Bergklooster begraafboek 812, blz. 230
Even iets later dan berekend:
"1707 Den 17 Junius is Engbert uijt de Bruggenhoek begraven"
Deze zou het geweest kunnen zijn. De familie mocht in latere jaren zonder begraafkosten op Bergklooster de gezinsleden laten begraven. Mogelijk mocht deze familie dat ook al in 1707. Voor de begrafenis van deze Engbert is niets betaald. De persoon, die alles noteerde moet hem gekend hebben. Hij wordt alleen Engbert genoemd. De begraafboeken waren toen eigenlijk een soort kasboeken, om bij te houden, wie er wel en wie er niet hoefde te betalen. Als je iemand goed kent ( en de Bruggenhoek lag niet ver van begraafplaats Bergklooster), dan volstaat het noteren van een voornaam. De persoon die alles noteerde was nogal eens de schoolmeester van de school op Bergklooster. Die kon schrijven.
En het plaatsen van Engbert Berents in voorgaande beschreven familie zou kunnen kloppen, omdat er voor het dochtertje Marregien Engberts van Engbert Berents en Arentien Hendriks als momber wordt aangesteld: Egbert Berents, broer van Engbert Berents. Dat zou kloppen met de namen van de kinderen van Gerrechien Lubberts, die een zoon Engbert Berents en een zoon Egbert Berents had en ook klopt het zoals al aangegeven met Berend Hilbers, de zwager van Engbert Berents.
Hartelijke groeten, Janny
[ 29. September 2013, 12:49: Bericht gewijzigd door: Janny Lalkens ]
bouwmeester te langenholte
-
Janny Lalkens
- Berichten: 2725
- Lid geworden op: 10 jan 2006, 00:00
-
Janny Lalkens
- Berichten: 2725
- Lid geworden op: 10 jan 2006, 00:00
Nog verder gezocht in het
Nog verder gezocht in het begraafboek van Bergklooster:
Den 3 October 1711 Claas Boumeester uijt de Bruggenhoek begraven Boek 812/223.
Dat zou Klaas Hendriks geweest kunnen zijn, ook omdat Gerrechien Lubberts ( zijn 2e vouw) de weduwe van Klaas Hendriks wordt genoemd op 1 januari 1712 in Het Stift Essen. Het ging er daar om: wie is nu de persoon, die het leengoed op zijn naam heeft staan? Logisch, dat er dan 1 januari 1712 een aantekening staat, dat hetnu de weduwe van Klaas Hendriks is. Als dit zo is, dan heet ook hier de tweede man Bouwmeester. Het lijkt er op, dat de tweede echtgenoot de naam Bouwmeester overneemt van de overleden eerste man.
Het overlijden van de eerste vrouw van Engbert Berents in ongeveer 1703 heb ik niet gevonden. Ik mis de kopie van blz. 8 van het begraafboek 812 van Bergklooster en bovendien is het rond die tijd een rommeltje in de administratie. Ik mis toch al een paar jaar, tenzij die nu juist allemaal op die blz. 8 zouden staan.
Hartelijke groeten, Janny
Den 3 October 1711 Claas Boumeester uijt de Bruggenhoek begraven Boek 812/223.
Dat zou Klaas Hendriks geweest kunnen zijn, ook omdat Gerrechien Lubberts ( zijn 2e vouw) de weduwe van Klaas Hendriks wordt genoemd op 1 januari 1712 in Het Stift Essen. Het ging er daar om: wie is nu de persoon, die het leengoed op zijn naam heeft staan? Logisch, dat er dan 1 januari 1712 een aantekening staat, dat hetnu de weduwe van Klaas Hendriks is. Als dit zo is, dan heet ook hier de tweede man Bouwmeester. Het lijkt er op, dat de tweede echtgenoot de naam Bouwmeester overneemt van de overleden eerste man.
Het overlijden van de eerste vrouw van Engbert Berents in ongeveer 1703 heb ik niet gevonden. Ik mis de kopie van blz. 8 van het begraafboek 812 van Bergklooster en bovendien is het rond die tijd een rommeltje in de administratie. Ik mis toch al een paar jaar, tenzij die nu juist allemaal op die blz. 8 zouden staan.
Hartelijke groeten, Janny
-
ria van bessen
- Berichten: 9337
- Lid geworden op: 14 apr 2005, 00:00
Bovenstaande klopt allemaal
Bovenstaande klopt allemaal.
Maar de broer van Engbert Berents, Egbert Berents noemt zich later Egbert van Berkum.
Dus de naam Bouwmeester - waar komt die dan vandaan?
Maar de broer van Engbert Berents, Egbert Berents noemt zich later Egbert van Berkum.
Dus de naam Bouwmeester - waar komt die dan vandaan?
-
Janny Lalkens
- Berichten: 2725
- Lid geworden op: 10 jan 2006, 00:00
Ja, dat is inderdaad Egbert
Ja, dat is inderdaad Egbert van Berkum, maar dat heb ik er eerst niet bijgezet, omdat het al best ingewikkeld is met de ene die zich wel of niet Bouwmeester noemt, terwijl het broers zijn, hoewel ze ook wel 2 dezelfde ouders hebben en een andere die zich Bouwmeester noemt, waarschijnlijk 2 x het geval, terwijl ze waarschijnlijk beide geen Bouwmeester waren, maar met een weduwe trouwden, die eerst met een echte Bouwmeester getrouwd was.
Egbert van Berkum erft in 1707 niet van oom Hermen Engberts Bouwmeester, maar wel erven zijn zoons Lubbert en Egbert Egberts.
Vermoedelijk is Egbert van Berkum dan al overleden. Ik meen me te herinneren, dat Egbert van Berkum herbergier was in de Koelelugt bij De Zande en dat Egbert van Herfte herbergier was even verderop in Spoolde bij het Katerveer.
De mensen die zich van zichzelf of na huwelijk met een weduwe van een Bouwmeester zelf ook Bouwmeester gaan noemen, wonen soms in de Bruggenhoek in Berkum. Ik zou dan denken: welk groot huis stond er in de Bruggenhoek? Stond daar wel een groot huis, waar een bouwhuis bij geplaatst was? En dat dan die huurder Bouwmeester werd genoemd?
Hermen Engbers Bouwmeester woont op de grens Poepershoek en Bruggenhoek. Omdat zijn broer Berent pas in 1687 trouwt, heb ik hem niet als hoofdbewoner gezien in de vuursteden 1675 en 1682.
( Uitzonderingen waren er ook: niet gehuwd en wel als hoofdbewoner genoteerd.)
De Cranenborg was daar in die buurt. Zou daar een bouwhuis bij geweest zijn, waar Hermen Engberts de huurder van was en dat zijn broer daar dan ongetrouwd bij hem woonde? De drost van Vollenhove was de eigenaar. Ik heb de geschiedenis van de Cranenborg niet zo in mijn hoofd.
En ik weet ook niet, of het bestaan van een bouwhuis nodig is om je Bouwmeester te gaan noemen. Misschien is er geen verband. Maar juist omdat de tweede echtgenoot zich wel eens Bouwmeester gaat noemen, denk ik aan een huurder op een bouwhuis en na zijn dood huurt de 2e echtgenoot ook datzelfde erf en gaat zich dan ook maar Bouwmeester noemen.
Maar dit is een veronderstelling, meer niet.
Bewoning van de mensen waar we nu mee bezig zijn, is mij trouwens ook niet altijd zo duidelijk. In de transcriptie van Henri Wolf van Hoofdgeld 1723 staat Gerrit Bouwmeester halverwege onder Poepershoek en onder Bruggenhoek begint het met De Heer van de Cranenberch en de heer van de Camferbeek, dus vandaar dat ik aan alles wat ik nu in dit laatste stukje schrijf ook wel twijfel.
Conclusie: ik leg hier wat losse gedachten neer en heb geen bewijzen.
Gerrie en ik hebben dit onderzoek in 2004 gedaan voor de familie Meier, want die hebben te maken met de Bouwmeesters. Al weer een andere naam erbij.
Hartelijk gegroet iedereen, Janny
[ 29. September 2013, 16:01: Bericht gewijzigd door: Janny Lalkens ]
Egbert van Berkum erft in 1707 niet van oom Hermen Engberts Bouwmeester, maar wel erven zijn zoons Lubbert en Egbert Egberts.
Vermoedelijk is Egbert van Berkum dan al overleden. Ik meen me te herinneren, dat Egbert van Berkum herbergier was in de Koelelugt bij De Zande en dat Egbert van Herfte herbergier was even verderop in Spoolde bij het Katerveer.
De mensen die zich van zichzelf of na huwelijk met een weduwe van een Bouwmeester zelf ook Bouwmeester gaan noemen, wonen soms in de Bruggenhoek in Berkum. Ik zou dan denken: welk groot huis stond er in de Bruggenhoek? Stond daar wel een groot huis, waar een bouwhuis bij geplaatst was? En dat dan die huurder Bouwmeester werd genoemd?
Hermen Engbers Bouwmeester woont op de grens Poepershoek en Bruggenhoek. Omdat zijn broer Berent pas in 1687 trouwt, heb ik hem niet als hoofdbewoner gezien in de vuursteden 1675 en 1682.
( Uitzonderingen waren er ook: niet gehuwd en wel als hoofdbewoner genoteerd.)
De Cranenborg was daar in die buurt. Zou daar een bouwhuis bij geweest zijn, waar Hermen Engberts de huurder van was en dat zijn broer daar dan ongetrouwd bij hem woonde? De drost van Vollenhove was de eigenaar. Ik heb de geschiedenis van de Cranenborg niet zo in mijn hoofd.
En ik weet ook niet, of het bestaan van een bouwhuis nodig is om je Bouwmeester te gaan noemen. Misschien is er geen verband. Maar juist omdat de tweede echtgenoot zich wel eens Bouwmeester gaat noemen, denk ik aan een huurder op een bouwhuis en na zijn dood huurt de 2e echtgenoot ook datzelfde erf en gaat zich dan ook maar Bouwmeester noemen.
Maar dit is een veronderstelling, meer niet.
Bewoning van de mensen waar we nu mee bezig zijn, is mij trouwens ook niet altijd zo duidelijk. In de transcriptie van Henri Wolf van Hoofdgeld 1723 staat Gerrit Bouwmeester halverwege onder Poepershoek en onder Bruggenhoek begint het met De Heer van de Cranenberch en de heer van de Camferbeek, dus vandaar dat ik aan alles wat ik nu in dit laatste stukje schrijf ook wel twijfel.
Conclusie: ik leg hier wat losse gedachten neer en heb geen bewijzen.
Gerrie en ik hebben dit onderzoek in 2004 gedaan voor de familie Meier, want die hebben te maken met de Bouwmeesters. Al weer een andere naam erbij.
Hartelijk gegroet iedereen, Janny
[ 29. September 2013, 16:01: Bericht gewijzigd door: Janny Lalkens ]
-
ria van bessen
- Berichten: 9337
- Lid geworden op: 14 apr 2005, 00:00
Egbert Berents de broer van
Egbert Berents de broer van Engbert Berents is Egbert van Berkum en leeft nog na 1707
Egbert Egberts huwt Grietje de vrouw van Egbert Plechting. Hij wordt met naam en toenaam nog genoemd mét zijn moeder in het oud rechterlijk archief.
Maar dit alles heeft niets te maken met Gerrit Jans, de vader van Lucretia Gerrits.
Laat staan met Jasper, ik kan verder niet veel vinden.
Egbert Egberts huwt Grietje de vrouw van Egbert Plechting. Hij wordt met naam en toenaam nog genoemd mét zijn moeder in het oud rechterlijk archief.
Maar dit alles heeft niets te maken met Gerrit Jans, de vader van Lucretia Gerrits.
Laat staan met Jasper, ik kan verder niet veel vinden.
Dit kon ik vinden over het
Dit kon ik vinden over het gezin van Willem Jaspers te Emmen, waarin in 1718 een Jasper werd geboren:
Willem Jaspers
Lm. 22 december 1715 Emmen
Begraven: 06-01-1778 Willem Jaspers weduwnaar van wijlen Gaje Hendriks in Emmen
x (1)?
Fennegien Harms?
Ovl. tussen 28-02-1717 en 31-07-1717?
1. Willemine Everdine Dp. 28-02-1717 Emmen Dalfsen
x (2) Zwolle ondertrouw 31 juli 1717 Willem Jaspers wed: te Emmen en Gerretjen Hendr. j.d. te Wijtmen
Get. zijn Stiefvader en haar moeder
De geboden gaan mede tot Dalfzen
Attestatie gegeven na Dalfsen den 21. Aug: 1717.
Gerrigje Hendriks
Lm. Dalfsen Pasen 1718 "Gerritje Henriks met attest van Swol"
1. Jasper Dp. 1718 in de Marshoek te Emme
2. Derckien Dp. 1721 in Emme
3. Henricus Dp. 1723 in Emme
4. Jan Dp. 1726 in Emme
5. Fennegien Dp. 1727 in Emme
1748 VT Dalfsen Marshoek: Wilm Jaspers en Gerrigien Hendriks; >10 Hendrik en Fennegien, 2 dienstboden; vrij: Siese van Langenholte
De tijd tussen vermoedelijk overlijden van Fennigje en hertrouwen is wel erg kort...
Willem Jaspers
Lm. 22 december 1715 Emmen
Begraven: 06-01-1778 Willem Jaspers weduwnaar van wijlen Gaje Hendriks in Emmen
x (1)?
Fennegien Harms?
Ovl. tussen 28-02-1717 en 31-07-1717?
1. Willemine Everdine Dp. 28-02-1717 Emmen Dalfsen
x (2) Zwolle ondertrouw 31 juli 1717 Willem Jaspers wed: te Emmen en Gerretjen Hendr. j.d. te Wijtmen
Get. zijn Stiefvader en haar moeder
De geboden gaan mede tot Dalfzen
Attestatie gegeven na Dalfsen den 21. Aug: 1717.
Gerrigje Hendriks
Lm. Dalfsen Pasen 1718 "Gerritje Henriks met attest van Swol"
1. Jasper Dp. 1718 in de Marshoek te Emme
2. Derckien Dp. 1721 in Emme
3. Henricus Dp. 1723 in Emme
4. Jan Dp. 1726 in Emme
5. Fennegien Dp. 1727 in Emme
1748 VT Dalfsen Marshoek: Wilm Jaspers en Gerrigien Hendriks; >10 Hendrik en Fennegien, 2 dienstboden; vrij: Siese van Langenholte
De tijd tussen vermoedelijk overlijden van Fennigje en hertrouwen is wel erg kort...
-
ria van bessen
- Berichten: 9337
- Lid geworden op: 14 apr 2005, 00:00
Het klopt wel dat Willem
Het klopt wel dat Willem Jaspers uit Dalfsen zijn 1e huw. met Fennigje Harms was. Ze had 5 kinderen en was wed. van Willem Geerts volgens het ORA.
Het kind van Willem Jaspers is kennelijk overleden want er is geen voogdijstelling te vinden.
Daarna vond ik nog wel een akte waarin Willem wordt genoemd als broer van Hendrikje Jaspers.
Het vreemde is dat er wel een Willem Jaspers gehuwd met Gerrigje HERMS wordt genoemd tegelijk met Gerrit Jansen Bouwmeester en Arendje Hendriks in het ORA van Zwollerkerspel.
Verder [nog] niets gevonden dan die Gerrit Jaspers Bouwmeester x Jennigjen Hendriks, de getuige bij het huwelijk van Jan Jaspers.
Het kind van Willem Jaspers is kennelijk overleden want er is geen voogdijstelling te vinden.
Daarna vond ik nog wel een akte waarin Willem wordt genoemd als broer van Hendrikje Jaspers.
Het vreemde is dat er wel een Willem Jaspers gehuwd met Gerrigje HERMS wordt genoemd tegelijk met Gerrit Jansen Bouwmeester en Arendje Hendriks in het ORA van Zwollerkerspel.
Verder [nog] niets gevonden dan die Gerrit Jaspers Bouwmeester x Jennigjen Hendriks, de getuige bij het huwelijk van Jan Jaspers.
Over dat gezin vond ik het
Over dat gezin vond ik het volgende:
Gerrit Jaspers / Bouwmeester
Dp. 24-10-1751 Grote Kerk, Zwolle
Ovl. 5 januari 1812 Zwollerkerspel, 61 jr, weduwnaar Hasselerdijk No 6[8?]
Begraven 18 januari 1812 te Mastenbroek, Zwollerkerspel (HuwBijl dochter Lucretia)
x 27-04/12-05-1776 Zwolle, Gerrit Bouwmeester jm in Langenhoute doende boerrenwerk en Jannigje Hendriks jd ook aldaar, melkmeid; Getuigen: Jasper Bouwmeester, vader van de bruidegom, en Ida Jans, vrouw van Dries Gerrits, beide in Langenholte.
Jennigje Hendriks
Begr. 4 mei 1809 te Mastenbroek, Zwollerkerspel (HuwBijl dochter Lucretia)
1795 Zwollerkerspel Hasselerdijk, Gerrit Jaspers, veehouder, 4 personen, aangever Jasper Willems [?!]
Kinderen uit dit huwelijk:
1. Hendrik
Dp. 09/12-01-1777 Zwolle, Broerenkerk vader: Boumeester, moeder: Hendriks; woont in Langenholt; Getuige: Gertjen Janschen, in Langenholt.
2. Elisabet
Dp. 10/13-09-1778 Zwolle, Broerenkerk vader: Boumeester, moeder: Hendriks; woond in Langenholte; Getuige:Geertjen Harms, woond in Genne
3. Lucretia
Dp. 1780 Genemuiden (volgens HuwBijl Lucretia)
x 1815
Gerrit Klaassen (zich later noemende Bouwmeester)
Typisch die Elisabethen die elke generatie weer opduiken...
[ 29. September 2013, 23:03: Bericht gewijzigd door: André Jansen ]
Gerrit Jaspers / Bouwmeester
Dp. 24-10-1751 Grote Kerk, Zwolle
Ovl. 5 januari 1812 Zwollerkerspel, 61 jr, weduwnaar Hasselerdijk No 6[8?]
Begraven 18 januari 1812 te Mastenbroek, Zwollerkerspel (HuwBijl dochter Lucretia)
x 27-04/12-05-1776 Zwolle, Gerrit Bouwmeester jm in Langenhoute doende boerrenwerk en Jannigje Hendriks jd ook aldaar, melkmeid; Getuigen: Jasper Bouwmeester, vader van de bruidegom, en Ida Jans, vrouw van Dries Gerrits, beide in Langenholte.
Jennigje Hendriks
Begr. 4 mei 1809 te Mastenbroek, Zwollerkerspel (HuwBijl dochter Lucretia)
1795 Zwollerkerspel Hasselerdijk, Gerrit Jaspers, veehouder, 4 personen, aangever Jasper Willems [?!]
Kinderen uit dit huwelijk:
1. Hendrik
Dp. 09/12-01-1777 Zwolle, Broerenkerk vader: Boumeester, moeder: Hendriks; woont in Langenholt; Getuige: Gertjen Janschen, in Langenholt.
2. Elisabet
Dp. 10/13-09-1778 Zwolle, Broerenkerk vader: Boumeester, moeder: Hendriks; woond in Langenholte; Getuige:Geertjen Harms, woond in Genne
3. Lucretia
Dp. 1780 Genemuiden (volgens HuwBijl Lucretia)
x 1815
Gerrit Klaassen (zich later noemende Bouwmeester)
Typisch die Elisabethen die elke generatie weer opduiken...
[ 29. September 2013, 23:03: Bericht gewijzigd door: André Jansen ]
-
ria van bessen
- Berichten: 9337
- Lid geworden op: 14 apr 2005, 00:00
Dit nog wel gevonden. f212 -
Dit nog wel gevonden.
f212 - 6 feb 1780 - Richter E. Scriverius.
Keurnoten Jan Geesink en Berend Knape.
Verschenen zijn Hendrik Jans en Jan Schutte, beide wonende te Langenholte. Zij hebben ter requisitie van de HoogWelGeb. Vrouw baronesse douariere Bentink tot Schoonheten met solemnelen [= plechtige] eed tot God Almachtig verklaard, dat zij zelf gezien hebben dat in de gepasseerde zomer van het jaar 1779 de twee huizen, die gestaan hebben op de erven te Langenholte, die door Goos Gerrit [en] Jasper Willems in huur zijn gebruikt, afgebroken zijn, dat op het laatstgenoemde erve weer een nieuw huis is getimmerd, maar dat tot nu toe op het erve, dat door Goos Gerrit in gebruik is geweest nog geen getimmerte of huis weer is gezet, en dat de landen van dat erve thans gebruikt worden onder het erve, dat door Dries Gerrits bemeijerd wordt.
Kennelijk is er meer hierover te vinden in de contentieuse zaken ? Vanwege de verklaring?
Ja, inderdaad, naam Elisabeth wordt vaak doorgegeven in een geslacht, viel mij ook al op.
f212 - 6 feb 1780 - Richter E. Scriverius.
Keurnoten Jan Geesink en Berend Knape.
Verschenen zijn Hendrik Jans en Jan Schutte, beide wonende te Langenholte. Zij hebben ter requisitie van de HoogWelGeb. Vrouw baronesse douariere Bentink tot Schoonheten met solemnelen [= plechtige] eed tot God Almachtig verklaard, dat zij zelf gezien hebben dat in de gepasseerde zomer van het jaar 1779 de twee huizen, die gestaan hebben op de erven te Langenholte, die door Goos Gerrit [en] Jasper Willems in huur zijn gebruikt, afgebroken zijn, dat op het laatstgenoemde erve weer een nieuw huis is getimmerd, maar dat tot nu toe op het erve, dat door Goos Gerrit in gebruik is geweest nog geen getimmerte of huis weer is gezet, en dat de landen van dat erve thans gebruikt worden onder het erve, dat door Dries Gerrits bemeijerd wordt.
Kennelijk is er meer hierover te vinden in de contentieuse zaken ? Vanwege de verklaring?
Ja, inderdaad, naam Elisabeth wordt vaak doorgegeven in een geslacht, viel mij ook al op.
-
ria van bessen
- Berichten: 9337
- Lid geworden op: 14 apr 2005, 00:00
Volgens de volkstelling van
Volgens de volkstelling van 1795 is de aangever inderdaad Jasper Willems.
Vader Jasper leeft dus nog en woont kennelijk in bij zijn zoon Gerrit, die een huisje heeft gekocht [ik dacht dat ik die akte hier al had neergezet] maar doe het nog maar een keer.
deel 632
f234 - 15 feb 1794 - Richter E. Scriverius.
Keurnoten Hermen Berends en Jan Assies.
Verschenen zijn Jan Arends als stiefvader, verder Jan Jans, Gerrit Jans en Hendrik Peters [als] tesamen voogden over de kinderen van Jan Cornelis en Albertjen Jans. Zij verklaarden tesamen voor een welbetaalde somma van penningen te cederen en in volledig eigendom over te dragen an Gerrit Jaspers Bouwmeester een huis, schuur en berg, staande en gelegen aan de Hasselerdijk tussen Hasselt en Selmuiden, en zulks met zijn recht en gerechtigheid, raad en onraad hier toe en aan behorende, onder cautie als na rechten. Zonder argelist.
f234 - Eodem anno [15 feb 1794] die, judice ac assessoribus iisdem.
Verschenen zijn Gerrit Jaspers Bouwmeester en zijn vrouw Jennigje Hendriks, tutore marito. Zij verklaarden wegens ten genoegen ontvangen penningen schuldig te zijn aan de Heer W. Landman en Vrouw Alijdis Maria van Endt een somma van 180 gulden. Zij beloven deze jaarlijks te zullen verrenten met 4 procent. Zij comparanten stellen tot een speciaal onderpand voor het bovengenoemde kapitaal en de daarop te verlopen interest hun huis, schuur en berg, staande en gelegen aan de Hasselerdijk tussen Hasselt en Celmuiden, en zulks met zijn recht en gerechtigheid.
Van het bovengenoemde jaar zijn er geen aantekeningen van de 50e penning bewaard gebleven.
Volgens het inwonersregister 1742-1806 woont Gerrit Jaspers Bouwmeester op no 75 Hasselerdijk wat veranderd is in no 68 en is later bijgeschreven - eigenaar de kinderen van Gerrit Bouwmeester. Volgens dat register heeft hij 1 kind.
Vader Jasper leeft dus nog en woont kennelijk in bij zijn zoon Gerrit, die een huisje heeft gekocht [ik dacht dat ik die akte hier al had neergezet] maar doe het nog maar een keer.
deel 632
f234 - 15 feb 1794 - Richter E. Scriverius.
Keurnoten Hermen Berends en Jan Assies.
Verschenen zijn Jan Arends als stiefvader, verder Jan Jans, Gerrit Jans en Hendrik Peters [als] tesamen voogden over de kinderen van Jan Cornelis en Albertjen Jans. Zij verklaarden tesamen voor een welbetaalde somma van penningen te cederen en in volledig eigendom over te dragen an Gerrit Jaspers Bouwmeester een huis, schuur en berg, staande en gelegen aan de Hasselerdijk tussen Hasselt en Selmuiden, en zulks met zijn recht en gerechtigheid, raad en onraad hier toe en aan behorende, onder cautie als na rechten. Zonder argelist.
f234 - Eodem anno [15 feb 1794] die, judice ac assessoribus iisdem.
Verschenen zijn Gerrit Jaspers Bouwmeester en zijn vrouw Jennigje Hendriks, tutore marito. Zij verklaarden wegens ten genoegen ontvangen penningen schuldig te zijn aan de Heer W. Landman en Vrouw Alijdis Maria van Endt een somma van 180 gulden. Zij beloven deze jaarlijks te zullen verrenten met 4 procent. Zij comparanten stellen tot een speciaal onderpand voor het bovengenoemde kapitaal en de daarop te verlopen interest hun huis, schuur en berg, staande en gelegen aan de Hasselerdijk tussen Hasselt en Celmuiden, en zulks met zijn recht en gerechtigheid.
Van het bovengenoemde jaar zijn er geen aantekeningen van de 50e penning bewaard gebleven.
Volgens het inwonersregister 1742-1806 woont Gerrit Jaspers Bouwmeester op no 75 Hasselerdijk wat veranderd is in no 68 en is later bijgeschreven - eigenaar de kinderen van Gerrit Bouwmeester. Volgens dat register heeft hij 1 kind.
