van Keulen en Everts - afkomstig van Haerst

[Janny Lalkens]

In het Westeraboek heet de vrouw van Jan Egberts Rietberg Annetje Gerrits en verder geen toevoeging van Van Haerst of wat anders.

[ria jongman]

Ik had ook niet anders verwacht. Want als hij meer had gevonden, dan had ik het ook gevonden

[Janny Lalkens]

Ja, dat snap ik!

En ik ben benieuwd of we in het vervolg nog iets gaan doen met dat aanbod van die gratis scan door Collectie Overijssel/Anno.

Er is bijv. een bron waar we denk ik nog nooit iets mee hebben gedaan: gegevens over inkwartiering bij mensen in de stad Zwolle, rond 1672. Vermoedelijk bewoners in combinatie met de straat waar ze woonden en met gegevens wat voor soort militairen er bij hen in woonden. Ik heb nu geen tijd voor zoiets, maar mogelijk later nog eens om zoiets te gaan uitproberen. En dat dan lezen naast Vuursteden 1682. Toekomstmuziek. Nu met eigenlijk te veel andere dingen bezig. En die zijn ook nuttig. [Anders zou ik ze niet doen. ]

Dat Westera boek is uit 1995, 527 blz. De schrijver is al jaren geleden overleden en het onderzoekswerk is dus van vóór 1995. Ik weet al niet eens meer wie mij tipte dat dit boek bestond. Ik meen dat er nog 2 exemplaren te koop waren toen ik met de schrijver belde.

[ria jongman]

Een scan heeft alleen zin als je de bron hebt gevonden. En tot nu toe, is niet te bevestigen van wie Arentje alias Annigje een dochter is, dus is ook de voogd Jacob Gerrits niet te traceren. In Hasselt heb ik haar 1e of 2e huwelijk niet gevonden.
Eerder al niet, maar nu met meer bronnen voorhanden nog niet.

IVj. Egbert Jansen (op de) Rietberg, overl. na 4 febr. 1732,
tr. 1e Gerrichje Jansen [zij overleden voor 1711] ,
tr. 2e Maria Teunis, verm. begr. Hasselt 6 jan. 1755 ("Eber Retber vrouw Maria").

Als je kijkt naar de kinderen van Egbert Rietberg, dan lijkt Wijhe of Hasselt toch het meest voor de hand liggend.

uit het 1e huwelijk:
1. Jennecke Egberts, ged. Wijhe 25 jan. 1688, overl. na. 11 april 1741,
tr. Derck Herms (Guleker), overl. na 11 april 1741 (382).
2. Hendrina Egberts, ged. Wijhe 1 jan. 1691
3. Jan Egberts Rietberg, overl. voor 18 jan. 1721, tr. Annigje Gerrits,
4. Magtelt Rietberg, overl. tussen 4 febr. en 17 juni 1732 , tr.
Ernst Teunis Meijer, woont op de Bruinenberg, overl. na 29 juni 1740,
zoon van Teunis Erenst op het Meijers en Swaantje Roelofs (384); hij
tr. 2e Assele Lamberts (385).
uit het 2e huwelijk:
5. Jannes, volgt Vp.
.

[Janny Lalkens]

Dat aanvragen van een scan sloeg niet op dit onderwerp, maar op het feit dat ons dat nu mogelijk gemaakt wordt door Collectie Overijssel/ANNO/HCO.
Wij maken gebruik van Zwolle VS 1682 en Zwolle Zoutgeld 1694 en 1701. Die bron uit Zwolle waarin beschreven wordt dat er in inkwartiering was in 1672 en bij wie gebruiken we eigenijk niet.

Inkwartiering zal niet bij elke inwoner geweest zijn. Ik denk dat mensen die van de bedeling leefden al met te veel anderen in 1 of 2 kamers woonden. Maar ik hoop dat er straten bij staan in die inkwartieringsbron en dat dat ons kan helpen VS 1682 weer wat beter te kunnen gebruiken.

Het valt mij ook op dat of de vrouw van Jan Egberts Rietberg nu Annetje of Arentje Gerrits heet, er heel moeilijk iets over haar is te vinden. En dat geldt ook voor momber Jacob Gerrits die van haar kant wordt aangeleverd in de momberstelling van 1721.

Als het de komende dagen niets verder oplevert, parkeer ik Annetje/Arentje en Jacob Gerrits ergens in mijn hoofd en blijf ze in gedachten houden als ik gegevens zal lezen in de toekomst. Bijvoorbeeld in de vrijwillige rechtspraak. Alles wat Jacob Gerrits heet interesseert me heel erg, daar kan nog wel een zusje Annetje of Arentje bij.
En omdat 2 dochters van de vrouw die we kenden als Annetje Gerrits hun zonen Arent noemen ( de halfzussen Gerrigje Jans Rietberg en Jannetje Berents) , zou het zeer goed kunnen dat Annetje veranderd moet worden in Arentje. Ik ga er dan ook van uit dat Annetje/Arentje Gerrits met Berend Martens hertrouwde.

[ria jongman]

Misschien zijn dit de ouders ?

ZWK f137 - 11 mei 1695 - Richter Herman Meuwsen.
Keurnoten Arnolt van der Lawik, kamener, en Hermannus Kamerits.
In het Gericht zijn verschenen Gerrijt Jacobs en Aaltjen Herms, Roelof Jacobs en Fennighjen Herms, eheluiden, de vrouwen met hun mannen als momber geassisteerd, dit voor hun zelf en verder tesamen de rato caverende voor hun absente zwager en zuster Derk Henriks en Griete Jacobs, eheluiden. Zij verklaren voor een aan hun betaalde somma van penningen te hebben verkocht, gecedeerd en getransporteerd, en dit te doen in en vermits dezen, aan Jochem Evers en Meghteltjen Evers, eheluiden, hun comparantens helft van drie en drie vierendeel morgen bouwland genaamd de Hutkampjes, gelegen in Mastebroek omtrent de Crone, zuidwaarts Jan Lubbers, noordwaarts Gerrijt Lambers, oostwaarts Berent Possijn, zijnde vrij eigenlijk goed, onbezwaard met enige uitgaande renten, edoch met zijn recht en gerechtigheid, raad en onraad, van ouds daartoe behorende. Hij belooft dit altijd te wachten en te waren voor alle evictie en opsprake als volgens het recht.
- De Gerichtschrijver Holt zal voor de comparanten tekenen en zegelen.

ZWK f404 - 20 nov 1734 - Richter Tomas van Muijden.
Keurnoten Karel Jukama en Jannes Kuiper.
In het Gericht zijn verschenen Berent Martens en zijn huisvrouw Arentjen Gerrits, tutore marito. Zij verklaren om een welvoldane somma van penningen te hebben verkocht, gecedeerd en getranporteerd, zulks doende bij dezen, aan Albert Arents en zijn huisvrouw Harmpjen Jansen ongeveer twee morgen land het Hattekampjen genaamd = dit HUTTEkampje?, in 't Voorster Slagh onder dit kerspel van Zwolle gelegen, Juffer Aleida Greven ten oosten, ten noorden de comparanten, Warnar Gerrits ten westen, en De erfgenamen van Jan Lubberts van Haarst ten zuiden, en zulks met zijn recht en gerechtigheid, raad en onraad, vanouds daartoe behorende.
- Dr. A.G. Vriesen, gerichtschrijver, zal op uitdrukkelijk verzoek van de comparanten voor dezen tekenen en zegelen.

[Janny Lalkens]

ZWK Boek 651 50e penning. Bewerking door Henri Wolf en wijlen Jan Rientjes In boek 620 transportaktes ZWK niet de beide corresponderende aktes gezien.

F257 – Op 31 juli [1734] heeft Berent Martens in de Crone op ’s-Heerenbroek bekent gemaakt dat hij voor ongeveer 6 weken heeft aangekogt van Hugo Visser een stuk bouwland groot 1½ morgen onder Mastenbroek onder het schoutampt van Zwolle voor 835 gulden en een silveren ducaton f 838-3-0

F258 – Op 31 juli 1734 heeft Albert Arents in Mastenbroek bekent gemaakt dat hij voor ongeveer 6 weken heeft aangekogt van Berent Martens in de Crone op ’s-Heerenbroek ongeveer 2 morgen weijdeland in Mastenbroek onder het scholtampt van Zwolle gelegen voor 1250 gulden en een silveren ducaton. F 1253-3-0

Ria, het lijkt mij toe dat de beide aktes die je hiervoor plaatste over dezelfde grond gaan.

Harm, hier is ook weer sprake van Berend Martens in de Crone. En daar woonde toch ook Arentje Gerrits? Dus...

[harm56]

Nu ik er weer mee bezig ben kwam het idee op, is de weduwe van Jan Egberts Rietberg hertrouwd met Berent Martens.

Ria bedankt voor het vinden van deze akte.

Fol. 279 R. A. Zalk deel 37
Ao 1667 den 27 april
Richter Gerhardt Noortbergh
Coornoten de Ed. Hendrik Cattenbelt en Claas Roelofsen
Erschenen in den Gerichte Jacob Jansen en is met sijn zal: huijsvrouwe vrinden in accoort getreden, wegens de goederen bij de selve nagelaten, en is bij overslach sijnen geheelen staat bevonden als volgt
Te goede
Het huijs 700=0=0
Levendige have 770=0=0
Obligatien 200=0=0
’t Zant 30=0=0
Som 1700=0=0
Affgetrocken 690=0=0
Blijft 1010=0=0

te quade
Aen Wigbelt Everts kinderen 80=0=0
Evert Werners 300=0=0
Heer van Zallick 150=0=0
Jr. Knoppert 100=0=0
Buijtenlant pacht 60=0=0
Som 690=0=0

Van Bovenstaende duijsent ende thien cargl: belooft Jacob Jansen aen sijne drie kinderen in echte geprocreert bij sijn zal: huijsvrouwe Geertien Hendrix, als namentlick Jan, Gerrijt en Jennegien Jacobs, voor haer zal: moederlicke goet, de gerechte helfte, te weten vijffhondert en vijff cargl:, daer en boven sullen de selve drie kinderen hebben te genieten de gerechte helfte van vier morgen en een halff vierendeel morgen landes, als namentlick 2 ¼ morgen genaemt Sopperie gelegen aen de Bisschops weteringe, en twee morgen ...... een halff vierendeel genaemt Bestevaers landt, gelegen in ’t Voorsterslach, vrij sonder eenige uijtgangen minste 9 ½ cargl: jaerlix, daer voorn: Sopperie mede bezwaert is, item sullen voorn: kinderen met hun driën hebben te genieten alle ’t geene soo eenigh sints ten lijve van den zal: moeder gehoort heeft, soo linnen als wullen, gout en silver, niet van alles uijtgesondert, daer en boven sal de dochter hebben te genieten, als sij is gecomen tot haer houbare jaren, een goet bedde met sijn toebehoren, en elcke sone een goet vullen, item sal de vader die kinderen onderholden in kost en klederen tot dat sij sijn gecomen tot het olderdom van 16 jaren, en sullen als dan voorn: penn: en pachten sijn en blijven ten profijte van de voorn: kinderen, ook sal de vader geholden zijn dese sijne kinderen te laten leeren lesen en schrijven, en de dochter goet linnen naijen, sonder de selve hare goederen te vercorten, waer mede die voorn: vader bij hanttastinge in Eedes plaetse verklaert heeft dese sijne kinderen recht gedaen te hebben, en heeft daer over tot momberen gestelt Borgemeester Roelof Hendricks tot Wilsem en Berent Jansen tot Deventer, welcke momberen ook bij hanttastinge in Eedes plaetse hebben belooft dese hare pleeghkinderen, persoonen en goederen te deffenderen en administreren gelijk als goede momberen na Lantr. schuldich en geholden sijn te doene, sonder argelist, in kennisse der waerheijt is desen invertaris daer van gemaekt, bij de vader, momberen, bij wesende vrinden, en ’t Gerichte ondertekent en gezegelt en in desen Gerichts prothocol gestelt, actum Zwolle op vergunder aerde, op datum als boven.
Onderstonden verscheijden handen.
Dit is x Jacob Jansens selfs getrocken merk
Dit is x Gerrijt Hendrix selfs getrocken merk
Dit is x Roelof Hendricks selfs getrocken merk
Berent Jansen
Hendrick Cattenbelt
Gerh: Noortbergh Scholtis tot Sallik
Claas Roelofsen

Doopboek van Zalk

21-06-1668 Roelof Jacob Jansen Vecaten

03-02-1689 Jacob Gerrit Jacobs
10-08-1690 Harmen Gerrit Jacobs
00-09-1692 Geertje Gerrit Jacobs
09-09-1694 Jan Gerrit Jacobs
25-02-1700 Willem Gerrit Jacobs
12-02-1702 Geertien Gerrit Jacobs

Lidmatenboek Zalk
1691 Aaltjen ? Harmens vr. Gerrit Jacobs
1693 Aaltje Harmens vr. van Gerrit Jacobs obiit

[Janny Lalkens]

Stapje voor stapje...

Bij de aktes van Ria uit 1695 en 1734 valt op dat in het zuiden in 1695 Jan Lubberts grenst aan het bezit van Gerrit Jacobs, Fennigje Jacobs en Griete Jacobs en hun echtgenoten. In 1734 zijn dat Jan Lubberts zijn erfgenamen.

En in 1695 ten oosten: Berend Possijn en in 1734 ten oosten: Aleida Greven, die in 1742 overlijdt.

Als deze stukken grond hetzelfde zijn of deel van elkaar, dan is mogelijk via via het land van Berent Possijn in bezit gekomen van Aleida Greven. Zij kocht of liet voor zich kopen regelmatig bezit aan en ik heb niet de indruk dat ze dat deed om het weer te gaan verkopen. Ook erfde ze met haar familie van Secretaris Holt. Die zou ook van Berend Possijn kunnen hebben gekocht. En dat de Greve kinderen het dan erfden. Ik heb nog geen verkoop door Berend Possijn gezien. Dit zoek ik om te kijken of de aktes van 1695 en 1734 over hetzelfde land gaan, wat ook weer aannemelijker maakt wie ouders van wie zijn. Mogelijk erfde Aleida van meer mensen. Hoe dan ook, ze verzamelde veel bezit om zich heen:

50e penning boek 652 F141 – Op 16 februari 1742 is dit volgende bekent gemaakt:
Ingevolge de reserve bij de aangave door de erfgenamen van wijlen juffer Aleijda Greve van den 24e maart 1742 sig voorbehouden en gedaan maakt de convoijmeester Golts nader bekent dat hij voor so verre als tot stigtinge van het Vrouwenhuis, als tot onderhoud van de vrouwens die in dat huis staan geplaatst te worden, volgens de testamentaire dispositie van 28 januari 1742 van voorgenoemde juffer A. Greve waarbij de directie van dat huis aan hem Convoijmeester Golts alleen gedemandeert is heeft gedespicieert en geaffecteerd de volgende vaste goederen in het Schoutampt van Swolle gelegen, als namentlijk:

1) het huijs en boomgaard in Mastenbroek eertijds Gerrit Lamberts
toebehoord hebbende.
2) 6 morgen Rennesland

3) 4 morgen Bestevaersland ( zie hier boven de akte van Harm)

4) ongeveer 2½ morgen land.

5) 12 morgen Huiserland
6) 3 morgen het Leugenoortjen, alle in het Voorsterslag.

8) 4½ morgen bij het velekenhuis in het Hogebruggenslagh.
9) 6 morgen in het Hasselaarslag.

50e penning boek 652 F121 – Op 24 maart 1742 hebben de testementaire erfgenamen van wijlen juffer Greven overleden den 4e februari bekent gemaakt dat onder desselfs nagelatene goederen sig bevinden de volgende vastigheden, so gelegen sijn in desen schoutampte van Swol:
1) als ongeveer 2 morgen lants in het Winsemerbroek.
2) Het erve de Kolk met sijn onderhorige landerijen.
3) Het Coningserve waarvan jaarlijks aan de provintie in erfpagt gegeven word 280 gulden.
4) Het halve Waijerserve

Beide erven met hun onderhorige landerien te Ittersum daar de huisen
staan en in de vrijheid gelegen.

5) Een huis en hof op’s-Heerenbroek, 6 morgen Rennesland en 4 morgen Bestevaersland.

6) 2¼ mergen land, 3 mergen het Keugenoortje en 12 mergen Nuiserland[?] alle in het Dronterslag gelegen.
7) 6 morgen Het Ruitenland; 3 morgen de Bentkamp; 3 morgen agter voorschreven kamp alle aan de Brede Stege in het Hasselerslag gelegen.
8) 4 morgen hooijland en 4½ morgen dito op de oude Weteringe in Camper Weteringe- of Hogebruggerslag gelegen.
9) Een stukjen hooijland in het Gagel. Dog dat vermits de overledene bij haar uiterste wille gechigt heeft een Vrouwenhuis binnen de stad Swol en testatrice gewilt heeft dat daarbij sullen werden gelegt eenige vaste goederen tot onderhoud van het selve huis, sij erfgenamen nader sullen bekent maken, welke goederen sij daartoe sullen hebben gedespicieert, sustineerende daarvan geen betalingen van het collateraal verplight te sijn, als in soverre geschikt sijnde tot een Godvrugtig gebruik en sig vorder reserverende om hetgeen in voorschreven Schoutampt meerder of minder mogte leggen, ten allen tijde nader te kunnen en mogen aangeven, den ten oorkonde hebben dese op datum als boven getekent.
Was get. G.W. Golts voor mij en beide susters.

ORA ZWK boek 618 oude nummering f341 - 7 apr 1722 - Richter Wilhelm Vriesen.
Keurnoten Berent Langkamp en Henrik van Werven.
In het Gericht zijn verschenen Willem Roek, Sophia Roek en Elisabeth Roek, beiden met hun broer Willem Roek voornoemd als momber geassisteerd, verder Derk Roeck en diens huisvrouw Geertie Kronemans, tutore marito, en dan nog Arent Roek. Zij verklaarden om een wel voldane somma van penningen

aan Juffrouw Aleida Greven

te hebben gecedeerd en getransporteerd, doende zulks krachtens dezes,

een kamp land gelegen in Mastebroek in [het] Voorsterslagh, dichtbij de Breesteege, [en daar stond De Krone ook, J.L.]

[Is dit dus het land dat grenst aan bezit van Berent Martens X Arentje Gerrits in 1734? J.L.]

die van de Boxen naar s Herenbroek gaat, groot ongeveer 2 1/4 morgen, maar [dog] zonder echter aan de Mate, hetzij meer of min verbonden te zijn, hebbende dit land dat van de weduwe van peter Hilbrandts oostwaarts, dat van de Geestelijkheid van Swol zuidwaarts, dat van de Heer Knoppert westwaarts en dat van de kinderen van Gerbrand op den Steen noordwaarts. Alles met zijn raad en onraad, recht en gerechtigheid, hebbende de weg en de uitdrift door het voornoemde land van de kinderen van Gerbrand op den Steen. Zijnde dit land vrij van enig opleggend bezwaar of van uitgaande renten. De comparanten beloven ieder in solidum (alle de vrouwspersonen onder renunciatie van het Vellejaense raadsbesluit, mede brengende dat vrouwspersonen voor anderen zich niet mogen verbinden) het gecedeerde voor alle evictie en opspraak te wachten en te waren.
- Dr. Abraham Gerhardt Vriesen, gerichtschrijver, zal voor de comparanten tekenen zegelen.

Misschien is er nog wel duidelijker iets te vinden dat grond van Berend Possijn ( eventueel via via ) in een periode van 40 jaar in bezit is gekomen van Aleida Greven en als het dan ook nog om hetzelfde land zou gaan als wat in 1695 in bezit is van Gerrit Jacobs c.s. zou dat helemaal mooi zijn.

[ria jongman]

De verkopers zijn
Gerrijt Jacobs en Aaltjen Herms, en is mogelijk Arentien / Annegien de dochter van deze Gerrit Jacobs. Met een broer Jacob Gerrits.
Roelof Jacobs en Fennighjen Herms,
Derk Henriks en Griete Jacobs

Het zou dus simpeler zijn om deze echtparen te traceren.
Zou ene Gerrit - 3 kinderen ergens laten dopen met de namen Gerrit, Roelof en Grietje.
Toch?

Dus niet.
Zoek maar eens op Roelof Gerrits - ik kan die combinatie niet eens ergens vinden.
Laat staan degene die ik moet hebben..

Vraag
De grond die zij verkopen aan Jochem Everst [van der Horst] kan duiden op IJsselmuiden? Daar waar de weduwe [en Jochem zelf neem ik aan] dus woonde volgens de erfuiting in 1710.