bennink heet. Hij trouwt in 1705 met Anna Dwars, wordt veerman van het Katerveer. Sterft al 3 jaar later. Begraven 4-5-1708, heeft even daarvoor een testament laten maken. ( 27 april)2. Dries Gerrits X Aaltje Egberts. Kinderen: Hillighien Driessen ( Naar Hilligje Lucas genoemd) en Dries Driessen Bennink, die met die Willemina Gerrit Bos trouwt."
Gerrit Dries is de 3e man van Anna Dwars. Een zoon uit haar 2e huwelijk trouwt als Jan Derx Gaesbergen met Aaltje Jansen Vos die na zijn dood hertrouwt met Thijs Gerrits Snel, veerman aan het Katerveer. Ook nog onlangs hier voorbij gekomen.
" Het is een kettinghuwelijk:
Bericht door Janny Lalkens » 02 Dec 2015 07:29
Het is dus een kettinghuwelijk:1. Dries Gerrits X Hilligje Lucas. Kinderen: Lucas Driessen en Gerrit Driessen, die later ook wel Gerrit Bennink heet. Hij trouwt in 1705 met Anna Dwars, wordt veerman van het Katerveer. Sterft al 3 jaar later. Begraven 4-5-1708, heeft even daarvoor een testament laten maken. ( 27 april)2. Dries Gerrits X Aaltje Egberts. Kinderen: Hillighien Driessen ( Naar Hilligje Lucas genoemd) en Dries Driessen Bennink, die met die Willemina Gerrit Bos trouwt."
Gerrit Dries is de 3e man van Anna Dwars. Een zoon uit haar 2e huwelijk trouwt als Jan Derx Gaesbergen met Aaltje Jansen Vos die na zijn dood hertrouwt met Thijs Gerrits Snel, veerman aan het Katerveer. Ook nog onlangs hier voorbij gekomen.
-
- Berichten: 2866
- Lid geworden op: 14 okt 2021, 19:30
Re: Frerick Hessels
Voor alle duidelijkheid
het is Luichies - geen Lucas
19-02-1604 Albert Luigens s. Luigen Albers n.s. ende
Wibbe Peters s. Peter Jacobsen n.d. beide woenende tot Harst
23-08-1631 Luchien Alberts Albert Luchiens sone tot Langenholte, ende
Hille Jans Jan Jansen n.d. tot Haerst
05-09-1643
Luijchin Alberts wedr.
Macheltijn Jans, Jan Henrijcksen ND beijde tot Langenholte
NB Geen erfuiting in Zwollerkerspel
KINDEREN VAN Hille JANS
* Merchien Luigiens [huwelijk zit in het hiaat] x Egbert Hendriks; zij hertr Hermen Jansen
* Geessien Luigiens [x Hans Gerrits]
Uit 2e huwelijk
* Hillegien Luigiens [overlijdt voor 1677 x Derk Gerrits Bennink]
f171 - 7 sep 1661 - Richter Bernardt Holt.
Keurnoten Gerrardt Holt, hopman, en Rodolff Crans.
Door het Gericht zijn tot mombers geauthoriseerd en gesteld over het onmondige kind van zaliger Luijchien Alberts te Langenholte, bij Mechtelt Jansen in echte geprocreerd, Derck Jansen als aangehuwde oom van de moeders zijde, en Lubbert Hermsen als nabuur. Die de momberschap hebben aangenomen en beloofd hebben des kinds beste en voordeel in alles te zoeken en waar te nemen, zoals goed een getrouwe mombers toestaat en behoren te doen.
Waarna Mechtelt Jansen, weduwe van zaliger Luijchien Alberts voorschreven, geassisteerd met Jacob van Muijden, gerichtschrijver als haar momber, aan haar onmondige dochter, met name(n) Hillegien Luijchiens, ten overstaan van deze hun mombers voornoemd erfuiting heeft gedaan en voor hun zaliger vaders goed bewezen 50 Caroli gulden eens, een bed met zijn toebehoren en een derde part van haar zaliger vaders kleren. Welke penningen nu op St. Michaelis "eerstcompstich" tot voordeel van dit kind direct op rente zullen gaan. En zij erfuiterse belooft haar voorschreven dochter in kost en kleren te onderhouden, zo lang zij bij haar blijft, en "t' eijndes die tijt gecleet en gereet uijtsetten nae staets gelegentheijt". Waarmee zij verklaart haar voorschreven dochter [een] oprechte en sincere erfuiting en bewijs wegens haar zaliger vaders goed te hebben gedaan, en [zij] verbindt voor dit alles haar persoon en goederen. Zonder argelist.
- Juramentum per tutores remissum est.
[Kantlijn hierbij op f171:] 14 december 1661 - Egbert Henricksen noie. uxoris [-] wegens het vaders en moeders goed voldaan.
Hans Gerrijts en Geessien Luijchiens, tutore marito, verklaren mede voldaan te zijn.
f172 - Eodem [7 sep 1661].
Mechtelt Jansen, weduwe van zaliger Luijchien Alberts te Langenholte, geassisteerd als voren, heeft nog erfuiting gedaan aan Merregien Luijchiens, huisvrouw van Egbert Henricx te Haerst, en aan Geessien Luijchiens, en voor hun zaliger vaders bewezen [aan] ieder een somma van 50 Caroli gulden. Waarmee zij gecontenteerd zijn geweest. Zonder argelist
Zwolle 22-10-1661
Jan Gerrits jd van Herffte
Mechtelt Jans, Luichjen Alberts NW beide te Langenholte
de bruit heeft erfuitinge gedaen
het is Luichies - geen Lucas
19-02-1604 Albert Luigens s. Luigen Albers n.s. ende
Wibbe Peters s. Peter Jacobsen n.d. beide woenende tot Harst
23-08-1631 Luchien Alberts Albert Luchiens sone tot Langenholte, ende
Hille Jans Jan Jansen n.d. tot Haerst
05-09-1643
Luijchin Alberts wedr.
Macheltijn Jans, Jan Henrijcksen ND beijde tot Langenholte
NB Geen erfuiting in Zwollerkerspel
KINDEREN VAN Hille JANS
* Merchien Luigiens [huwelijk zit in het hiaat] x Egbert Hendriks; zij hertr Hermen Jansen
* Geessien Luigiens [x Hans Gerrits]
Uit 2e huwelijk
* Hillegien Luigiens [overlijdt voor 1677 x Derk Gerrits Bennink]
f171 - 7 sep 1661 - Richter Bernardt Holt.
Keurnoten Gerrardt Holt, hopman, en Rodolff Crans.
Door het Gericht zijn tot mombers geauthoriseerd en gesteld over het onmondige kind van zaliger Luijchien Alberts te Langenholte, bij Mechtelt Jansen in echte geprocreerd, Derck Jansen als aangehuwde oom van de moeders zijde, en Lubbert Hermsen als nabuur. Die de momberschap hebben aangenomen en beloofd hebben des kinds beste en voordeel in alles te zoeken en waar te nemen, zoals goed een getrouwe mombers toestaat en behoren te doen.
Waarna Mechtelt Jansen, weduwe van zaliger Luijchien Alberts voorschreven, geassisteerd met Jacob van Muijden, gerichtschrijver als haar momber, aan haar onmondige dochter, met name(n) Hillegien Luijchiens, ten overstaan van deze hun mombers voornoemd erfuiting heeft gedaan en voor hun zaliger vaders goed bewezen 50 Caroli gulden eens, een bed met zijn toebehoren en een derde part van haar zaliger vaders kleren. Welke penningen nu op St. Michaelis "eerstcompstich" tot voordeel van dit kind direct op rente zullen gaan. En zij erfuiterse belooft haar voorschreven dochter in kost en kleren te onderhouden, zo lang zij bij haar blijft, en "t' eijndes die tijt gecleet en gereet uijtsetten nae staets gelegentheijt". Waarmee zij verklaart haar voorschreven dochter [een] oprechte en sincere erfuiting en bewijs wegens haar zaliger vaders goed te hebben gedaan, en [zij] verbindt voor dit alles haar persoon en goederen. Zonder argelist.
- Juramentum per tutores remissum est.
[Kantlijn hierbij op f171:] 14 december 1661 - Egbert Henricksen noie. uxoris [-] wegens het vaders en moeders goed voldaan.
Hans Gerrijts en Geessien Luijchiens, tutore marito, verklaren mede voldaan te zijn.
f172 - Eodem [7 sep 1661].
Mechtelt Jansen, weduwe van zaliger Luijchien Alberts te Langenholte, geassisteerd als voren, heeft nog erfuiting gedaan aan Merregien Luijchiens, huisvrouw van Egbert Henricx te Haerst, en aan Geessien Luijchiens, en voor hun zaliger vaders bewezen [aan] ieder een somma van 50 Caroli gulden. Waarmee zij gecontenteerd zijn geweest. Zonder argelist
Zwolle 22-10-1661
Jan Gerrits jd van Herffte
Mechtelt Jans, Luichjen Alberts NW beide te Langenholte
de bruit heeft erfuitinge gedaen
-
- Berichten: 2866
- Lid geworden op: 14 okt 2021, 19:30
Re: Frerick Hessels
bericht 2
Is volgens mij Jan Gerrits [ oom van VZ erfuiting Dries Bennink wedr Hillegien Alberts] hertrouwd met haar moeder?
Jan is die halve oom wonende te Langenholte - zie testament Egbertje Jans [1677]
Is volgens mij Jan Gerrits [ oom van VZ erfuiting Dries Bennink wedr Hillegien Alberts] hertrouwd met haar moeder?
Jan is die halve oom wonende te Langenholte - zie testament Egbertje Jans [1677]
-
- Berichten: 2866
- Lid geworden op: 14 okt 2021, 19:30
Re: Frerick Hessels
bericht 3
Nog gevonden
Aelbert
Beerents
Aangenomen:
Nee
Datum:
1668-06-21
Tekst:
en zijn vrouw Swaentien Jansen laten hun dochter Jenneken dopen
Nog gevonden
Aelbert
Beerents
Aangenomen:
Nee
Datum:
1668-06-21
Tekst:
en zijn vrouw Swaentien Jansen laten hun dochter Jenneken dopen
-
- Berichten: 2690
- Lid geworden op: 10 jan 2006, 00:00
Re: Frerick Hessels
Het grijpt allemaal in elkaar. Egbertje Jans haar testament is als het ware al een soort zelfstandige genealogie. Met al die hele en halve ooms en tantes, waaronder 2 x een halve oom Jan Gerrits.
[In gedachten heb ik die tegen elkaar aangeplakt, zodat je dan daar tenminste weer een hele Jan Gerrits hebt. ]
En die tantes uit Voorst: daar kwam toch uiteindelijk 2x een Roelof Noteboom om de hoek kijken?
Hier is dat testament:
f30 - 15 aug 1677 - Richter Bernard Holt.
Keurnoten Jan Derx en Jan Arents.
In het Gericht zijn verschenen Jakob Jansen en Egbertjen Jansen, eheluiden, woonachtig tot Langenholte, beiden gaande en staande, en gezond van lichaam en verstand, en zij Egbertjen Jansen geassisteerd met Henrik Queisen, gerichtschrijver, als haar momber in dezen. Zij maken hun testament als volgt.
- Ten eerste legateert en bespreekt hij Jakob Jansen aan zijn voorschreven huisvrouw Egbertjen Jansen de lijftucht van al zijn na te laten goederen, mobiele en immobiele, actien en credieten, niets uitgezonderd.
Voorbehouden dan nog aan zijn ouders hun legitieme portie vrij en onbekommerd. Waarin hij testator [als] nu in het eigendom van zijn verschreven betuchtigde goederen zijn vader Jan Henrix en [zijn] moeder Marrichjen Jakobs tot erfgenamen institueert mitsdezen.
En indien zijn voorschreven ouders voor hem mochten komen te overlijden, zo stelt hij tot zijn erfgenamen in het eigendom van al zijn voorschreven betuchtigde goederen zijn broers en zusters [niet genoemd, die dan nog leven, of bij eerdere aflijvigheid van dezen deze hun kinderen in plaats van de ouders.
Verder legateert en bespreekt zij Egbertjen Jansen na haar dood aan haar voorschreven eheman Jakob Jansen al hetgeen, zo van linnen, wol en zilverwerk, dat tot haar lijfdracht behoort, alsmede al haar paarden, beesten, wagen en ploeg, "rak en reetschap", en de inboedel van het huis, niets van alles uitgezonderd, om al "hetselve" eeuwig en erfelijk te krijgen [hebben] en behouden, en [dan] vervolgens de lijftucht van al haar verdere na te laten goederen, mobiele en immobiele, actien en credieten, niets uitgezonderd.
En zij stelt tot haar erfgenamen in het eigendom van haar voorschreven betuchtigde na te laten goederen haar volle ooms Derk Reiners, woonachtig tot Langenholte, Derk Gerrits, woonachtig tot Berkum, en dan nog
haar halve ooms Jan Gerrits, woonachtig tot Langenholte,
Dries Gerrits, woonachtig tot Herfte en Jan Gerrits, woonachtig tot Strokkel [= Streukel], en dan nog haar halve moeijen [= tantes] Derkjen Gerrits, huisvrouw van Evert Neuteboom, woonachtig tot Langenholte, en Mette Gerrits, nog ongetrouwd, om deze haar nalatenschap te delen. Mits "nogtans" dat de volle ooms eens zo veel als de halve ooms en moeijen zullen genieten.
En tenslotte legateren zij elk na hun dood aan de Armen van Zwolle de somma van 100 Caroli gulden eens. Zonder argelist.
- De testator zal zelf tekenen en Henrik Queisen, gerichtschrijver, zal op "desselfs" verzoek mede zegelen en op verzoek van de testatrice tekenen en zegelen.
Gecombineerd met het begin van de momberstelling van Dries Gerrits: ORA 611 ZWK.
f17 - Eodem [25 mei 1677] - Richter Bernard Holt.
Keurnoten Henrik Queisen en Albert van Goor.
In het Gericht is verschenen Dries Gerrits, woonachtig tot Herfte. Hij heeft over zijn twee onmondige kinderen (Luicas en Gerrit Driessen), bij wijlen zijn huisvrouw Hillichjen Luichjes in echte verworven, tot mombers verzocht
Jan Gerrits, oom van de vaders zijde, woonachtig tot Langenholte,
en Egbert Henrix, woonachtig tot Haarst, aangehuwde oom van de moeders zijde. Dewelke, daarop verhoord zijnde, deze momberschap hebben aangenomen en beloofd [deze] na behoren te zullen waarnemen.
Waarna hij comparant aan zijn voorschreven twee kinderen ten overstaan van deze genoemde mombers erfuiting heeft gedaan en voor het moeders goed heeft bewezen het zesde part van het halve erve en goed, gelegen in dit kerspel van Zwolle in de buurtschap Herfte, thans bewoont door Annechien Jansen, weduwe van Kornelis Stevens, zoals hem comparant aangestorven is van zijn vader; enz.
en nog gecombineerd met:
Ria schreef: “ Zwolle 22-10-1661 Jan Gerrits jd van Herffte
Mechtelt Jans, Luichjen Alberts NW beide te Langenholte
de bruit heeft erfuitinge gedaen
Is volgens mij Jan Gerrits [ oom van VZ erfuiting Dries Bennink wedr Hillegien Alberts] hertrouwd met haar moeder?
Jan is die halve oom wonende te Langenholte - zie testament Egbertje Jans [1677] “ Einde citaat.
*******
Helemaal mee eens. Kan niet missen, toch? Het zal niet die andere halve oom Jan Gerrits zijn, want die woonde in Streukel.
*******************************
Mooi, dat er nog een dochtervan Albert Berents uit zijn 1e huwelijk is gevonden. Een vrouwennaam: Jenneken, genoemd naar oma MZ of VZ? Albert zelf en zijn broer Engbert Berents hadden ook een zus Jannichjen.
[In gedachten heb ik die tegen elkaar aangeplakt, zodat je dan daar tenminste weer een hele Jan Gerrits hebt. ]
En die tantes uit Voorst: daar kwam toch uiteindelijk 2x een Roelof Noteboom om de hoek kijken?
Hier is dat testament:
f30 - 15 aug 1677 - Richter Bernard Holt.
Keurnoten Jan Derx en Jan Arents.
In het Gericht zijn verschenen Jakob Jansen en Egbertjen Jansen, eheluiden, woonachtig tot Langenholte, beiden gaande en staande, en gezond van lichaam en verstand, en zij Egbertjen Jansen geassisteerd met Henrik Queisen, gerichtschrijver, als haar momber in dezen. Zij maken hun testament als volgt.
- Ten eerste legateert en bespreekt hij Jakob Jansen aan zijn voorschreven huisvrouw Egbertjen Jansen de lijftucht van al zijn na te laten goederen, mobiele en immobiele, actien en credieten, niets uitgezonderd.
Voorbehouden dan nog aan zijn ouders hun legitieme portie vrij en onbekommerd. Waarin hij testator [als] nu in het eigendom van zijn verschreven betuchtigde goederen zijn vader Jan Henrix en [zijn] moeder Marrichjen Jakobs tot erfgenamen institueert mitsdezen.
En indien zijn voorschreven ouders voor hem mochten komen te overlijden, zo stelt hij tot zijn erfgenamen in het eigendom van al zijn voorschreven betuchtigde goederen zijn broers en zusters [niet genoemd, die dan nog leven, of bij eerdere aflijvigheid van dezen deze hun kinderen in plaats van de ouders.
Verder legateert en bespreekt zij Egbertjen Jansen na haar dood aan haar voorschreven eheman Jakob Jansen al hetgeen, zo van linnen, wol en zilverwerk, dat tot haar lijfdracht behoort, alsmede al haar paarden, beesten, wagen en ploeg, "rak en reetschap", en de inboedel van het huis, niets van alles uitgezonderd, om al "hetselve" eeuwig en erfelijk te krijgen [hebben] en behouden, en [dan] vervolgens de lijftucht van al haar verdere na te laten goederen, mobiele en immobiele, actien en credieten, niets uitgezonderd.
En zij stelt tot haar erfgenamen in het eigendom van haar voorschreven betuchtigde na te laten goederen haar volle ooms Derk Reiners, woonachtig tot Langenholte, Derk Gerrits, woonachtig tot Berkum, en dan nog
haar halve ooms Jan Gerrits, woonachtig tot Langenholte,
Dries Gerrits, woonachtig tot Herfte en Jan Gerrits, woonachtig tot Strokkel [= Streukel], en dan nog haar halve moeijen [= tantes] Derkjen Gerrits, huisvrouw van Evert Neuteboom, woonachtig tot Langenholte, en Mette Gerrits, nog ongetrouwd, om deze haar nalatenschap te delen. Mits "nogtans" dat de volle ooms eens zo veel als de halve ooms en moeijen zullen genieten.
En tenslotte legateren zij elk na hun dood aan de Armen van Zwolle de somma van 100 Caroli gulden eens. Zonder argelist.
- De testator zal zelf tekenen en Henrik Queisen, gerichtschrijver, zal op "desselfs" verzoek mede zegelen en op verzoek van de testatrice tekenen en zegelen.
Gecombineerd met het begin van de momberstelling van Dries Gerrits: ORA 611 ZWK.
f17 - Eodem [25 mei 1677] - Richter Bernard Holt.
Keurnoten Henrik Queisen en Albert van Goor.
In het Gericht is verschenen Dries Gerrits, woonachtig tot Herfte. Hij heeft over zijn twee onmondige kinderen (Luicas en Gerrit Driessen), bij wijlen zijn huisvrouw Hillichjen Luichjes in echte verworven, tot mombers verzocht
Jan Gerrits, oom van de vaders zijde, woonachtig tot Langenholte,
en Egbert Henrix, woonachtig tot Haarst, aangehuwde oom van de moeders zijde. Dewelke, daarop verhoord zijnde, deze momberschap hebben aangenomen en beloofd [deze] na behoren te zullen waarnemen.
Waarna hij comparant aan zijn voorschreven twee kinderen ten overstaan van deze genoemde mombers erfuiting heeft gedaan en voor het moeders goed heeft bewezen het zesde part van het halve erve en goed, gelegen in dit kerspel van Zwolle in de buurtschap Herfte, thans bewoont door Annechien Jansen, weduwe van Kornelis Stevens, zoals hem comparant aangestorven is van zijn vader; enz.
en nog gecombineerd met:
Ria schreef: “ Zwolle 22-10-1661 Jan Gerrits jd van Herffte
Mechtelt Jans, Luichjen Alberts NW beide te Langenholte
de bruit heeft erfuitinge gedaen
Is volgens mij Jan Gerrits [ oom van VZ erfuiting Dries Bennink wedr Hillegien Alberts] hertrouwd met haar moeder?
Jan is die halve oom wonende te Langenholte - zie testament Egbertje Jans [1677] “ Einde citaat.
*******
Helemaal mee eens. Kan niet missen, toch? Het zal niet die andere halve oom Jan Gerrits zijn, want die woonde in Streukel.
*******************************
Mooi, dat er nog een dochtervan Albert Berents uit zijn 1e huwelijk is gevonden. Een vrouwennaam: Jenneken, genoemd naar oma MZ of VZ? Albert zelf en zijn broer Engbert Berents hadden ook een zus Jannichjen.
-
- Berichten: 2866
- Lid geworden op: 14 okt 2021, 19:30
Re: Frerick Hessels
Engbert Berents had geen dochter Jennigje maar een Eva/ Eeefse
Zwolle 11-06-1660 Engbert Berents, j.g. tot Genne ende
Grietien Lubberts, j.d. tot Langenholte
Zwolle
- Berent 05-02-1661 zv Engbert Berents en Griete Lubberts
- Engbert Berents 1663-05-10 Tekst: overleden; zijn nagelaten vrouw Griete Lubberts laat hun dochter Eva dopen
Zwollerkerspel f35 - 6 juni 1663 - Richter Bernard Holt.
Keurnoten Gerhard Holt, hopman, en Rudolph Crans.
In het Gericht is verschenen Grietijn Lubberts, weduwe van zaliger Engbert Berents tot Langenholte, geassisteerd met Henr. Queisen als haar momber. Zij heeft tot mombers over haar twee onmondige kinderen (Berent Engberts en Eeffsche Engberts), in echte bij Engbert Berents voorschreven geprocreerd, verzocht Albert Berents op de Nieustadt, oom van vaders zijde, en Derck Lubberts tot Langenholte, oom van de moeders zijde etc.
Albert en bovenstaande Engbert hadden wel een zus Jannigjen [x Hendrik Everts]
En zowel Albert als Jannigjen hebben allebei een dochter Hilligjen
MI - kan Jenneke ook een verbastering van Jan zijn, het patroniem van Swaantje.
Zoon Jan volgt daarna en dan een Hilligje
Dit gaat zo niet lukken, vrees ik
Zwolle 11-06-1660 Engbert Berents, j.g. tot Genne ende
Grietien Lubberts, j.d. tot Langenholte
Zwolle
- Berent 05-02-1661 zv Engbert Berents en Griete Lubberts
- Engbert Berents 1663-05-10 Tekst: overleden; zijn nagelaten vrouw Griete Lubberts laat hun dochter Eva dopen
Zwollerkerspel f35 - 6 juni 1663 - Richter Bernard Holt.
Keurnoten Gerhard Holt, hopman, en Rudolph Crans.
In het Gericht is verschenen Grietijn Lubberts, weduwe van zaliger Engbert Berents tot Langenholte, geassisteerd met Henr. Queisen als haar momber. Zij heeft tot mombers over haar twee onmondige kinderen (Berent Engberts en Eeffsche Engberts), in echte bij Engbert Berents voorschreven geprocreerd, verzocht Albert Berents op de Nieustadt, oom van vaders zijde, en Derck Lubberts tot Langenholte, oom van de moeders zijde etc.
Albert en bovenstaande Engbert hadden wel een zus Jannigjen [x Hendrik Everts]
En zowel Albert als Jannigjen hebben allebei een dochter Hilligjen
MI - kan Jenneke ook een verbastering van Jan zijn, het patroniem van Swaantje.
Zoon Jan volgt daarna en dan een Hilligje
Dit gaat zo niet lukken, vrees ik