Dubbel huwelijk 1686 Haerst-Lente (Dalfsen/Heino)

[ria van bessen]

Zwollerkerspel f92 - 28 jan 1665 - Richter Bernard Holt.
Keurnoten Gerhard Holt, hopman, en Rudolf Crans.
* In Het Gericht is verschenen Jan Hansen. Hij verklaarde, dat hij voor zich zelf, alsmede voor Lambert Hansen en Henrick Possien, zijn respectievelijke broer en zwager, "bij keersen uitganck getrocken en gekofft hadde" het eerste en tweede perceel of gedeelte van 9 1/4 [negen en een vierden deel] morgen land gelegen in Mastebroeck, genaamd Apeldoorns Lants, destijds toebehorende de erfgenamen van zaliger Peter Olican en Maria Claas Voogt, eheluiden. Dewelke 30 mei 1663 daarvan cessie en transport gedaan hebbende, zo was "de opdracht brieff", dewelke volgens de koopvoorwaarden, waar hij comparant al koper alleen [op] "stont", geformeerd was, abusievelijk tot zijn comparants profijt alleen gesteld, hetwelk "alsoo" bij versterf en verloop van tijd tot zijn voorschreven broers en zwagers aanzienlijk [merckelijck] nadeel zou kunnen strekken. Zo verklaarde hij bij dezen, ter instantie van zijn voorschreven broer en zwager, dat hij het voornoemde land voor zich zelf en hun beiden, elk voor een gerecht derde part, "getrocken" en verkocht had, dat zij de beloofde kooppenningen elk voor een gerecht derde part "uitgelecht" hadden, en vervolgens dat hun, alsmede hun respectievelijke huisvrouwen, de beide voornoemde gedeelten land elk voor een gerecht derde part toebehoren. Verzoekende dat hiervan [een] akte ten boeke mag worden gebracht. Zonder argelist.


Zalk ORA 13
f328-f329 dd.07-07-1682
[-]gecedeerd en getransporteerd aan Rutger Henricksen Posien en Anna Herms eheluiden en derzelver erfgenamen 6 margen weideland onder deze gerichte in't Zallickerbroeck in 2 campen gelegen genaamd Vosjes Landt, waaraan oostwaarts Steven Herms, westwaarts kopers zelf, zuidwaarts de bredewegh en noordwaarts aan de Uitvlijet, en zulks met de recht en gerechtigheid en raad en onraad daartoe behorende, vrij van alle uitgaande renten.
Keurnoten de Heer Franciscus Hanius der Rechten Doctor en Lubbert Jansen Dijck.
Gedaan binnen Campen op vergunde aarde.
Scholtis C: Stuirman.

[ria van bessen]

Een overduidelijk bewijs.
Hoe is het mogelijk dat dit over het hoofd is gezien?

f329 - 13 okt 1690 - Richter Herman Meuwsen.
Keurnoten Jacob Sprakel en Jan Wolf van Rijssen.
In het Gericht zijn verschenen Hermen Hendricks Post en zijn huisvrouw Wibbighjen Assijs, beide gezond van lichaam en bij goed verstand, de laatste met doctor Otto Meuwsen als haar hiertoe verzochte momber geassisteerd. Zij maken een testament.
Ten eerste stelt hij comparant tot zijn enigste en universele erfgenaam zijn zoon Jan Herms [!], in echte geprocreerd bij zijn zaliger huisvrouw Swaantjen Berens, en het kind of de kinderen, zo hij comparant bij de comparante zijn tegenwoordige huisvrouw mocht verwekken.
Hij prelegateert aan zijn genoemde huisvrouw, om vooraf uit zijn gereedste goederen te genieten, een somma van 100 rijksdaalders eens.
Verder geeft zij comparante Wibbighjen Assijs aan haar moeder Teuntjen Berens, weduwe van Assijs Geers, 50 Caroli gulden in plaats van de legitieme portie haar volgens het recht competerende, te suppleren uit de andere goederen "in val aan deselve geen [?] moghte komen te deficieren". Edoch indien deze voor haar testatrice mocht komen te overlijden, legateert zij deze voornoemde 50 Caroli gulden aan haar naaste "vrinden" ab intestato, die dan in leven zijn.
Zij institueert verder tot haar enigste en universele erfgenaam in haar gehele nalatenschap haar man Hermen Hendriks voornoemd.
Tenslotte geven en legateren zij comparanten aan de huisarmen alhier elk een somma van 25 Caroli gulden, direkt [voort] na een ieders dood te ontrichten. Zonder argelist.
- De gerichtschrijver Holt zal voor de comparanten tekenen en zegelen.

[Egbert_]

Mooie vondst !

Er wordt nu dus namen gegeven aan:

• 28-09-1690 Hermen Hendricks van den Bijvangh wedr. en Wobbigen Assies van Haerst, beijde tot Ittersum hebbende in Houwelik genomen sijns overleden vrouws Night

Ook mooi dat de onmondige, die twee weken voor deze akte nog Hermen genoemd werd, nu Jan Herms heet. En dat laatste lijkt me correct. (Windesheim, 4 november 1677, Herman Posjen laat zijn zoon Jan dopen)

Ook opvallend dat de moeder zal erven: 50 Caroli gulden in plaats van de legitieme portie haar volgens het recht competerende
Is dat een aanwijzing dat het niet helemaal boterde tussen moeder en dochter? Maar de banden niet waren doorgesneden
Ik kan niet inschatten wat meer waarde had, die 50 Caroli gulden of de legitieme portie.

Er is dus bewezen een Berent met dochters Teuntje, Swaentje en Aaltje. Al is nog niet bekend waar ze geboren zijn, en wie de moeder is. En er is een zoon Gerrit volgens de erfuiting van Aaltje.

[Herman van der Bent]

Ha, dat is dan helemaal duidelijk. Al was de rest van de zoektocht ook niet voor niks. We weten nu ook veel van het Gruwel

[Janny Lalkens]

Ik ben erg blij, dat hier in dat testament van 1690 duidelijk staat, dat Wibbegje de dochter is van Teunisje! En dan is Teunisje 30 jaar als ze trouwt. Dan klopt die doop uit 1660 ook.

[Herman van der Bent]

Ik was deze zoektocht nog eens aan het doorlezen. Leuke resultaten met een duidelijk zicht op het dubbel huwelijk in Lente. Onderstaande akte maakt het goed duidelijk. Het speelt zich allemaal af op het Gruwel in Lente.

HEBBES !!

f131 Contentieuse zaken deel 36

Dalfsen den 13 Octob 1707
Coram Rigter Herm. Wesselink
Coorn. Henr: Rhijnvisch en Jan Camerlink
Erschene in desen Gerigte Jannetje Asjes nagelatene weduw van Gerrit Henrikx, en heeft alhier haar beijde onmondige kinderen met namen Asjen Gerrits out ongeveer dartien jaar, en Jan Berent Gerrits sijnde ongeveer 5 jaar met momboiren versorgt als waren Jan Henrix, en Lambert Jansen, belovende de moeder an de pupillen te geven namentlijk an Asjen Gerrits hondert Carl:gld: à twintig St: t stuk, en an Jan Berent Gerrits mede gelijke hondert Car:gld: en daar en boven an ijder een kiste en dan met haar beijden 20 ellen doek, sullende de moeder haar verplegen met onder en boven klederen als bij haar nabueren gebruijkt [= als na streekgewoonte] worden, en lesen en schrijven laten leeren, vorders tot de 20 jaren met kost en drank te versien soo als het daar ten huijse gebruijkt word, en bij aldien eene van de beijde pupillen quame te sterven sal de eene helft van de voorn. penn. komen te erven op de moeder en de ander helft op de overblijvende pupil en [f132] sullen de beloofde penn eerst komen te verrenten na t verlopen van pupilen 20 jaren met vier Carl:gld: an de moeder.
En wat vorders tot haar vaders lijve behoort heeft soo linnen als wullen sullen mede tot pupillen profijte behoren.
En wat angaat Thuenisie Berents als moeder van Jannetien Asjes bij haar woonagtig, sal aldaar mede met alles na behoren verpleegt worden haar leven lank.
Dit vorders sonder argelist, heb ick verwalter Rigter van Dalfsen dese onderteken en gepitziert.
[handtekening:] Harmannus Wesselijnk verwalter richter tot Dalfsen

Daarna maakte onderstaande akte van Ria ook de relatie tussen Wibbe en haar moeder Teuntje Berends helemaal duidelijk.

Een overduidelijk bewijs.
Hoe is het mogelijk dat dit over het hoofd is gezien?

f329 - 13 okt 1690 - Richter Herman Meuwsen.
Keurnoten Jacob Sprakel en Jan Wolf van Rijssen.
In het Gericht zijn verschenen Hermen Hendricks Post en zijn huisvrouw Wibbighjen Assijs, beide gezond van lichaam en bij goed verstand, de laatste met doctor Otto Meuwsen als haar hiertoe verzochte momber geassisteerd. Zij maken een testament.
Ten eerste stelt hij comparant tot zijn enigste en universele erfgenaam zijn zoon Jan Herms [!], in echte geprocreerd bij zijn zaliger huisvrouw Swaantjen Berens, en het kind of de kinderen, zo hij comparant bij de comparante zijn tegenwoordige huisvrouw mocht verwekken.
Hij prelegateert aan zijn genoemde huisvrouw, om vooraf uit zijn gereedste goederen te genieten, een somma van 100 rijksdaalders eens.
Verder geeft zij comparante Wibbighjen Assijs aan haar moeder Teuntjen Berens, weduwe van Assijs Geers, 50 Caroli gulden in plaats van de legitieme portie haar volgens het recht competerende, te suppleren uit de andere goederen "in val aan deselve geen [?] moghte komen te deficieren". Edoch indien deze voor haar testatrice mocht komen te overlijden, legateert zij deze voornoemde 50 Caroli gulden aan haar naaste "vrinden" ab intestato, die dan in leven zijn.
Zij institueert verder tot haar enigste en universele erfgenaam in haar gehele nalatenschap haar man Hermen Hendriks voornoemd.
Tenslotte geven en legateren zij comparanten aan de huisarmen alhier elk een somma van 25 Caroli gulden, direkt [voort] na een ieders dood te ontrichten. Zonder argelist.
- De gerichtschrijver Holt zal voor de comparanten tekenen en zegelen.

VRAAG: Wel is er nog steeds een los eindje aangaande de andere broers en zussen uit de akte van het failliesement in 1684. Zouden we die broers en zussen nog beter in beeld kunnen krijgen?

[Ik heb zelf overigens niet zo zeer een belang om dit uit te zoeken, omdat ik niet meer denk dat de Willem Assies uit deze zoektocht in de lijn van "van der Bent" zit, maar bij het teruglezen van deze zoektocht zag ik dat deze familie in toch wel wat kwartierstaten terugkomt van forumgenoten, en het niet in beeld hebben van de borers en zusses voelt na het lezen toch een beetje als een los eind aan. Het is rustig op het forum, mogelijk leuk om hier nog eens in te duiken. Je weet nooit wat we er weer van kunnen leren.]

...
Dit is belangrijk - om mee verder te werken.

Zwollerkerspel f383 - 2 mei 1684 - Richter Herman Meuwsen.
Keurnoten Derk Bergh en Jan Wolf van Rijssen.
Verschenen is Teunisjen Berens, weduwe van Assijn Geers te Haarst, in dezen met haar zoon Willem Assijs geassisteerd. Zij verklaarde aan haar landvrouw de weduwe Haarsolte tot Staveren, etc., schuldig te zijn wegens berekende landpacht op Martini 1683 verschenen schuldig te zijn een somma van 134 Caroli gulden. Waarvoor zij mitsdezen verkocht, cedeerde en transporteerde al haar comparantes goederen, zoals zij die thans bezit, als te weten haar 2 koeien, een bedje [beddighjen], haar huisraad van potten en pannen, etc.
En zijn verder mede gecompareerd gemelde Willem Assijs, met zijn zuster Merghjen Assijs, die hij in dezen als momber assisteerde. Zij hebben voor hun en de rato caverende voor hun absente zusters en broers deze verkoop mede toegestaan en [deze] zich laten gevallen. Zonder argelist.
[Geen ondertekening vermeld].

...
Kinderen Assijn Geerts en Teunisje Berents:
1652-09-21 Hendrik
1656-05-06 Willem
1660-09-09 Webbe
1664-07-10 Jannichen
1666-10-23 Dirckien
XXXX-XX-XX Marrigje
XXXX-XX-XX nog een broer

Egbert gaf al een aanzet aangaande Mergjen Assies:

Je kunt nog steeds aanleiding vinden om verder te zoeken.

Die voogd Jan Hendriks bijv.

• Zwolle, Den 12 Maij (otr) 10-06-1677 (trouwen) Jan Hendriks j.m. te Genne en Marriggijn Asijs j.d. ten Holte

Als ze in 1677 al trouwden, waarom wordt Merghjen Assijs in 1683 dan door haar broer geassisteerd bij dat failisement van haar moeder Teunisje, en niet door haar man ?
Dat alleen Marrigje en Willem aanwezig zijn, is mogelijk omdat de anderen nog onmondig zijn. En de onmondigen zijn dan zusters en broers. Beide meervoud. Van Wibbigje en Jannechijn hebben we trouwdata. Maar van de broers (meervoud), alleen maar een doopdatum van Hendrik 1662. (Verkeerd patroniem moeder komt vaker voor.)

En dat nog het feit, dat ieder ander familielid tussen Haerst en Lenthe woont, wonen Jan Hendriks en Marrigje bij trouwen in Genne resp. Holten. Dat is niet ver van Haerst, maar wel de andere kant op. Er zijn overigens enkele Assies die trouwen in Hasselt van 1684-1688. Hoewel ze me geen familie lijken van Teunisje. Van die Assies uit Hasselt zijn Hadewich Assies en Lambert Assies broer en zus. De man van Hadewich wordt momber over de onmondige, nagelaten kinderen van Lambert. Of Gerrrit Assies uit Streukel hierbij hoort, weet ik niet.

Kinderen van Lambert Assies zijn Aafje en Asjen uit eerste huwelijk (dopen Hasselt), Peter, Grietje en Jan uit tweede huwelijk (Zwolle). Geen aanleiding om te denken dat hij een zoon is van Teunisje Berents.

Wat ik probeer aan te geven: het is mij niet duidelijk of die Marrigje Assies x (1677) Jan Hendriks wel bij Teunisje Berents hoort. Het past, er is immers een voogd Jan Hendriks. Maar dat is geen bewijs, dat dit echtpaar uit 1677 erbij hoort. Marrigje Assies kan evengoed zus zijn van Lambert Assies en Hadewich Assies. Alleen al dat ze trouwt vanuit Holten geeft te denken.

En in de momberaktes van Webbe komt Jan Klaesen voor als oom van moederszijde, zeer waarschijnlijk getrouwd met een zus van Webbe. die kan ik verder niet vinden, mogelijk iemand anders wel? En die Gerrit Lambers op de Bisschopsweteringe, heeft die nog wat met deze kan van de familie te maken?

Met het risico dat er teveel lijntjes/ideeen door elkaar gaan lopen, maar mij viel dit nog op aan de mombers van de kinderen van Wibbe:
-- Akte 20 april 1700: Mombers Rutger Hendriks Post & Jan Herms post
-- Akte 23 february 1713: Mombers Rutger Hendriks Post & Gerrit Lambers op de Bisschops Weteringe
-- Akte 3 November 1714: Gerrit Lambers op de Bisschops Weteringe & Jan Kaesen [bedoeld is mogelijk: Klaesen], oom van moeders zijde.

Die Jan Klaesen is dan toch een zwager van Wibbe? Getrouwt met Marrechien of Dirckien? Ik kan het niet vinden, maar dit lijkt me nog wel een belangrijke aanwijzing.

Gevonden op de geneanet website van Odette:

20 April 1700 : Nalatenschap - Zwollerkerspel
Richter Wilhelm Vriesen. Keurnoten Nicolaus Buis, doctor, en Gerhart Tichler, doctor. In het Gericht is verschenen Wibbechien Assies, weduwe van zaliger Harmen Hendricks Post, in Ittersum, in dezen geassisteerd met Gerrit ten Hope als haar momber. Zij heeft over haar onmondige kinderen (Swaentien en Geertien), bij haar voornoemde zaliger eheman Harmen Hendriks Post in echte geprocreerd tot mombers verzocht Rutger Hendriks Post, oom van vaderszijde, en Jan Herms Post, halve broer van de onmondigen. Beiden zijn in het Gericht verhoord en hebben deze momberschap aangenomen. Zij comparante heeft in aanwezigheid van de genoemde mombers erfuiting gedaan aan de kinderen voor hun zaliger vaders goed. Ieder kind krijgt de somma van 500 Caroli gulden en dan aan hun beiden 4 1/2 morgen land in de Sopperie in Mastebroeck gelegen, met zijn recht en gerechtigheid, de raad en onraad die daartoe behoort, alsmede ieder kind een koe, een bed met zijn toebehoren, 7 ellen wit linnen, 6 servetten en een tafellaken, alles uit te keren als zij 18 jaren oud zijn geworden, en ieder een kast of in plaats daarvoor aan geld 25 gulden, en een zilveren "zijthangsel" of mede in plaats daarvoor 25 gulden. Indien een kind komt te overlijden, dan zal het aan deze bewezene voor de helft op de moeder en voor de helft op het dan in leven zijnde kind komen. De moeder belooft de kinderen te onderhouden in kost en kleren tot zij 18 jaren zijn geworden, en ondertussen zal zij de kinderen lezen en schrijven laten leren. Waarmee zij verklaarde een oprechte en sincere erfuiting aan haar voornoemde kinderen te hebben gedaan, waarvoor zij verbindt haar persoon en goederen als volgens het recht. Zonder argelist. - Jusjurandum per tutores remissum est.
Witness : Rutger Hendricks Post †/1714
Witness : Jan Herms Post †/1712

Sources: RA Zwollerkerspel nr. 615 f12
23 February 1713 : Nalatenschap - Zwollerkerspel
Richter Wilhelm Vriesen. Keurnoten Abraham Gerhart Vriesen, Doctor, en Henrick Keijser, procurator. Op heden is in het Gericht vertoond, hoedat Rutger Henricks Post en Jan Herms Post op 20 april 1700 bij akte van erfuiting tot mombers waren aangesteld over de twee onmondige kinderen van zaliger Harmen Henricks Post tot Ittersum, met namen Zwaantien en Geertien Herms, bij zijn huisvrouw Wibbechien Assies in echte geprocreerd; en dat nu Swaantien Herms voornoemd, alsmede [beneffens] de bovengenoemde ene momber Jan Herms Post beiden waren komen te overlijden. Derhalve wordt verzocht, dat in plaats van de overleden momber over Geertien Herms voornoemd van gerichtswege een andere momber mag worden aangesteld. Zo heeft de Scholtes voornoemd met assumtie van de bovengenoemde keurnoten en na behoorlijke genomen informatie in plaats van de overleden momber Jan Herms Post over de genoemde Geertien Herms tot momber aangesteld Gerrit Lambers op de Bisschops Weteringe. Deze heeft deze momberschap daarop bij handtasting in het Gericht aangenomen. Zonder argelist.
Sources: RA Zwollerkerspel nr. 617 f88

3 November 1714 : Nalatenschap - Zwollerkerspel
Richter Wilhelm Vriesen. Keurnoten Berent Driesen en Jan Rutgers van Marle. Heden is door Gerrit Lambers op de Bisschops Weteringe in Mastebroek aan het Gericht vertoond, dat Rutger Hendriks Post, bij akte van 20 april 1700 door dit Ed. Gericht tot momber aangesteld over Geertien Herms Post, nagelaten dochter van Hermen Hendriks Post zaliger, en waarvan de moeder Wibbegien Assies, was komen te overlijden. Bijgevolg wordt verzocht een andere momber in plaats van de afgestorvene aan te stellen. Zo heeft de Scholtus voornoemd met assumtie van de bovengenoemde keurnoten over voorschreven Geertien Herms Post na genomen informatie tot momber in plaats van de overledene aangesteld Jan Kaesen [bedoeld is mogelijk: Klaesen], oom van moeders zijde. Deze is daarop persoonlijk in het Gericht gecompareerd en hij heeft deze momberschap door handtasting aangenomen.
Sources: RA Zwollerkerspel nr. 617 f221

Richter Wilhelm Vriesen. Keurnoten Wolbert Meijer en Berent Langkamp. Verschenen zijn Derk Hendriks en Geertien Hermsen Post, tutore marito, eheluiden. Zij verklaarden, dat Gerrit Lambers en Jan Claessen, de eerstgenoemde op 23 februari 1713 en de laatstgenoemde op 3 november 1714 in plaats van wijlen Jan Post en Rutger Hendriks, op 20 april 1700 over genoemde Geertien Hermsen door dit Ed. Gericht aangesteld, gesurrogeerde mombers aan hun goede rekening, bewijs en reliqua hadden gedaan van de door hun gehouden administratie, en dat zij daarin volkomen contantement en genoegen, als ten vollen van hun mombers voldaan zijn. Zij hebben dezen voor alle door hun genomen moeite en voorzorg wel hartelijk bedankt, en dezen van hun momberschap ontslagen, dit verklarende bij dezen. Zonder argelist.
Sources: RA Zwollerkerspel nr. 617 f345

[Janny Lalkens]

Citaat: Herman van der Bent schreef: ↑
11 apr 2020, 22:25
...
Kinderen Assijn Geerts en Teunisje Berents:
1652-09-21 Hendrik
1656-05-06 Willem
1660-09-09 Webbe
1664-07-10 Jannichen
1666-10-23 Dirckien
XXXX-XX-XX Marrigje
XXXX-XX-XX nog een broer einde citaat

In de 5 jaar hierna heb ik nog geen extra aanvulling voor dit onderwerp gevonden. Webbe is mijn voormoeder en stilletjes heb ik haar en haar broers en zussen al vele jaren verweten dat ze de gedwongen verkoop van zelf de keukeninventaris van hun moeder in 1684 niet hebben kunnen voorkomen. Maar nu vraag ik me wel af: wat voor geldmiddelen hadden Teunisje Berents haar kinderen op dat moment? Webbe was 24 jaar en de 2 zusjes die na haar werden geboren waren nog jonger. Ze hebben als kinderen denk ik gewoon deze verkoop niet kunnen voorkomen. Geen onwil.

[Egbert_]

Gerrit Lambers op de Bisschopsweteringe komt voor in mijn kwartierstaat.

Hij trouwde Hermtien Willems (datum onbekend) en ze hadden een dochter Petertje Gerrits. Zij trouwde Hendrik Hendriks Rietberg

Gerryt Lamberts, een zoon van Lambert Hansen en Petertien Gerrits

Lambert Hansen is een volle broer van Geertjen Hans. Zij trouwde Hendrick Dircksen Possien.

Vier zoons

1. Jan Hendrix Post (x 1676 Willempje Wichers)
2. Dirck Hendrickse Possien (x Hadewijck Jacobs en x 1678 Femme Jans)
3. Rutger Hendricks Post (x Aaltjen Hendricks Bloemert en x 1681 Anna Harmsen Baars en x <1703 Henrickje Geerts)
4. Herman Hendrix Possien (x 1671 Swaentje Berents en x 1690 Wibbegien Assies)

Gerryt Lamberts is dus een neef van de overleden vader Herman Hendrix Possien, vader van de onmondige Geertien Hermsen Post.

[Herman van der Bent]

Egbert, heldere informatie over Gerrit Lambers.

Dat betekent wel dat de momber aangaande Wibbe Assies een beetje een gek patroon volgen.

Akte 20 April 1700: Rutger Hendriks Post, oom van vaderszijde, en Jan Herms Post, halve broer van de onmondigen
Akte 23 February 1713: [Rutger Hendriks Post, oom van vaderszijde] en nieuw: Gerrit Lambers [ook oom van vaderszijde).
Akte 3 November 1714: Gerrit Lambers [oom van vaders zijde] en nieuw: Jan Klaesen, oom van moeders zijde
Akte 20 juni 1716: Eindafrekening, nog steeds Gerrit Lambers en Jan Klaesen.

Eerst een momber van vaderszijde en halve broer (voor moederszijde), dan in 1713 twee mombers van vaderzijde en dan in 1714, weer eentje van vaderszijde en eentje van moederszijde. Was die Jan Klaesen dan niet in 1713 al beschikbaar?

En wat te denken van die Jan Hendriks (als dat diegene is die met Marchien Assies is getrouwd), bij zus Jannechien Assies staat die in ieder geval in 1707 nog als momber in de akte. Was die dan ook al niet eerder beschikbaar als momber?

[Herman van der Bent]

Bericht 2:

En ik kwam deze akte nog tegen op de website van Odette. Lijsbetien Teunis is oud tante van Geertien Hermsen Post. Kan zijn via een broer of zus van Hermen Hendricks Possien of Wibbe Assies, mogelijk aangetrouwd.

23 juli 1716 :Testament (met Derk Hendriks) - IJsselmuiden
IJsselmuijden, 23 jul 1716 Coram Verwalter Richter J.W. Winter. Keurnoten Henr. Tangena Pr. en Jan Jansen. Hendrijck Dirks, gezond van lichaam, en zijn ehehuisvrouw Geertien Hermsen Post, zwak van lichaam, maken een testament. Zij wordt hierbij geassisteerd door de procurator Hendrijk Tangena als haar momber. Zij herroepen en vernietigen hun vorige testamenten. - De testator legateert aan de armen van IJsselmuiden 25 Caroli gulden, en aan de armen van Mastebroek ook 25 Caroli gulden eens. Aan zijn vader Hendrik Dirks vermaakt hij al zijn wollen en linnen kleren. De testator nomineert tot zijn enigste en universele erfgenaam zijn huisvrouw Geertien Hermsen Post, dit van al zijn goederen, met uitzondering van de legitieme portie voor zijn vader. - De testatrice legateert aan de armen van IJsselmuiden 25 Caroli gulden, en aan de armen van Mastebroek ook 25 Caroli gulden eens. Zij vermaakt haar linnen, wol, zilver en goud, die tot haar lijf-dracht behoren, aan haar halve zuster Seijntien Jans; dit met uitzondering van haar zilverwerk en haar boek met het zilveren beslag, die zij nalaat aan Wibbigien Jans, zijnde het kind van Jan Alberss [Albers] te Ittersum, dit als een "peetstuk". Verder legateert de testatrice aan haar oude moeije [tante] Lijsbetien Teunis 25 Caroli gulden eens, en aan de kinderen (Hendrik Jansen Post en Geertien Jansen Post) van haar broer [niet genoemd] ieder 25 Caroli gulden eens. De testatrice nomineert tot haar enigste en universele erfgenaam haar eheman Hendrik Dirks, dit van al haar goederen, zoals roerend of onroerend huisraad, gemunt en ongemunt goud en zilver, actien en credieten. (Op verzoek van de testateuren tekent en zegelt voor hem de Verwalter Scholtis en de procurator Henrijck Tangena).

Getuige : sosa Seintje Jans, 1701-1765
Getuige : Webbegien Jans, 1716-/1721
Getuige : Lijsbetien Teunis

Bronnen: Rechterlijk Archief IJsselmuiden nr. 3268 4