WERNER DERKS op 'S HERENBROEK -aanvulling

[ria jongman]

Contentieuse zaken Zwolle[rkerspel]
RA001-668 nieuw nummer 0700-4097

f47 dd.23-10-1638
Richter Henrick ter Cuijlen, Coornoten Conradus Muntz en Jacob Bossier.
Erschenen in den gerichte Gerrit, Johan en Henrick Berentz gebroederen voor henzelf, caverende de rato voor en zich sterk makende voor Jan Vrilinck getrouwd hebbende hun comparanten zuster Anna Berentz, en mede voor de onmondige kinderen van hun zal. broeder Dries en hun zuster Metgien Berentz, tezamen kinderen en erfgen. van hun zal. respectieve moeder en bestemoeder Aeltgien Jans, en hebben zich na landrecht in laten leiden in het sterfhuis van zall. Andries en Berentsen Jansz, gevallen in de buirschap Schelle, en dat voor zoveel als de voors. comparanten respectieve moeder en bestemoeder in't voors. sterfhuis en erfenis is berechtigd en na rechte is competerende geweest, verzoekende daarvan akte ten protocolle en dat deze inleiding mag worden geïnsinueerd.
De insinuatie moet gedaan worden aan Claes Frericks wonende tot Herkeloe en Warner Dercks wonende op 's Herenbroeck als momberen van Gerrit Andries.

f65-f66 dd.01-12-1638
Richter Henrick ter Cuijlen, Coornoten Jt. Arendt van Oldeniel en J. Holt Secret.
Erschenen Warner Dercksen als momber van Gerrit Driessen, zoon van wijlen Dries Dercksen en Anna Gerritsen, en dat na landrecht qq. wederom uitleiding gedaan tegen zodanige inleiding als Gerrit, Johan en Henrick Berentsz gebroederen voor henzelf en mede gecaveerd hebbende voor Jan Vrilinck getrouwd hebbende hun comparanten zuster Anna Berentsen en mede voor de onmondige kinderen van hun zall. broeder Dries en hun zuster Metgen Berents, tezamen als kinderen en erfgen. van hun zal. respectieve moeder en bestemoeder Aeltien Jansz, op den 23 October 1638 in het sterfhuis van zal. Andries en Berent Jansz in de buirschap Schelle gevallen, voor zovele de inleiding wegen hun respectieve moeder en bestemoeder aan het voors. erfhuis en erfenis berechtigd zijn en na recht mogen competeren, met expresse verzoek dat deze uitleiding uit naam van Warner Derricksen qq. ter protocolle mag geregistreerd worden om te strekken waar die naar recht behoren zal.


Zwolle 20-02-1625 Dries Dircks van Schelle en Annichen Garrits sal: Gerrit Hermesens n.d. tot Haerkelo

Zwolle 26-12-1631 Jan Berentsen B: Everts n.s. tot Harkeloe ende Anneken Gerrijts Dries Dercksen n.w. tot Schelle
Uit dit huwelijk: Andries en Berentien

Mogelijk is dit Jan Vrilinck
Zwolle
14-09-1628 Joan Jansen Vrouwentlijck op de Nijestat en
Anneken Berents n.w. van Lambert Tonijsen tot Harkeloe

[Janny Lalkens]

.f306 - Eodem [7 okt 1637] - Richter Henrick Ter Cuijlen.
Keurnoten Jan Hessels en Willem Rutgers te Wije.
Op verzoek van Claes Frericks en Warner Dercksen, wettelijke mombers van het nagelaten kind van zaliger Andries Dercksen en Anna Gerrits, met name Gerrit Andries, "haer draegende als erfgen. ab intestato" van Andries en Berentien Jansen, halve broer en zuster, is gerichtelijk geauthoriseerd Peter Sinner, gerichtsdienaar, om gerichtelijk tot Schelle ten huize van Jan Berents en Anna Gerrits te inventariseren al de "meubilen", gerede en ongerede goederen, door de voorschreven eheluiden en hun voorschreven kinderen onlangs tesamen tot Schelle aan de pest gestorven, nagelaten.

f309 - 14 okt 1637 - Richter Henrick Ter Cuijlen.
Keurnoten Lucas Vriesen en Jacob van Muijden.
Op verzoek van de erfgenamen, "soo" van zaliger Jan Berentsen en Anna Gerrits, alsook van de kinderen door dezen samen geprocreerd, en tot Schelle onlangs aan de pest overleden, is "tot meesten dienste" van deze erfgenamen goed gevonden en geauthoriseerd Engbert Willemsen aan [de] Hoeven Brugge, om "tot meesten prijse", na voorgaande kerkensprake gerichtelijk tot Schelle te verkopen al de "meubilen" en gerede goederen, door de voorschreven eheluiden en hun kinderen nagelaten, en daarin voor deze erfgenamen en onmondigen het beste te doen, verder de penningen van de verkoop [vercopinge] procederende te vorderen, en daarvan na behoren te verantwoorden, en rekening en reliqua te doen.

f421 - [Geen Richter en keurnoten vermeld].
Op heden 3 april 1639 is de kwestie [questie] tussen Warner Henricx en Claes Frericx als mombers van zaliger Dries Dercksen [zijn] kind en Jan Berentsen ter ener zijde, en Henrick Liephartsen "nieuwe meijer op der Wesen Erve" te Schelle ter anderer zijde, betreffende [belangende] de "questieuse seste garve, off die nieuwe meijer van vijff garven twee off de derde garve, de thijnde voor aff getrocken, soude genieten, geaccordeert ende verdraegen", en dat door tussenspreken van de Ed. Arent van Oldenniel en Henrick Knoppert, alsmede [mitsgaeders] de E. Albert Arentsen, burgemeester, en Tonnis Haecke, hopman en weesmeester [weesemeijster], alsook ten overstaan van de Ed. Henrick Ter Cuijlen, Schultes van Swolle, als hiertoe door de partijen resp. verzochte "dachhouderen, ende overman", in voegen dat de voorschreven mombers voordat zij van zes "garven" vier van het voorschreven erve hebben getrokken, en ontvangen, aan de voorschreven nieuwe meijer Henrick Liephertsen zullen uitkeren, en "voorts" betalen de somma van 40 Caroli gulden eens. Waarmee de voorschreven partijen lieflijk met elkaar dit aangaande "sijn verdraegen", zonder dat zij enige pretensie dienaangaande meer op elkaar zullen hebben of houden. En hebben de partijen verzocht, dat dit tot meerder "verseeckertheijt" in het Schulten-prothocol geregistreerd mag worden.
[Geen ondertekening vermeld].

Voorgaande 3 aktes zijn een bewerking gemaakt door wijlen Jan Rientjes uit boek 605 ORA ZWK. Deze maand is het al weer 12 jaar geleden dat hij overleed. Wij hebben op dit Forum veel aan hem te danken! Daarom noem ik graag nog eens zijn naam.
Ik weet niet of deze 3 aktes in het verleden al eens op dit Forum werden gezet.

[Janny Lalkens]

Bericht 2.

Boek 603 ORA ZWK

f377 - 8 dec 1621 - Coram Richter Cornelis van Dongen.
Keurnoten en Henricks en Willem Jonassen.
Compareerde Dries Derricksen, wonende te Schelle op "t Wesen erffe", en zijn echte huisvrouw Aeltien Willems, die [geassisteerd is] met Adriaen van Gellre als haar tot deze zaken "gecoren ende met rechte" toegelaten momber. Zij hebben reciproce, de een de ander, met voorbedachte rade en vrije wil uit zonderlinge affectie elkaar begiftigd en erfelijk gegeven al hun comparantens goederen, geen uitgezonderd, hetzij land, zand, huis, hof, kleren, kleinoden, goud, zilver, gemunt en ongemunt, al het levende vee, zaad en zaadgewas, hoe deze ook genoemd mochten zijn. "Alsoe dat" de langstlevende van de beide eheluiden na het afsterven van de eerste alles zal krijgen en behouden, gelijk bovengschreven is. Met dan nog, dat Dries uitdrukkelijk wil en begeert, gelijk hij doet krachtens dezes, dat deze zijn "maeckinge" voor de Magistraat van Wilsum van zijn aldaar hebbende erfgoederen tot voordeel en eigendom na zijn dood ten erfelijke behoeve van zijn huidige huisvrouw effect sorteren en nemen zal, en ook eerdaags [eerstes dages] aldaar voor de Heren van Wilsum passeren, of doen passeren laten van zijn huidige huisvrouw. En willen de eheluiden, dat de langstlevende bij het afsterven van de eerste aan deze erfgenamen eens en voor al zal ontrichten en betalen een somma van 36 Caroli gulden en niet meer, en verder aan de Armen "een golden pont groot" of 6 gulden, waarmee de in leven zijnde [antlevende] "vrenden affgesuenet" zullen zijn en blijven. "Ende gengen des alsoe vuijt als recht was". Zonder argelist.

Uit dit eerste huwelijk van Dries Dercksen en Aeltien Willems een dochter Merregien Dries.
Merregien heeft een grootvader Willem Wolffs. Merregien haar vader Dries Dercksen had
recht op land bij Wilsum. Voogd na overlijden van moeder Aeltien Willems o.a. Werner
Dercks op ‘s Heerenbroeck. Deze Werner lijkt me de broer van Dries Dercks te Schelle te zijn.


f460 - 18 spe 1624 - Coram Richter "Substituijt" Adriaen van Gellre.
Keurnoten Hugo Everts [Euerts] en Warner Henricxsz.
Compareerde Luijte Guerts, huisvrouw van Dries Derricksen te Schelle, met Herman Lamberts als haar tot deze zaken "gecoren ende gerichtelijke toegelaten" momber, ziek [kranck] zijnde van lichaam, maar [edoch] haar verstand machtig. Zij heeft wel met voorbedacht gemoed en rijp beraad haar uiterste wil verklaard op de manier nabeschreven.
Ten eerste wil zij testatrice, dat zodanige huwelijksvoorwaarden tussen haar en haar huidige eheman opgericht, zullen blijven, zijn en in hun waarde behouden worden.
"Dem" geeft zij testatrice nog uit haar gereedste goed [aan] aar huidige eheman Dries voorschreven 100 Caroli gulden, ad 20 stuivers stuk, eens en het hooi en het gewas liggende in de berg, zoals uit de Velwe [= de Veluwe] hergekomen is, alsmede "een maer peert met een fullen", en aan de Armen 4 mudde rogge en een "sije speck". En "genge" de comparante met haar voorschreven momber "des alsoe vuijt nae Lantrechte". Zonder argelist.
- Copie gegeven.

De 2e vrouw van Dries Dercks: Luijte Guerts

Boek 604 ORA ZWK f295 - 11 nov 1631 - Richter Cornelis van Dongen.
Keurnoten Toenijs Haecke, hopman, en Wolter van Antwerpen.
Verschenen is Anneghin Gerritz, nagelaten weduwe van zaliger Dries Dercks, ten overstaan en in het bijzijn van de E. Gerrit Hemminck als haar "gekooren, en bij dezen E. Gerichte togelaten" momber. En heeft voorschreven Anneghin haar zoon Gerrit Driessen, zoals zij comparante bij voorschreven zaliger Dries Derckss [doorgestreept was: Gerrit Driessen] staande het huwelijk heeft geprocreerd, voor zijn vaderlijk goed bewezen, doende zulks in en vermits dezen, de somma van 367 Caroli gulden en 10 stuiver, de gulden tot 20 stuiver gerekend, alles vrij geld. En de voorschreven comparante belooft boven de voorschreven somma van penningen haar gedachte zoon Gerrit, totdat hij 16 jaren oud zal zijn geworden, bij haar in kost en kleren behoorlijk, [en] in alles te onderhouden [verplegen], [hem] ook mede buiten zijn kosten lezen en schrijven te laten leren, "tendes" welke jaren "soe" zullen de voorschreven 367 Caroli gulden en 10 stuiver niet alleen in capitali, dan mede de jaarlijkse interest van dien, ten profijte van voorschreven Gerrit Driessen geprofiteerd en genoten worden. En verklaart de comparante, dat zij haar gedachte zoon wegens zijn vaderlijk patrimonie hiermee [een] sincere erfuiting en bewijs heeft gedaan, en zijn de comparante zijn zoon Gerrit Driessen tot mombers genomineerd en gesteld Warner Derckss en Claes Frericks, die elk met handtasting hebben aangenomen en beloofd hun in dezen "te willen draegen ende holden", zoals getrouwe mombers toestaat te doen.
Actum ut supra.

[Kantlijn hierbij op f295:] Op 21 januari 1641 is in plaats van Claes Frericksen tot momber over Gerrit Driessen aangenomen en door het Gericht gesteld Jan Gerritsen te Herckeloe, gelijk uit die akte breder te zien is.

f295 - Copia.
11 november 1631 is "eenpaerlick overcommen" tussen Annegin Gerritz, nagelaten weduwe van zaliger Dries Dercks, in zijn leven te Schelle woonachtig geweest [ter ware], en Willem Wolffs, als bestevader [= grootvader] van het nagelaten voorkind genaamd Merregin Dries, geprocreerd bij zaliger Aeltin Willemss, ter anderer zijde, alles in het bijzijn van de mombers van het voorschreven kind, als Claes Gerbers en Warner Dercks, [doorgestreept: "dergestalt" dat de voorschreven weduwe], in het bijzijn van de E. Gerrit Hemminck en hopman Thoenijs Haecke, als "dachholderen" in dezen, aan de zijde [van] de voorschreven weduwe, "dergestalt" dat de voorschreven weduwe ten profijte van het voorschreven kind wegens zijn vaders goed eens zal uitkeren de somma van 698 Caroli gulden en 10 stuiver, hierin is gerekend de rente van het toekomende jaar 1632 verschenen, "nae luijt" van de obligaties, te weten de eerste obligatie van 50 goudgulden in capitali, dan nog een somma van 100 keizers gulden in capitali, "alwelcke" voorss. 50 goudgulden, dan nog [de] 100 keizers gulden in de voorschreven 698 keizers gulden en 10 stuiver niet zijn gerekend. Welke [alwelcke] somma van penningen mede staan tot het voordeel en profijt van Merregin Dries, waarvan de obligaties berusten bij de voorschreven mombers van het voorschreven kind. En is tussen de voorschreven "vrenden" ter beider zijden "eenpaerlickk overcommen", dat de voorschreven 698 keizers gulden en 10 stuiver precies zullen worden betaald ten profijte van het voorschreven kind in twee termijnen, te weten de gerechte helft van de voorschreven somma op [-] "meij dach Ao. 1632", en vervolgens Michaelij "desselue" jaers de gerechte andere helft van de voorschreven somma, alles zonder enige rente "oder pension". En zijn vervolgens de beiderzijdse voorschreven partijen al hun kwesties en geschillen [verschillen] hiermee dood en te niet [gedaan].
- Oorkonde van dit alles hebben de voorschreven partijen ter beider zijden dit accoord elk met hun eigen handen en merken ondertekend.
Actum 11 november 1631.

- Onder stond:
- Gerrit Hemminck als "dachholder" vanwege de weduwe
- Claes Gerberss
- Warner \/\ Dercks [zij] zelf getrokken merk
/_\
- Dit is \/\ Willem Wolffs [zij] zelf getekend merk
\/\

- Lager stond geschreven: c. [= etc.]
En ten einde [dat] de voorschreven 698 keizers gulden en 10 stuiver op de voorschreven tijd voldaan en betaald mag worden, "daer in verobligeert hem, eene voor al", als principaal Claes Frericks, wonende te Herkeloe, belovende de inhoud van dezen voor hem, zijn huisvrouw en hun erfgenamen onverbrekelijk te willen achtervolgen, "toe den fine" verbindende zijn persoon en goederen, roerende en onroerende, om daar aan alle hinder en schade /: in cas van misbetaling :/ te verhalen.
- Oorkonde zijn eigen "getogen" merk.
Zonder arg of list.
Actum 11 november 1631 ut supra.

Onder stond: c. [= etc.]
/\
- Aldus getekend /__\ ter begeerte van Claes Frericks zijn
merk \ |/ \/
Alles in het bijzijn van de voorschreven "vrunden ende dachholderen".
- Getekend: Cornelis van Dongen.


Dus de 3e vrouw van Dries Dercks was Annegien Gerrits.

[harm56]

Misschien een aanvulling op Dries Dercks

Vanwege voorouder Willem Wolfs heb ik Dries Dercks gevolgd, maar het huwelijk met Luijte Geurts had ik niet opgemerkt.

04-01-1624
Derck Dercks woenende tot Schelle ende
Luitien Goerts w. van zal. Cornelis Heimertsen woenende tot Hattum

Bij het huwelijk met Aeltien Willems wordt gemeld
"Dries Dercks wonend Schelle

Een jaar eerder
Ondertrouw april 1619 Zwolle
Andries Dercksen Derck Jansens sohn wonende tho Schelle, end
Jannigen Peters, sa: Hendrick Lamberts n.weduwe

Foto's van het orgineel had ik, maar nu ook een transcriptie hiervan, dank hiervoor Janny en natuurlijk voor het werk gedaan door Jan Rientjes. Zelf worstel ik nog wel eens met het maken van transcriptie, de boodschap en de personen, die in een akte worden vermeld begrijp ik wel, maar sommige tussen liggende gedeelten tekst kan ik niet volgen en in woorden opschrijven.

Harm

[Janny Lalkens]

Uit de akte van 8 dec. 1621:

"Met dan nog, dat Dries uitdrukkelijk wil en begeert, gelijk hij doet krachtens dezes, dat deze zijn "maeckinge" voor de [Magistraat van Wilsum van zijn aldaar hebbende erfgoederen tot voordeel en eigendom na zijn dood"

gecombineerd met een broer op 's Heerenbroeck maakte dat ik dacht dat Dries Dercksen uit Wilsum of 's Heerenbroeck kon komen, voor hij door huwelijk in Schelle ging wonen. Terwijl hij net als ikzelf zeer waarschijnlijk door geboorte dus kon zeggen: "Ich bin ein Schellenaar". Bij mij moet dat ein dan eine zijn. Ik trek te snel conclusies zonder voldoende achtergrondfeiten te weten en dat is een karakterfout. Privé loop ik er ook wel eens tegenaan. Deze week heb ik dat gegeven nog gebruikt in een kort verhaal dat ik schreef. Dat een bijfiguur ook zo doet en handelt. Je fouten kennen garandeert niet dat je ze niet meer maakt.

Dus Dries Dercks mogelijk in Schelle geboren, Werner Dercks ook? Broers? Hoe komt Dries Dercks aan aanspraken op grond in Wilsum? Via één van zijn ouders? Grootouders?

[harm56]

Dries Dercks wordt 8 maal genoemd in R. A. Wilsum periode tot 1626 volgens transcriptie Peter Klunder.

f146+1 dd.16-05-1626
Wij Lambert Mensen en Antonij Willemsen Schepenen in Wilsem doen kond en betuigen dat voor ons erschenen zijn Dries Dircksen voor hemzelf en mede caverende voor zijn huisvrouw en kinderen en erfgen., Toenijs Lamberts en Dijrck Henricksen tot Schelle als momberen van de onmondige kinderen van zalige Henrick Lambertsen in de wanderinge genaamd Briedt-riem, en hebben ...... en meer

12-02-1615
Henrick Lambertsen tot Schelle, ende
Janneken Peters, sa. Peter Jansen n.d. tot Windesheijm

00-4-1619
Andries Dercksen Derck Jansens sohn wonende tho Schelle, end
Jannigen Peters, sa: Hendrick Lamberts n.weduwe

Harm

[ria jongman]

Voogd Warner Derks over Merregien Derks is haar oom.
Broer van haar vader.

Zie onderstaande akte

f539 - Dit nagenoemde zal het voorschreven kind mede hebben te beuren
en te ontvangen, wanneer het 16 jaren oud zal zijn.
Nota.
Daar zijn wollen kleren verkocht, die het kind aangingen, belopende 80 keizers gulden. Hiervan zijn 50 goudgulden aan Frerick Evertz kuper op rente gedaan, waarvan hij jaarlijks geeft 2 1/2 goudgulden. Welke rente verschijnen "sal wesen" 5 juni 1625, alles met "sulcke bescheid soe wie van partien voorss. t' selue begeerden afftelossen", als dat 1/4 jaar tevoren geschiedt, breder volgens de inhoud van de obligatie die daar van is.
En zijn de mombers aan de zijde van Dries Derx, de broer Warner Derx, en aan de zijde van het voorschreven kind Claes Gerbertz in Salck. Welke beloofd hebben, en beloven zij mitsdezen, het kind Merregin voorschreven "haer vordel en beste te soeken". En belooft de vader van Merregin insgelijks het beste te doen en zijn dochter schrijven en lezen te willen laten leren en "in alles hem te draegen ende doen" gelijk een vader schuldig is te doen.
Actum coram Richter Cornelis van Dongen.
Keurnoten Willem Schutte en Albert Gerritz.
- 24 juni 1625 oude stijl [olde stiels].

Ik denk niet dat Derk en Warner oorspronkelijk van Schelle zijn, omdat Warner op 's Heerenbroek wel wordt genoemd in de huwelijksboeken, maar zijn eigen huwelijk is niet te vinden.

28-09-1617 Jan Jansen van Rijssen, dienende bij Warner Dercksen op S' Heerenbroeck, ende Derckjen Hermans van Raelte, dienstmaecht van Claes Henricksen, Slachter in de Roggestraet

[Janny Lalkens]

Lambert Goosens had 3 zonen: Geert, Tonijs en Hendrick Lamberts. En een dochter Marrie.

Tonijs Lamberts X 5 mei 1594 Steven Andries Zijn 2e huwelijk is in 1618.


Tonijs zijn broer Henrick Lamberts :

Henrick Lamberts trouwt Jenneken Petersen. [info van Harm] En als weduwe trouwt zij met Dries Dercksen.
***

Dan nu de 4 huwelijken van (An)Dries Dercksen:

1. Dries Dercksen X otr. April 1619 Jenneken Petersen

Ondertrouw april 1619 Zwolle: Andries Dercksen Derck Jansens sohn wonende tho Schelle end
Jannigen Peters, sa: Hendrick Lamberts n.weduwe

De 2 kinderen van Henrick en Jenneken, dus uit Jenneken haar 1e huwelijk met Henrick Lamberts: Henrick Hendricks en Henrickien Hendricks.


2. Dries Dercksen XX Aeltien Willems de 2e vrouw ( door de mededeling m.b.t. de eerste vrouw Jenneken Peters wordt Aaltje Willems nu de 2e vrouw van Dries Dercksen, ik had haar eerst als 1e vrouw )
Bij het huwelijk met Aeltien Willems wordt gemeld
"Dries Dercks wonend Schelle” Ondertrouw oktober 1620

f353 - 21 nov 1620 - Coram Richter Cornelis van Dongen.
Keurnoten Arent Arentsen en Adriaen van Gellre.
Compareerde Dries Dercksen [doorgestreept was: Janssen], voor hem zelf en als man en momber van zin huisvrouw Aeltien Willems, voor wie hij de rato caveert. Hij heeft gerichtelijk erfuiting gedaan om de twee kinderen van zijn zaliger huisvrouw Jenneken Petersen, bij haar zaliger man Henrick Lambertsen geprocreerd, met name(n) Henrick en Henrickien Henricksen op de manier nabeschreven.
Ten eerste geeft hij comparant Dries over en renuntieert hij mitsdezen van zodanige erfenis als de voorschreven kinderen van hun zaliger vaders goed toekwam,
- ten eerste een obligatie op Gerrijt Breetgordel in Diese 200 goudguldens, ad 28 stuivers stuk, in een gerichtelijke bekentenis,
- item 200 goudguldens op de Ed. Rotger van Haersolte,
- item aan Remmelt op de Clene [= Kleine] Wee 50 goudguldens,
- item aan Herman Gerrijts Bocker [Backer] 100 goudguldens,
- item 100 goudguldens aan Jan Dijck te Winsum [= Windesheim],
- en nog 50 goudguldens aan Frerick Kuijper binnen Swol,
alles conform de obligaties die daar van zijn. Van alle welke obligaties de renten ten behoeven van de kinderen hun aanvangen zullen nemen op eerstkomende pasen [paeschen].
Met dan nog dat de comparant Dries renuntieert en afstand doet, gelijk hij doet mitsdezen, van een achtste deel [een achtendeel] van een katerstede [cotterstede] in Assendarp, waar Jan Jansen in den Anstoot op woont. Wel verstaande dat Gosen Henricxsen, de natuurlijke voorzoon van voorschreven Henrick in deze gespecificeerde zijn "rechte" kindsdeel genieten en profiteren zal, gelijk de andere twee kinderen. "Daer auerst" hij Gosen zonder lijfserven komt te sterven, [dan] zullen de voorschreven erfenissen vallen en devolueren op de twee voorschreven kinderen of hun erfgenamen. Van welk Gosens kindsdeel en "inlatinge" van dien [de] mombers Tonijs Lambertsen en Derck Henricksen, "sampt" Jan Jans Laertien en Claes Wildeman goede kennis hebben, wel verstaande echter [nochtans], dat de voorzoon Gosen in deze katerstede [cotterstede] niet meer ale aan 12de deel zal hebben te profiteren. Verder heeft voorschreven Dries Derxsen de twee kinderen voor hun zaliger moeders goed een somma van 450 goudguldens, het stuk ad 28 stuivers, en is deze somma bij rekening en liquidatie verminderd door de "sommerende" vrienden [vrenden] ter somma van 30 goudguldens, blijft over [een] rente zoals Dries Derx betalen moet [van] 420 goudguldens, en zal voorschreven Dries deze penningen behouden op rente tegen 5 procent, en zal deze hoofdsomma ten allen tijden te lossen staan "tot willecuer" van beide partijen. Hij Dries verbindt hier voor zijn persoon, have en goederen, bewegelijke en onbewegelijke, hoe en waar die ook gelegen mochten zijn, met dan nog dat voorschreven Dries de twee kinderen overgeeft en "anlaefft" mitsdezen zijn erfgoederen, zowel te Wilsum als elders gelegen de gerechte helft van dien erfelijk te transporteren voor hun en hun erfgenamen, "edoch" zullen de kinderen van dat gekochte deel tot Wilsum van Dries Derricksen van Geese Woltersens goed voor de helft [halff] hebben te betalen en de opkomsten van dien weer voor de helft [halff] profiteren. Zonder argelist.

f354 - [Onder de voorschreven akte staat:]
Nog zal voorschreven Dries aan de twee onmondige kinderen of aan hun mombers uitkeren en geven de "folcke vollen", welke zo lang bij Dries geweid en gevoerd zal worden "tot zijn 2. jaren toe" voor de zoon en aan de dochter een bed met zijn toebehoren.


XXX 3e huwelijk van Dries Dercks:

ondertrouw nov. 1623, getrouwd 04-01-1624 DERCK Dercks woenende tot Schelle ende Luitien Goerts w. van zal. Cornelis Heimertsen woenende tot Hattum Dat had een Dries Dercks moeten zijn, maar in het testament staat wel dat Luitjen met Dries Dercks getrouwd is.

Als zij 18 september 1624 ziek is wordt er een testament door haar opgemaakt en er waren ook al eens op een eerder moment huwelijksvoorwaarden opgesteld. Zij heeft van de Veluwe hooi meegenomen. Geen kinderen. Kort huwelijk.

XXXX 4e huwelijk van Dries Dercks, nu met Aaltje Gerrits. Ondertrouw okt. 1624.
Zoon: Gerrit Driessen ( verbeterd, had er eerst Gerrit Lamberts neer gezet.)

Aeltje/Anneken Gerrits hertrouwt met Jan Berents. Ondertrouw nov. 1631. Ze trouwen 26 dec. 1631 en hij is een zoon van wijlen Berent Guerts uit Harckelo. Hun eerste kind heet Andries Jansen. Genoemd dus naar Aaltje haar eerste man. Ook kregen ze een dochter Berentien Jansen. Deze beide kinderen en deze ouders ( Aaltje Gerrits en Jan Berents) overlijden aan de pest in 1637

***

Bron 700: nr. 3470. Een dossier over Schelle, pachtconflict met Andries en zijn vrouw Anna over erve Aspelaninck te Schelle. Contentieuse zaken. Periode 1565 en later. Foto’s van Herman van der Bent.

In 1601 geeft te Schelle Egbert Belt de namen door van boeren te Schelle, voor de verponding. Hij is vrijwel zeker ook Egbert Andriessen. Die huurde van de Weesen. Weesenerve was gedeeltelijk ook van de Arme Fraters. Aspelaninck is niet Weesenerve. Beide zijn wel erven te Schelle.

1. Andries Belt X Anna rond 1565.
2. Egbert (Andriessen) Belt , mogelijk zoon van Andries Belt X Hendrickjen Geerts.

3. Hendrickjen Geerts als wede van Egbert Belt XX otr. jan. 1601 Henrick Lamberts, zoon van Lambert Gosens. ORA ZWK. f. 261 8 mei 1618 : Op dat moment huurde Henrick Lamberts het Weesenerve.

4. Henrick Lamberts XX otr. Jan. 1615 tr. 12-2-1615 Jenneken Peters

Omdat Henrick Lamberts in 1618 bewezen op het Weesenerve woonde kan hij er in 1615 ook al wel hebben gewoond met de weduwe van Egbert Andriessen Belt. Zij ( Henrickjen Geerts) woonde met Egbert Belt ook al op het Weesenerve.

5. Jenneken Peeters XX otr. April 1619 Andries Dercksen, zoon van Derck Jansen wonende teho Schelle.

Aannemelijk is dat Andries Dercksen bij de weduwe van Henrick Lamberts ( Jenneken Peters) op het Wesenerve ging wonen.

Daarna nog 3 huwelijken van Andries Dercksen en tot slot zijn 4e vrouw Aaltje Gerrits XX 1631 Jan Berents en na de dood van Jan Berents en Aaltje Gerrits in 1639 problemen met de nieuwe huurder van het Wesenerve, met Henrick Liephartsen/Leeferts. Hij huurde eerst een erve in Oldeneel.
Het gaat er in dit lange verhaal om de zin: aannemelijk is dus dat Andries Dercksen niet noodzakelijk al vanaf zijn geboorte in Schelle woonde omdat hij hoogstwaarschijnlijk introuwde bij een weduwe op het Weesenerve en omdat hij aanspraak op grond bij Wilsum kon maken.

De zin die bij het ondertrouwen in april 1619 staat “Andries Dercksen zoon van Derck Jansen wonende tho Schelle” kan ook gelezen worden als dat iemand die een vader heeft met de naam Derck Jansen zelf zonder die vader op het moment van trouwen in 1619 in Schelle woonde.

[ria jongman]

Dat hele verhaal is me bekend, Janny.
Het punt is dat er nog een Warner Derks is.
Zie mijn andere vraag.

AANVULLING - Het blijkt dezelfde Werner te zijn.
Bericht weggehaald

[Egbert_]

Deze Werner Derks was getrouwd met Engbertien Goijchiens.

f324 - 9 apr 1632 - Richter Cornelis van Dongen.
Keurnoten Jan Jaffera en Jan Claessen.
Verschenen is Warmer Dercks, voor hem zelf, en mede als man en gerichtelijke toegelaten momber van zijn huisvrouw Engbertin Googis, niet present zijnde, voor wie hij de rato caveert. Hij verklaarde van Claes Gerbers, als mede-momber naast hem comparant van Merregin Dries, dochter van zaliger Dries Dercks, ontvangen [-]

f366 - 28 juni 1654 - Richter "substituijt" Jacob van Muijden.
Keurnoten Gerrijt Lamberts en Henrick Jansen van Bronckhorst.
In het Gericht is verschenen Jacob Henricksen Speelman, voor hem zelf en als vader en voogd van zijn kinderen, bij zaliger Geertien Jansen in echte geprocreerd, verder Albert Jansen voor hem zelf en als man en momber van zijn huisvrouw Annegien Claessen, voor wie hij de rato caveert, en nog Albert Jansen en Jacob Speelman voorschreven als aangeboren en aangehuwde ooms en momber over de nagelaten kinderen van zaliger Derck Gerrijtsen en Jutte Jansen, in hun leven gewezen eheluiden; dan nog zijn verschenen Henrick Warnerts voor hem zelf en als man en momber van zijn huisvrouw Trijne Roeloffs, verder Erenst Warners voor hem zelf en als man en momber van zijn huisvrouw Joessien Hermans, Herman Jansen voor hem zelf en als man en momber van zijn huisvrouw Jantien Warners, alsmede Anna Warnerts, weduwe van zaliger Jan Willemsen
Touwslager, voor haar zelf en als moeder en voogdes van haar kinderen bij Jan Willemsen voorschreven in echte geprocreerd, geassisteerd zijnde met haar broer Henrick Warnerts voorschreven als haar momber, en tenslotte Albert Warnerts als man en momber van zijn huisvrouw Aeltien Henricx, caverende deze mannen een ieder de rato voor hun resp. huisvrouwen; tesamen kinderen en erfgenamen van zaliger Engbertien Goijchiens.
Zij verklaarden voor hun en hun erfgenamen eeuwig en erfelijk te hebben verkocht, gecedeerd en getransporteerd, gelijk zij verkopen, cederen en transporteren mitsdezen, voor een somma van penningen hun comparanten ten genoegen voldaan en betaald, aan hun respectievelijke stiefvader en vader Warner Dercksen, zijn huisvrouw [niet genoemd] en hun erfgenamen de helft van 6 morgen land gelegen in Mastenbroeck op de Nije Wetteringe in dit kerspel van Swolle, daar Tomas Tomassen, Pander, noordwaarts, [en] de erfgenamen van Jonker Scheffer zuidwaarts naast geland en gelegen zijn, en genoemd de Krouse, zoals [deze] hun van hun zaliger moeder Engbertien Goijchiens aangeërfd zijn, en verder al hetgeen hun meerder van hun moeder aangeërfd en aangestorven is, en dat met zijn lasten, raad en onraad daar toe behorende. Zijnde vrij eigenlijk goed. Belovende "deselve" te wachten en te waren voor alle evictie en opspraak als volgens het recht. Zonder argelist.
- Jacob van Muijden zal op verzoek van de comparanten mede zegelen en tekenen.
[Kantlijn hierbij op f367:] Nog zullen komen Albert Jansen, erenst Warners, Rotger Hermsen, [en] Albert Warnerts.

Engbertien Goijchiens zal dus eerst met ene Jan getrouwd zijn geweest. Helaas weet ik verder niets van deze Jan. En dat vind ik jammer, want dit echtpaar komt wel voor in mijn kwartierstaat. Mijn voorgeschiedenis gaat verder met zoon Albert en zijn vrouw Annegien Claessen. En met twee zoons van hen: Jan Alberts op den Pol en Peter Albers.

f595 - 15 feb 1627 - Richter Cornelis van Dongen.
Keurnoten Jan Hoberinck en Wolter van Antwerpen.
Verschenen zijn Albert Jochemss, Jacob Ernst en Warner Derckss, als
"vrunden" en bloedverwanten en bekenden, tesamen voor hun huisvrouwen
[niet genoemd] en erfgenamen, van deze nabeschreven landerijen een
vriendelijke en liefelijke scheiding gehouden te hebben op de manier als
volgt. [-]

Albert Jochemss was getrouwd met Hille Ernst. Dochter van Erenst Jacobsen en Anna Gerrijts

Het lijkt er dus op, dat Werner Derks eerst getrouwd was met nn Ernst. Maar dat heb ik nog nergens kunnen vinden.