David ten Oever

[Egbert_]

Er is dus twijfel of Maria van Santen wel de dopeling Marrijen Henricks van 31-01-1602 is?

De achternaam van Santen komt bij de vrouw van David ten Oever alleen maar voor, als ze vanuit Hasselt met attestatie naar Zwolle komt. Maar toch lijkt ze wel dezelfde te zijn als Merchen Henricx, de moeder van de dopelingen in Zwolle.

Wat ik zelf nog wel graag had wil zien, zijn de overlijdensdata van de vader en grootvader van David ten Oever.
Ik blijf het een beetje vreemd vinden, dat de speldenmaker uit Amsterdam ineens in het leger is gegaan. En als lieutenant is gestorven. (In 1618 volgens J.W. Schaap.)

Zou dat nog ergens terug te vinden zijn, anders dat in het verhaal van de weduwe op 25 juli 1679?

[ria jongman]

NB AANGEPAST

Ook volgens de site van Odette zou hij in 1618 te Amsterdam zijn gestorven -
dat zal dan gecontroleerd kunnen worden?

Ik weet niet of je het als twijfelachtig kunt zien of Maria van Santen wel dezelfde is als Marrigen Hendriks.
De mogelijkheid bestaat wel. Maar de onmogelijkheid ook.
David vertrekt naar Hasselt - dus zou hij hertrouwd kunnen zijn.


Ik kan er [nog] niets over vinden.

Wel deze

Hernrick
Achternaam:
Santen, van
Datum:
08-10-1587
Tekst:
is getuige bij de doop van Henrick, zoon van M. Cleyss Barbir
Bron: N.H. Doopboek RBSO nr. 695, blz. 66

Andere getuige hierbij zijn Jan Beckers en Gertken Smytz

[ria jongman]

BERICHT 2

Het lijkt erop dat Derk van Sonsbeek samen met de moeder van Marrijen nog 3 kinderen heeft gekregen?
Want ik heb geen hertrouw van Derk kunnen vinden..

Datering: 1602-01-31
Bron: Retroacta
Geertien Engbers en haar man Henrick Jansen laten hun dochter Marrijen Henricks dopen
Toegangsnummer: 0709 Doop-, trouw- en begraafboeken (dtb, retroacta van de burgerlijke stand) in Zwolle en Zwollerkerspel
Inventarisnummer: 695


Zwolle, Februarius ao 1605
17-02-1605 Derck Sonsbeke s. Herman Sonsbeke n.s. ende
Gertken Engberts s. Henderick Jansen [Bussemaker] n.w.




Zwolle 17-01-1632 Engbert Hillebrants Scheppinck jongman, ende Henrijckin van Sonsbeke Derck van Sonsbeke dochter in den Golden Emmer

Zwolle 28-08-1632 Egbert Alberts A: Arentsens Vaendrichs s. en Aeltien Sonsbecke Derick van Sonsbecke dochter aen de Merckt

Zwolle20- 11-1638 Thomas Thomassen Pander des Lants van Sallant, sone van Thomas Thomassen, ende Engbertijn van Sonsbeke Derck van Sonsbeke N.D.

Derk had uit zijn 1e huwelijk ook nog een dochter

Zwolle 11-11-1621 Henrick Gerridts Gerriet Jansen Brouwers s. in die Rouse ende Fieken van Sonsbeke Derck van Sonsbeken d. woenende in die Roggenstraate
Geen erfuiting gevonden

Zwolle 05-01-1625 Lieffert van Lunenborg sal. Geert van Lunenborg n.soon van Campen Fijtien van Sonsbeck w. van sal. Henrick Brouwer met attesta. tot Campen

2 jaar hierna hertrouwt Lieffert - kennelijk is hij de vader van Willem van Lunenborg?

Volgens ZWK 99 - 22 feb 1641 - Richter Henrick Ter Cuijlen.
Keurnoten Derck Roeloffs, L.t., en Otto Henricks.
In het Gericht zijn verschenen Engbert Hillebrantsen Scheppingh en zijn huisvrouw Henrickien van Sonsbeeck, zijnde Henrickien van Sonsbeeck geassisteerd met haar man en momber Engbert Scheppingh. Zij verklaarden tesamen en elk apart [elck besonder] voor hun en hun erfgenamen in een steden vaste erfkoop eeuwig en erfelijk te hebben verkocht, gecedeerd en getransporteerd, gelijk zij "alnoch" verkopen, cederen en transporteren mitsdezen, voor een somma van penningen hun comparanten ten genoegen voldaan en betaald, aan hun resp. zwager en zuster Thomas Tomassen de Jonge, pander van Sallandt, en zijn huisvrouw Engbertien van Sonsbeeck en hun erfgenamen hun comparantens gerechte vierde part van de helft van ongeveer "negendehalve" [= 8 1/2] morgen land gelegen in twee kampen in [het] Voorsterslach bij de Vosbrugge, gemeenschappelijk tussen hun erfgenamen van zaliger burgemeester Hermen Wolberts en de kinderen van zaliger Hermen van Sonsbeecke, alsmede hun aandeel en quota van de 3 morgen land gelegen in [het] Hogebruggerslach, zijnde ongeveer een halve morgen, zoals zij comparanten van "haer" zaliger vader Derck Sonsbeecken en zijn huisvrouw aangeërfd, en ten dele naderhand van "haer" oom Henrick Lebuinus aangekocht hebben. Zijnde tesamen vrij eigenlijk goed en onbezwaard van alle uitgaande renten en thinsen, als alleen met zijn aandeel van 11 goudguldens jaarlijks, waarmee de voorschreven "negende halve" morgen land bij de Vosbrugge in het geheel bezwaard zijn, maar met zijn raad en onraad, recht en gerechtigheid vanouds daar toe behorende. Belovende "deselve" te wachten en te waren voor alle evictie en opspraak als volgens het recht. Zonder argelist.
- De comparant Scheppingh zal zelf zegelen en tekenen.

ZWK f325 - 21 juni 1644 - Richter Henr. Ter Cuijlen.
Keurnoten Henrick Jansen Keijser en Gerrit van Goor.
In het Gericht zijn verschenen Henrickien van Sonsbeecke, weduwe van zaliger Engbert Scheppingh, in zijn leven Scholtis tot der Heijne, geassisteerd zijnde met haar zwager Tomas Tomassen, Pander van Sallandt als haar momber, voor haar zelf en als moeder en voogdesse van haar vijf onmondige kinderen, bij haar zaliger eheman Engbert Scheppingh geprocreerd, verder Gerrardus Scheppingh, der rechten Doctor, en Herman [-] Sonsbeeck, als ooms en hiertoe speciaal geauthoriseerde mombers over deze kinderen van Schepenen en Raad volgens decreet in dato 19 juni "verleden", alhier in het Gericht vertoond.
Zij verklaarden tesamen en elk apart in hun kwaliteiten, voor hun en hun erfgenamen eeuwig en erfelijk te hebben verkocht, gecedeerd en getransporteerd, gelijk zij verkopen, cederen en transporteren mitsdezen, voor een somma van penningen ten genoegen voldaan en betaald, aan Henrick Ten Oever, zijn huisvrouw Jennegien Snoecks en hun erfgenamen zekere 2 morgen land gemeenschappelijk met nog 2 andere morgen, zoals de comparant Dr. Scheppingh [deze] toebehoren, gelegen in Mastenbroeck in [het] Hogebrugger Slach, oost- en zuidwaarts Henrick Jansen Keijser, westwaarts "die gemeene Stege", en noordwaarts de erfgenamen van zaliger Derck Sonsbeecke; zijnde vrij eigenlijk goed en onbezwaard van alle uitgaande renten en thinsen, als alleen met 600 goudguldens kapitaal, zoals Jan van Deventer op deze 2 morgen bevestigd heeft, welke [t' welck] de kopers tot hun laste nemen; verder met zijn raad en onraad, recht en gerechtigheid daar toe behorende. Belovende "dieselve" te wachten en te waren voor alle evictie en opspraak als volgens het recht. Zonder argelist.
- Dr. Scheppingh zal uit naam van de comparanten mede zegelen en tekenen.



BROERS
11-05-1628 Frans Sonsbecke sal: Jan Sonsbecke n.s. van Swolle en Jannichen van Schrijck n.d. van sal. Jan van Schrijck tot Arnhem tot Arnhem getrouwt
13-09-1631 Hermen van Sonsbeke Jan van Sonsbeke n.s. ende Janneken Jans Hopman Jan Gerrijtsen Keijser dochter


ZWK f385 - Eodem Ao. et die [15 mrt 1633].
Verschenen zijn Hermen van Sonsbeecke en zijn huisvrouw Jannechin Keijsers, [zij] met hem Sonsbeke, haar man [en] tot deze zaken haar "gekooren" en gerichtelijke toegelaten momber. Zij verklaarden voor hun en hun erfgenamen en nakomelingen te hebben verkocht "stedes vastes erffcoops", voor een somma van penningen hen ten genoegen voldaan en betaald, aan Thiman Vriesen, secretarius van de stad Zwol, en zijn huisvrouw Metgien van Breda en hun erfgenamen 20 Carolus gulden jaarlijkse rente, alles vrij geld, zonder enige korting van verponding, Herenschatting of andere ongelden, die door de Hoge Overigheid [die hooge-overichheijt] op de renten gesteld zijn, of namaals gesteld zullen mogen worden. Te betalen jaarlijks en alle jaren op Martini "toe pachtrechte", waarvan op Martini 1633 de eerste rente "alsoe", als voorschreven, verschijnen zal uit de comparanten [doorgestreept: sijn] [hun] vierde part van 8 morgen en "een vierdendeel" land, gelegen in het Scholtambt van Swol in [het] Voorsterslach, gemeenschappelijk met zijn comparants broer Franss van Sonsbeke, en "desselffs" oom Derrck van Sonsbeecke, waarvan de 3 en 3 "verendeel" morgen gelegen zijn oostwaarts aan de Swijne(n) Camp, westwaarts de Vos Steege [doorgestreept was: brugge], zuidwaarts aan Peter Schuirmans olim Collens-landt, en noordwaarts aan Mathijs Heijns Landt gelegen zijn, en "drie vijffte halue morgen" oostwaarts aan de Swijnen Camp, westwaarts naast [het] Deventer Landt, zuidwaarts aan d' Stadt-graeven, en noordwaarts aan Anthonius van Braeckels Landt. En zal de voorschreven rente [af] gelost mogen worden met de somma van 400 keizers gulden, wanneer de opzegging hier van een half jaar tevoren zal zijn geschied, En de voorschreven comparanten voor hun zelf gingen voor hun en hun erfgenamen de voorschreven losrente aan de koper en zijn voorschreven losrente. Belovende de voorschreven te willen wachten en waren voor alle evictie en opspraak, als hier over ontstaan zal mogen. Zonder arg of list.
Actum ut supra.
- Op verzoek van de comparanten zal de E. Peter van Sonsbeke, Scholtis te Wije [= Wijhe], tekenen en zegelen.

[ria jongman]

Bericht verwijderd. Plaats ik later wel weer.

[Janny Lalkens]

Twistgedingen Zwolle / nieuw inventarisnummer 2574 1587-1589 Jacob van Santen c.s. tegen de erfgenamen van wijlen Hero Douwen en diens vrouw Anna Penninck over hun nalatenschappen.

Nr. 2764 1638 en 1639 De voogden van Engbert, Armgard en Hendrik Gerrits Scheppinck en Richard Haxster als man en voogd van Eleonora Scheppinck tegen Peter Derks, Lebuinus Hendriks als man en voogd van Grietje Derks, en Isaäc Florissen als man en voogd van Beerte Derks, over de nalatenschappen van Hendrik Gerrits en Eleonora van Santen,

[ria jongman]

Ik denk niet dat Jacob van Santen familie is van Maria. Ik kan er niets over vinden.

Met het plaatsen van de gegevens over de stiefvader van de vrouw van David ten Oever probeerde ik aan te geven, dat als Derk van Sonsbeek niet hertrouwd is, er dus halfzussen en mogelijk ook een halfbroer Hermen zijn van Marrije Hendriks, David ten Oever zijn vrouw.
Er zou dus ergens nog een erfscheiding/testament zijn want Marije moet toch haar moeders deel ook ontvangen?

[Egbert_]

Bericht verwijderd. Plaats ik later wel weer.

Ik had net een reactie willen plaatsen betreffende Cunera Bloemerts, maar dat komt dan wel later.

[Egbert_]

bericht 2

BERICHT 2

Het lijkt erop dat Derk van Sonsbeek samen met de moeder van Marrijen nog 3 kinderen heeft gekregen?

Waarschijnlijk 4 kinderen:

• Zwolle, 28-08-1632 Egbert Alberts A: Arentsens Vaendrichs s. en
  Aeltien Sonsbecke Derick van Sonsbecke dochter aen de Merckt

Hermen en Frans zijn zonen van:

• Zwolle, 24-10-1585 Johan Sonsbeeke, salige Hermen Sonsbeeken n. sohn, en
  Beertijen, salige Egbert Roerijck n. dochter

[Egbert_]

bericht 3

Ik denk niet dat Jacob van Santen familie is van Maria. Ik kan er niets over vinden.

Jacob van Santen is de vader van Lubbert van Santen, volgens Odette: https://gw.geneanet.org/cofranssen?lang ... van+santen

Met het plaatsen van de gegevens over de stiefvader van de vrouw van David ten Oever probeerde ik aan te geven, dat als Derk van Sonsbeek niet hertrouwd is, er dus halfzussen en mogelijk ook een halfbroer Hermen zijn van Marrije Hendriks, David ten Oever zijn vrouw.
Er zou dus ergens nog een erfscheiding/testament zijn want Marije moet toch haar moeders deel ook ontvangen?

Odette heeft nog de volgende akte op haar site:

22 februari 1641 : Nalatenschap (met Derck van Sonsbeeck) - Zwollerkerspel
Richter Henrick Ter Cuijlen. Keurnoten Derck Roeloffs, L.t., en Otto Henricks. In het Gericht zijn verschenen Engbert Hillebrantsen Scheppingh en zijn huisvrouw Henrickien van Sonsbeeck, zijnde Henrickien van Sonsbeeck geassisteerd met haar man en momber Engbert Scheppingh. Zij verklaarden tesamen en elk apart [elck besonder] voor hun en hun erfgenamen in een steden vaste erfkoop eeuwig en erfelijk te hebben verkocht, gecedeerd en getransporteerd, gelijk zij "alnoch" verkopen, cederen en transporteren mitsdezen, voor een somma van penningen hun comparanten ten genoegen voldaan en betaald, aan hun resp. zwager en zuster Thomas Tomassen de Jonge, pander van Sallandt, en zijn huisvrouw Engbertien van Sonsbeeck en hun erfgenamen hun comparantens gerechte vierde part van de helft van ongeveer "negendehalve" [= 8 1/2] morgen land gelegen in twee kampen in [het] Voorsterslach bij de Vosbrugge, gemeenschappelijk tussen hun erfgenamen van zaliger burgemeester Hermen Wolberts en de kinderen van zaliger Hermen van Sonsbeecke, alsmede hun aandeel en quota van de 3 morgen land gelegen in [het] Hogebruggerslach, zijnde ongeveer een halve morgen, zoals zij comparanten van "haer" zaliger vader Derck Sonsbeecken en zijn huisvrouw aangeërfd, en ten dele naderhand van "haer" oom Henrick Lebuinus aangekocht hebben. Zijnde tesamen vrij eigenlijk goed en onbezwaard van alle uitgaande renten en thinsen, als alleen met zijn aandeel van 11 goudguldens jaarlijks, waarmee de voorschreven "negende halve" morgen land bij de Vosbrugge in het geheel bezwaard zijn, maar met zijn raad en onraad, recht en gerechtigheid vanouds daar toe behorende. Belovende "deselve" te wachten en te waren voor alle evictie en opspraak als volgens het recht. Zonder argelist. - De comparant Scheppingh zal zelf zegelen en tekenen.
Bronnen: RA Zwollerkerspel nr. 606 f99 Transcriptie G.J.A. Rientjes

Maar dit betreft de nakomelingen/erfgenamen van Derck van Sonsbeeck, waarschijnlijk vier.

[Janny Lalkens]

Herman van Sonsbeeck overleed vóór 1657 en was getrouwd met Aaltje Kraaienvanger.

Egbertje die met de pander van Salland, Thomas Thomassen, was getrouwd, leende als weduwe in 1679 geld van vermoedelijk de familie Rouse. Daar was een rechtzaak over in 1696/1697 tussen Willem Rouse en Gezina Thomassen, mogelijk dochter van Egbertje. Nieuw inventaris nr. 3135.

In 1685 een zaak tegen Egbertje , ingezet door de wede. van Rutger van Haersolte. Nummer 3082