Egbert Jacobsen Kockert

[Egbert_]

Het is ook niet de dochter Mechteld /Machteld maar de dochter Marrijken die hertrouwt met Peter Goossens - 1e man = Berent Jans

Inderdaad, dat klopt. Even niet goed gelezen: Merregien Hendricks (nagelaten weduwe in 1657) is Marijken Henrijcks, en niet Mechtelt Henricx

[ria van bessen]

Ik vraag me dus af of Peter Goossens misschien via zijn vrouw of haar 1e man als voogd is aangesteld.
Of Jan Geers soms te koppelen is aan Geert/Geurt/Gerrits met zijn kinderen Egbertje, Cornelis, Grietje en Willem.
Of via Jacobs.

f372 - 13 jan 1633 - Richter Cornelis van Dongen.
Keurnoten Gerart Losekaete en Gerridt Janss.
Op heden dato bovengeschreven zijn in het Gericht gecompareerd Willem Janss, Hermen Lubberss, Henrick Janss, Willem Dercks, Geert Pouwels, Jacob Peters, Derck Janss en Berent Janss, met Willem Janss [als] zijn "verordente" momber, present zijnde. Zij hebben met rijp beraad eendrachtig [een] zekere loting gehouden van deze nabeschreven landerijen voor hun en hun respectievelijke huisvrouwen en "derselver" erfgenamen.
Vervolgens zijn Willem Janss, Willem Dercks en Henrick Janss toegevallen het Graeven Landt.
Verder zijn hier tegen Hermen Lubbers, Derck Janss en Berent Janssen, in het bijzijn van zijn voorschreven momber Willem Janssen van Herffte ten lot gevallen de Cromhorst.
Tenslotte zijn Geert Pouwels en Jacob Peters bij loting toegevallen het Snellen Landt.
En zijn bij deze loting aan en over geweest Claes Arentz en Claes Janssen.
Buiten deze loting is onder hen de voorschreven comparanten gemeenschappelijk blijven liggen een stuk Broecklands, liggende in het Scholtambt van Zwolle in Gennerbroeck, "aldernaest" Jonker Haegen en Claes Arentz voorschreven.
Ten behoeve van en tot reparatie van alle onraad, behorende tot de voorschreven percelen land, waaraan de voorschreven comparanten naar kwantiteit van hun landerijen elk even na zullen zijn en blijven. Mede is tussen de comparanten "eenpaerlick" overeengekomen en versproken, dat in het geval boven de nu bekende onraad, ander bezwaar of lasten, geen [niet] uitgezonderd, [die] over de voorschreven percelen land na dezen mochten ontstaan, zulks zullen zij luiden voor hun en hun erfgenamen met elkaar, ieder naar quota, helpen dragen en uitvoeren, alles zonder enige oppositie. Waarmee de voorschreven comparanten, ieder voor hen zelf, voor hun en hun huisvrouwen en "derselver" erfgenamen lieflijk en onherroepelijk gescheiden zullen zijn en blijven. Zonder arg of list.
Actum Ao. et die ut supra.

[Egbert_]

Fraai stukje puzzelwerk, die akte van 13 jan 1633.

Op het eerste gezicht, allemaal erfgenamen van Jan Geertsen Glinthuijs

• 20-06-1629 (otr, Zwolle)
  Willem Dericksen tot Strockele int kerspel van Hasselt en
  Aeltien Jansen Jan Geerts n.d. tot Holten
  met Attestatie tot Hasselt

• 12-05-1622 Hermen Jansen zal. Johan Gerridts n.s. tot Genne ende
  Hilliken Lammers d. van Lambert Esies woenende tot Vaessen
  23-03-1628 Jan Pietersen sal. Pieter Jacobsen n.s. tot Holten en
  Hillicken Lambertsen Lambert Assijns dochter tot Genne

NB: in de akte staat Jacob Peters, maar hij zou bruidegom Jan Pietersen kunnen zijn? Overigens opmerkelijk dat er in 1628 niet bij staat dat ze weduwe is, en/of dat ze erfuiting moet doen.

De trouwinschrijving van Hendrik Jan Bloemert heb ik ook gevonden:

• 11-05-1628 Henrick Jansen Jan Geertsen n.s. tot Genne en
  Marritgen Geerts w. van salige Goosen Herms tot Voorst

Geert Pouwels kan ik niet helemaal plaatsen, maar er is wel deze:

• 11-05-1617 Geert Geertsen, Geert Pauwelsen s. wonende ten Holte, ende
  Cornelisien Jans, Johan Geertsen d. tot Genne

En uit een publicatie van Albert de Leeuw:

Zwollerkerspel, 3 april 1631:
Hermen Albers en zijn huisvrouw Petertin Arentz lenen 200 goud guldens van Wennema Eskens en Geert Pouwels, voogden over de nagelaten kinderen van Lijffert Assins jaarlijks voor 8 gulden rente, en stellen als onderpand hun drie derde part land gemeenschappelijk liggende in 10morgen land in de buurtschap Genne gelegen.

Daar hoort bij:

• 27-02-1614 Leeffert Asiens tot Beckmen en
  Lubbitgen Geerts, Geert Pauwels d. tot Holte

Vader Geert Pauwels is voor 1620 overleden:

• 21-05-1620 Evert Jansen, wonende tho Bergkman, end
  Grietgen Geerts, sa: Geert Pauwelsen n.d. wonende tho Genne

En Willem Jans? Kan hij deze zijn:

• 01-06-1617 Willem Jansen, sa. Jan Willemsen n.s. ende
  Jutte Jans, Jan Geersten d. beijde dienende bij Joncker Seino Hagen tot Genne

Jan Geertsen Glinthuijs zou dan tussen 1617 en 1622 overleden zijn.

[Egbert_]

Niet genoemd in de akte, maar waarschijnlijk hoort hij er wel bij:

• 09-05-1613 Claes Jansen Jan Geertsens Glinthuijs s. tot Genemuijden en
  Swaen Claes Claes Egbertsen d. buijten de Camperpoort

Ik heb de scan er op nagelezen. Er staat echt Genemuijden. Terwijl je Genne zou verwachten.

[ria van bessen]

Zwollerkerspel f242 - 17 feb 1637 - Richter Henrick Ter Cuijlen.
Keurnoten Henrick Mauris en Willem Jansen.
Verschenen is Jan Lambertsen, als man en momber van Cornelissien Jansen, weduwe van zaliger Gerrit Pouwels op Camperveen. Hij heeft vertoond [een] zekere testamentaire dispositie dood voorschreven Gerrit Pouwels en Cornelis Jansen, "tijt haer levens" eheluiden, op 21 juni 1636 voor Hermen Willems, Scholtis van Camperveen en het Oever gepasseerd onder "desselffs segel ende signature", luidende deze (van woord tot woord) als volgt.
Ik Hermen Willems, vanwege Ridderschap en Steden representerende de Staten van het Landschap van Overijssel, Scholtis van Camperveen en het Oever, certificeer voor de gerechte waarheid, dat voor mij en keurnoten hierna benoemd, in een "gehegeden Gerichte" verschenen zijn Gerrit Pouwels en Cornelissen Jansen, echteluiden, overwegende de broosheid van het menselijk leven en de "gebrecklickheijt" van de tegenwoordige tijd. En hebben nog beiden gezond en bij vol verstand met goed beraad hun uiterste wil en testament gemaakt op [in] de manier als volgt.
Ten eerste geven zij de Armen op Camperveen eens 6 keizersgulden, en de Kerk van dit [t' selve] kerspel ook eens 6 keizersgulden.
Insgelijks "kennen" de testateuren [testatoren] hun naaste erfgenamen elk met één pond groot van 6 keizersgulden tot 20 stuivers het stuk.
Tenslotte [lestlijck] is het de beide testateuren hun wil en dispositie mitsdezen, indien hun dochter [niet genoemd] voor hun beiden komt te overlijden, dat dan de langstlevende van hun beiden al de nagelaten goederen van het erfhuis, gerede en ongerede, roerende en onroerende, geen daarvan uitgezonderd, erfelijk en eeuwig zal behouden, en deze na zijn wil en welgevallen, zonder iemands "inseggen" zal mogen genieten, keren en wenden. Zonder argelist.
Daar dit aldus geschiedde, waren met mij Scholtis voornoemd, als keurnoten en gerichtsluiden aan en over de "Eerweerdige ende Welgeleerde" Dus. Nathael Gijsius, predikant, en Roeloff Hermsen, Pander van Camperveen.
- In oorkonde der waarheid heb ik deze testamentaire [testamentele] dispositie en akte ondertekend, en met mijn zegel bevestigd.
Geschied 21 juni 1636 oud stijl.
- En was ondertekend: Hermen Willemsen op ten Enck, Scholtis, hebbende een opgedrukt zegel in groene was, &. [= etc.].
En "alsoe" enige goederen van de voorschreven testateuren in mijn aanbevolen Schoutambt en kerspel van Swolle gelegen zijn, heeft de comparant in de kwaliteit voornoemd de voorschreven testamentaire dispositie mij Schultis volgens Landrecht verklaard [bekent gemaeckt], en verzocht, dat deze mag worden geregistreerd, en daarvan een bezegelde brief in forma "gedepecheert" wordt. Hetwelk ik Schultis niet heb kunnen weigeren, en ex officio heb gedaan, om te strekken na behoren. Zonder argelist.
- Joes. Steenkerck zal voor de comparant mede

[ria van bessen]

bericht 2

Ik heb het idee dat er nogal wat vragen overblijven t.o.v. Jan Geerts Glinthuis.
Ik weet alleen niet of het zin heeft dat nu uit te zoeken, want ik dwaal behoorlijk af van de vraag - en dat is niet de bedoeling. Lijkt me beter evt een nieuw topic Glinthuis te openen tzt.

[Egbert_]

In de inleiding van dit onderwerp heb ik de vraag gesteld welk erf werd er verkocht:

het erve en goed, zoals zaliger Griete Egberts in haar leven heeft toebehoord

Mede door de zoektocht Claes van Marckel en Tops Goet is meer duidelijk geworden over de erven in Holten. Onder andere dat het erf van Claes van Marckel niet Tops Goet is. Maar welk erf van Griete Egberts is geweest, dat is nog niet helemaal duidelijk.

Er waren eind 17e eeuw drie erven/huizen in Holten. Ze komen alle drie voor in hoofdgeld 1675, vuursteden 1682 en zoutgeld 1694.
De nummering van vuursteden 1682 en 1694 is gelijk. Van zuid naar noord. Volgens de volgorde van vuursteden 1682:

• 1675 Holten nr. ??
  1682 Holten nr. 1, Herman Hermsen
  1694 Holten nr. 1, Herman Hermsen, 10 stuivers
  Winters nest

• 1675 Holten nr. 3, Willem Jansen
  1682 Holten nr. 2, Willem Jansen
  1694 Holten nr. 2, Willem Jansens wed., 0 stuivers
  Dit huis als bij doorbraken weggespoelt (1751)

• 1675 Holten nr. 4, Henrik Peters
  1682 Holten nr. 3, Henrik Peters
  1694 Holten nr. 3, Henrik Peters, 0 stuivers
  Stuivenbelts Erve

• 1675 Holten nr. 9, Egbert Jansen, taxatie doorgehaald f 250 (vijfhonderste penning)
  1682 Holten nr. 4, Egbert Jansen
  1694 Holten nr. 4, Willem Egberts, 2 gld
  Reghterens Erve

• 1675 Holten nr. ??
  1682 Holten nr. 5, Arent Klaessen
  1694 Holten nr. 5, Arent Clasen, 3 gld
  1694 Holten, Arent Clasen, taxatie f 500, aanslag 10 stuivers (duisentsten pennink)
  Claes van Marckens goed / Westervelts Erve

• 1675 Holten nr. ??
  1682 Holten nr. 6, Klaas Jansen
  1694 Holten nr. 6, Klaas Jansen, 2 gld

• 1675 Holten nr. 6, Jan Egberts, taxatie f 500 (vijfhonderste penning)
  1682 Holten nr. 7, Egbert Jacobs en Jan Egberts
  1694 Holten nr. 7, Jan Egb Stegeman, 3 gld
  1694 Holten nr. 7, Jan Egb Stegeman, taxatie f 1000, aanslag f 1 (duisentsten pennink)
  Tops Erve / Stegemans Erve

• 1675 Holten nr. 7, Evert Jansen
  1682 Holten nr. 8, Evert Jansen
  1694 Holten nr. 8, Jan Hermsen, 1 gld (zoutgeld)

• 1675 Holten nr. 5, Jacob Willems
  1682 Holten nr. 9, Jacob Willems
  1694 Holten nr. 9, Jan Abrams, 2 gld (zoutgeld)
  1694 Holten, Jan Abrams, taxatie f 500, aanslag 10 stuivers (duisentsten pennink)
  Varkensgat

Uit het hoofgeld 1675 blijkf dan over:
1675 Holten nr. 1, wedùe van Willem Gerrits
1675 Holten nr. 2, Peter Willems
1675 Holten nr. 8, Peter Herms, taxatie f 500 (vijfhonderste penning)

Even als geheugensteuntje: Peter Herms wordt in het DIjckboek van Genne regelmatig genoemd als horend bij Griete Egberts erfgenamen.

De volgorde in hoofdgeld lijkt willekeurig, maar toch is er een systeem in te ontdekken.
Ten eerste wordt in hoofdgeld meestal eerst de gesworene vermeld. In dit geval de weduwe van Willem Gerrits.
Als je de volgorde in hoofdgeld op de kaart zou bekijken, dan valt op dat eerst de huizen aan de dijk geteld zijn, van zuid naar noord. En vervolgens de erven die grensden aan de Gennermeente, van noord naar zuid.

De logica zegt dan, dat Peter Willems aan de dijk woont. Op het erf dat ook wel eens Winters nest genoemd wordt.

Blijven twee erven naast elkaar over: tussen Rechteren erf en Stegemans erf.
Peter Herms zou op Westervelts erf kunnen zitten, omdat dat erf ook in 1694 getaxeerd wordt.
Maar het erf waar Klaas Jansen is ook mogelijk:
21-02-1682 Claes Jans j.m. en
Jannegien Clase, Peter Arens nagelaten wed: beijde ten Holten
Sij moet erfuitinge doen
Peter Herms heet hier Peters Arens, maar hij is het wel. Want er is een erfuiting
f211 - 18 feb 1682 [-] Jentijn Claassen, woonachtig te Holten, weduwe van zaliger Peter Herms

Wel bijzonder dat Klaas Jansen volgens vuursteden 1682 eigenaar is. Zou dat van Peter Harms, zijn weduwe Jentiijn Claassen bij Klaas Jansen terecht zijn gekomen. Is daar wat van terug te vinden?

Om meer zekerheid te krijgen: wie is de wedùe van Willem Gerrits ?

[Janny Lalkens]

Op zoek naar de weduwe van Willem Gerrits ( X Marrichien Jacobs)

kwam ik te Zwolle NG met als doopvader ene Willem Gerrits de volgende dopen tegen:

1. 26 nov. 1637 Henrick gedoopt en moeder heet Annichien. Geen patroniem/achternaam van de moeder. Boek 698/8

2. 7 januari 1638 Gerrit gedoopt en de moeder heet Grietien Jans Boek 698/13

3. 4 nov. 1644 Jan gedoopt, geen naam van de moeder vermeld. Boek 698/312

Uiteraard gaat het om de naam van de vrouw waar Willem Gerrits op het moment van zijn overlijden mee getrouwd was. Ik zoek verder.

[ria van bessen]

Marrigien Jacobs is toch de wed Willem Gerrits?

f109 - 18 mei 1650 - Richter "Substituijt" Lucas Vriesen, burgemeester.
Keurnoten Theodorus Queijsen en Gijsbert van Diedem.
In het Gericht zijn verschenen Claes Geertsen en Grietien Claessen, eheluiden, woonachtig in het Landt van Vollenhove, verder Derck Geertsen en Marregien Jansen, eheluiden, woonachtig te[n]Holte, zijnde deze vrouwen geassisteerd met hun mannen en mombers; item Henrick Jansen voor hem zelf en als gevolmachtigde van zijn huisvrouw Jennegien Everts, volgens procuratie voor Frans Vottenbogaert [= Uittenbogaert], publiek notaris binnen Amstelredam [= Amsterdam] op 24 mei van dit jaar stijlo novo gepasseerd, die alhier in het Gericht vertoond en gelezen is, en waar naast [waernevents] hij comparant nog de rato caveert; dan nog Claes Geertsen voorschreven als momber over de twee nagelaten kinderen [niet genoemd] van zaliger Geertien Geerts, bij Helprich Jansen in echte geprocreerd, alsmede [neffens] genoemde Helprich Jansen als vader en voogd van deze kinderen, voor wie zij beiden de rato caveren; tesamen kinderen, kindskinderen [= kleinkinderen] en erfgenamen van zaliger Gerregien Seijnen, in haar leven woonachtig ten Holte.
Zij verklaarden in die kwaliteit voor hun en hun erfgenamen eeuwig en erfelijk te hebben verkocht, gecedeerd en getransporteerd, gelijk zij verkopen, cederen en transporteren mitsdezen, voor een somma van penningen hun comparanten ten genoegen voldaan en betaald, aan Willem Gerrijtsen en zijn huisvrouw Marregien Jacobs en hun erfgenamen, woonachtig ten Holte, een katerstede, zijnde een huis met twee akkers land, waar op het huis staat, en nog een half akkertje "off halff schepel geseijs" genoemd het Wallegien, gelegen ten Holte in dit kerspel van Swolle, waar naast oostwaarts het huis en de twee akkers "gelandet" en gelegen zijn, de kopers zuidwaarts, Rotger van Haersolte toe Westervelt, westwaarts de dijk en noordwaarts de kopers, en aan dit [hetselve] akkertje oostwaarts de Meente, zuidwaarts [en] westwaarts Ter Ween Goedt, en noordwaarts Rotger van Haersolte tot Westervelt. Zijnde vrij eigenlijk goed en onbezwaard van alle uitgaande renten en thinsen; maar met een onraad van één roede en 1 1/2 voet Swartewater dijk onder [de] Genner Schouwe gelegen. Belovende "deselve" te wachten en te waren voor alle evictie en opspraak als volgens het recht. Zonder argelist.
- Jacob van Muijden zal voor de comparanten zegelen en tekenen

f100 - Eodem [24 mei 1679] - Richter Bernard Holt.
Keurnoten Hermannus Holt en Arent Klaassen.
In het Gericht zijn verschenen Peter Klaassen, woonachtig ten Holten, verder Henrik Peters en Jantjen Willems, tutore marito, ehe¬luiden, Jan ten Oever en Jantjen Peters, tutore marito, eheluiden. Zij verklaarden voor een somma van penningen, hun te danke voldaan en betaald, erfelijk te hebben verkocht, gecedeerd en getransporteerd, gelijk zij verkopen, cederen en transporteren mitsdezen, aan Egbert Jansen tot Holten hun gerecht vierde part van zeven akkers bouwland, en nog het gerecht vierde part van 3 morgen weideland, samen gelegen in dit kerspel van Zwolle in de buurtschap Holten. Van welke beide percelen de erfgenamen van Willem Gerrits tot Holten de drie andere vierde parten toebehoren; zijnde vrij eigenlijk goed, maar [dog] bezwaard met een vierde part van 7 goudguldens jaarlijks; verder met zijn raad en onraad, recht en gerechtigheid daartoe behorende. Zij comparanten beloven de voorschreven percelen te wachten en te waren voor alle evictie en opspraak als volgens het recht. Zonder argelist.
- Henrik Queisen, gerichtschrijver, zal ter instantie van

[ria van bessen]

bericht 2

f342 - 14 feb 1654 - Richter Bernardt Holt.
Keurnoten Gerrardt Holt, hopman, en Henrick Crans.
Door het Gericht zijn tot mombers geauthoriseerd en gesteld over de vier nagelaten onmondige kinderen van zaliger Jan Jacobsen Smit te Holten [ten Holte], bij Trientien Willems in echte geprocreerd, Jan Claessen ten Velde, als aangehuwde oom van de vaders zijde, en Peter Willems te Holten [ten Holte], als oom van de moeders zijde, van deze kinderen. Die de momberschap hebben aangenomen en beloofd der kinderen beste en voordeel in alles te zoeken en waar te nemen, zoals goede en getrouwe mombers toestaat en behoren te doen.
Waarna de voorschreven weduwe Trientien Willems, geassisteerd zijnde met Jacob van Muijden, gerichtschrijver, als haar momber, aan haar vier kinderen, met name(n) Geertien oud 13 jaren, Alphert oud 11 jaren, Egbert oud 8 jaren en Jacob Jansen oud 6 jaren, ten overstaan van deze mombers voornoemd erfuiting heeft gedaan, en voor hun zaliger vaders goed bewezen onder hun vieren een somma van 100 Caroli gulden tot 20 stuivers het stuk, en de dochter nog een bed met zijn toebehoren. Alles te ontrichten aan een ieder zijn deel of te verrenten wanneer deze [kinderen] 16 jaren oud geworden zullen zijn. Zij belooft haar kinderen ondertussen en zo lang in kost en kleren te onderhouden en te verplegen, en aan het einde van [ende tendes] die jaren gekleed en gereed uit te zetten na staatsgelegenheid. Waarmee zij comparante verklaart haar voorschreven kinderen [een] oprechte en sincere erfuiting en bewijs wegens hun zaliger vaders goed te hebben gedaan. Zij verbindt daar voor "all hetselve" haar persoon en goederen. Zonder argelist.
- Juramentum per tutores remissum.