Cornelis Dercksen s. Derck Cornelis n.s. woenende int Mastebroeck an die Vechte

[Egbert_]

In het trouwboek van Zwolle:

• 21-05-1609
  Cornelis Dercksen s. Derck Cornelis n.s. woenende int Mastebroeck an die Vechte ende
  Derckgen Wolters s. Wolter Wolters n.d. woenende tot Stroekel bij Hasselt met Johan Gerridts

De moeder van Cornelis heet Mette:

Derk Cornelis x Mette Gerrits
Uit dit huwelijk
- Cornelis Derks x Derkje Wolters
- Hendrik Derks x Agnes Dop
- Lijsbet Derks x Claes Lubberts
- Jacob Derks x Geertke Hessels
- Gerrit Derks x Eefse Hendriks

Cornelis x Derkje krijgen 4 kinderen
Derck, Wolter, Grietien en Derck[je] Cornelisen.

De Derreckien Wolters had mogelijk een zus Jutte Wolters:

• 25-05-1606 Peter Koeps tot Genne ende
  Jutte Wolters s. Wolter Woltersen n.d. ock tot Genne woenende

Geertke Hessels trouwde na het overlijden van haar eerste man met

• 21-04-1637 Lubbert Arentsen Arent Lubbers s. en
  Geertien Hessels Jacob Dericksen n.w. wonende bij Kijck in de Vechte

Wie heeft er nog aanvullingen over hiervoor vermelde personen?

[ria jongman]

NG Hasselt
Derckien 1620 d.v. Cornelijs Dercks,
mdr. Derckien Wolters; overl,
get. Jutte Wolters, 196/109

Derkien is dan niet correct?
Ze is iig de jongste

ZWK dl 603 f505 - 3 mrt 1621 - Extract.
Coram Richter "Substituijt" Adriaen van Gellre.
Keurnoten Gerrijt Schuijrman en Jacob Ernst.
"Alsoe" na het overlijden van zaliger Cornelis Derricksen en zijn huisvrouw Derreckien [-] de "vrenden van wederzijeen" in het sterfhuis verschenen [zijn] en aldaar vier onmondige kinderen bevonden [zijn], met name(n) Derck, Wolter, Grietien en Derck[je]

In 1625 zijn de 4 kinderen nog onmondig [volgens het ORA] en is gezien het geboortejaar Derkje nog maar iets van 5 jaar oud

Affijn Cornelis trouwt 1e x Claes Oosten ; 2e Jochem Everts

04-05-1628 Jochem Everts Evert Everts soone aen den Hasselerdijck en
Aefijn Cornelijs n.w. van Claes Oostens in Mastebroeck

[ria jongman]

bericht 2
ZWK f95 - 4 okt 1628 - Richter Cornelis van Dongen.
Keurnoten Jacob Ernst en Claes Corneliss.
Verschenen is Aeffien Cornelis, weduwe van zaliger Claess Oosten, ten overstaan en in het bijzijn van Jan Martinss Steenkerck als haar in deze zaken "gekooren ende met recht toegelaeten" momber. Zij heeft in die kwaliteit haar zoon Derck Claessen, geprocureerd bij haar voorschreven zaliger man, van zijn vaderlijk goed op de nabeschreven manier erfuiting gedaan. Namelijk dat haar comparantes voorschreven zoon daar voor eens zal hebben te genieten de somma van 170 goudguldens, de gulden tot 28 stuiver gerekend, die de comparante niet eerder zal uitkeren en betalen, dan als haar voorschreven 18 jaren oud zal zijn. Mits dat de voorschreven comparante haar gedachte zoon tot die tijd in kost en kleren zal verplegen en onderhouden. En zal de comparante haar voorschreven zoon eeuwig en erfelijk alleen krijgen [hebben] en behouden de gehele alzodanige erfenis, als de comparante haar voorschreven zoon van zijn bestevader [= grootvader] Oosten Janss is aangeërfd en nagelaten. En zal de comparante haar voorschreven zoon mede dadelijk genieten zijn vaders beste kleren, als die tot zijn lijfdracht behoren, verder 6 goede hemden, 2 oorkussentekens, 4 lakens en een kist. "Ende offt geviel /: dat Godt genadichlick versije :/ dat" de comparante voor de voorschreven 18 jaren onverhaald dezer wereld mocht komen te overlijden, in zo'n geval zal de stiefvader Jochem Evertss /: bij deze erfuiting present zijnde :/ na de dood van de comparante, zijn huisvrouw voorschreven, de gedachte somma, als 170 goudgulden, aan de comparante haar zoon dadelijk voldoen en betalen.
Hiermee verklaart de comparante haar voorschreven zoon [een] "sincere" erfuiting te hebben gedaan.
En zijn over de zoon van de comparante tot mombers gesteld Corneliss Oosten en Derck Corneliss. Die elk beloofd hebben het voordeel en beste van de comparante haar voorschreven zoon te willen doen en "bevlijtijgen".
Actum ut supra.
- De comparante heeft "uitgelecht" de Jura van deze erfuiting, als 3 gulden en 13 stuiver, die zij voor de helft zal korten, als haar voorschreven zoon 18 jaren oud zal zijn.

Maar wie deze dan is ?
Zwolle
??-??-1638 Jochum Alpherts en Aefien Cornelis

[Egbert_]

NG Hasselt
Derckien 1620 d.v. Cornelijs Dercks,
mdr. Derckien Wolters; overl,
get. Jutte Wolters, 196/109

Op de scan, Hasselt 1620, lees ik:

• 1 octob: | ouders Cornelis Dercks, sal: Derckien Wolters, Jutte Wolters getuij | Derckien

De moeder is dus tussen geboorte van Derckien en haar dopen overleden.

Oudste zoon van Derkien Wolters gaat in Zwolle in ondertrouw:

• Februarius Anno 1627
  Derck Cornelis s. Cornelis Dercks soone an de Vechte en
  Albertijn Henricks s. Henrick Gerrits n.d. in Mastebrock
  met Attestatie in Mastebroeck den 8 Martij A° 1627

In 1653 is hij overleden:

• f306 - 20 aug 1653 - Richter Bernardt Holt.
  Keurnoten hopman [-] Holt en Henrick Scheppingh.
  Door het Gericht zijn tot mombers "geleigeert ende gestelt" over de nagelaten kinderen van zaliger Derck Cornelissen, bij Albertien Henricksen in echte geprocreerd, Joochem Alphertsen, aangehuwde oom, en Evert Henricksen "adsuit" van deze kinderen van de vaders zijde, en Geert Henricksen, oom van de moeders zijde, en Lubbert Arentsen als nabuur.

Wie is die aangehuwde oom Joochem Alphertsen ?
Ik kan enkel deze vinden:
Zwolle

• ??-??-1638 Jochum Alpherts en Aefien Cornelis

De vraag is dus: als deze Aefien Cornelis een zus is van Derck Cornelis, zijn ze dan allebei kinderen van Derkien Wolters, of geen van beide?

Maar zijn ze bijvoorbeeld kinderen van

• 13-04-1595 Cornelis Dercksen Stat Visscher, ende Griete Sweers uijt Mastebroeck

[Egbert_]

bericht 2

ZWK f95 - 4 okt 1628 - Richter Cornelis van Dongen.
Keurnoten Jacob Ernst en Claes Corneliss.
Verschenen is Aeffien Cornelis, weduwe van zaliger Claess Oosten, [-] de stiefvader Jochem Evertss

hier hoort bij:

• 04-05-1628 Jochem Everts Evert Everts soone aen den Hasselerdijck en
  Aefijn Cornelijs n.w. van Claes Oostens in Mastebroeck

Jochem Everts is kleinzoon van Evert Herms up Myllingen en Dievertien Jochems (eerder als besproken op dit forum)

f343 - 14 apr 1638 - Richter Hendrick Ter Cuijlen.
Keurnoten Engbert Willemsen en Jacob van Muijden.
- Mombers over zaliger Jochem Evertsen [zijn] nagelaten kinderen: Evert Evertsen de Jonge en Derck Cornelissen.
Gecompareerd is in het Gericht Aessien [Aeffien] Cornelissen, weduwe van zaliger Jochem Evertsen. Zij heeft aan haar vier kinderen, met name (n) Annegien, Marregien, Claes en Grietien Jochems, bij zaliger Jochem Evertsen geprocreerd, ten overstaan van Evert Evertsen en Derck Cornelissen, de voorschreven mombers, erfuiting gedaan [-]

De moeder van Jochem Everts heette Anneken Arents. Als de regels gevolgd zijn, zal Marregien, of anders Grietien naar moeders moeder vernoemd zijn. Dat wijst erop dat de ouders van Aeffien Cornelissen zijn:

• 13-04-1595 Cornelis Dercksen Stat Visscher, ende Griete Sweers uijt Mastebroeck

Eveneens ouders van

• Februarius Anno 1627
  Cornelis s. Cornelis Dercks soone an de Vechte en
  Albertijn Henricks s. Henrick Gerrits n.d. in Mastebrock
  met Attestatie in Mastebroeck den 8 Martij A° 1627

Rond de tijd van de erfuiting is er deze trouwinschrijving:
trb Zwolle

• ??-??-1638 Jochum Alpherts en Aefien Cornelis

conclusie:
Derck Cornelis x Albertijn Henricks is geen zoon van Derkien Wolters, zoals ik eerder wel had aangenomen ? of !
Van geen van de kinderen van Derkien Wolters heb ik dan een huwelijk kunnen vinden.

[ria jongman]

Hm, interessante wending.


Bij de kinderen van Derk x Mette had ik nog een Gerrit.
Je kon geen huwelijk vinden schreef je.

Zwolle 05-02-1607 Gerriet Dercksen s. Derck Cornelis n.s. ende
Evese Hendricks s. Henderick Dercks n.d. beide woenende up het Eilandt met Jenniken van Wijrden

Puur gebaseerd op onderstaande akte waarin sprake is van broers én ook op het patroniem van Mette.

ZWK dl 603 f242 - 22 mei 1617 - Coram Richter Cornelis van Dongen.
Keurnoten Hans van Braeckel en Bartolt Henrixs.
In het Gericht is verschenen Mette Gerrijts, [geassisteerd] met Henrick Berents als haar tot deze zaken "gecoren ende mit rechte" toegelaten" momber met haar zoon Henrick Dercxsz, instaande en cederende voor haar broers [-] en zuster Lijsbeth. Zij hebben "gerenontieert" en afstand gedaan ten behoeve van Cornelis Dercxs, haar zoon en de andere kinderen hun broer, van zodanig recht en pretensie als zij tesamen "veraccordiert" hebben na luid [van een] zekere koopcedule en accoord in dato 2 april 1611 oude stijl opgericht, "daer van" zij comparanten bedanken de eerste met de laatste van de goede betaling.

**

dl 603
f505 - 3 mrt 1621 - Extract.
Coram Richter "Substituijt" Adriaen van Gellre.
Keurnoten Gerrijt Schuijrman en Jacob Ernst.
"Alsoe" na het overlijden van zaliger Cornelis Derricksen en zijn huisvrouw Derreckien [-] de "vrenden van wederzijeen" in het sterfhuis verschenen [zijn] en aldaar vier onmondige kinderen bevonden [zijn], met name(n) Derck, Wolter, Grietien en Derck[je] Cornelisen. En tot mombers gesteld zijn aan de zijde van zaliger Cornelis zijn broer Henrick Derricks en Arent Florijsen, aan de zijde van zaliger Derrickien [-] Peter Coops en Jan Egberts te Genne, dewelke alsnog tot assistenten "gecoren" hebben aan de vaders zijde Henrick Berents in Mastebroeck en aan de moeders zijde Coop Jacobsen. Die allen tesamen en apart bij handtasting beloofd hebben "den onmundigen haere beste te doene".
En hebben de mombers aan Jacob Derricksen en zijn erfgenamen vanwege de onmondige kinderen erfelijk verkocht zaliger Cornelis [zijn] huis, berg, schuit, schuur, met alle beesten, hoe die ook [doorgestreept: enigszins] genoemd mogen worden, zo en in zulker manier [als] het huis met de gehele inboedel en de daar in staande "mobilen", zoals zaliger Cornelis en zijn huisvrouw in hun leven toebehoord hebben, geen ding uitgezonderd.
Dan zullen de mombers tot het profijt van de kinderen eens uit het sterfhuis nemen al de wol en het linnen, als tot de lijfdracht behoord heeft van voorschreven Cornelis en zijn huisvrouw, en verder alle andere "linwaren vlas ende garen" en een bed, peluwe [polwe] en kussens, met een kist, "Des" zal evenwel Jacob gelaten worden het ene bed met zijn toebehoren voor welke "percelen" voorschreven Jacob aanneemt en belooft te betalen aan de voorschreven mombers tot profijt van de kinderen de somma van 1025 goudgulden, ad 28 stuivers het stuk, waarvan de koper nu op [-] mei eerstkomende zal betalen de somma van 300 goudgulden, zonder handgeld, en de resterende penningen te weten elke twee [2] jaar 200 goudgulden of "eene vast ter tijt" en zo lang de volle somma betaald is, wanneer telkens de losse een "vierendeel jaers" tevoren zal zijn opgezegd, en dat met de handgelden van dien tegen 5 procent. Nog zal Jacop zaliger Cornelis [zijn] oudste zoon in kost zonder daar van te genieten, onderhouden 4 jaar en door de mombers "in cleden verpleecht" worden, en van de tweede zoon zal Jacop jaarlijks genieten, gelijk de andere kinderen verteren zo lang de partijen "verdragen connen". De dienstboden zullen door de mombers tot pasen [paeschen] eerstkomende "geloont" en betaald worden, en door Jacob in de kost onderhouden worden "des" zullen de verkochte goederen dadelijk door Jacob aangetast worden en tot zijn schade en baat staan, en voor deze beloofde kooppenningen zijn borgen geworden Berent Henricxs Koster en Henrick Berens samen en apart [sampt ende besonder] als hun eigen "proper" schuld. Zonder argelist.
- Geëxtraheerd uit het gerichtsprothocol van de Scholten van Swol door mij ondergeschrevene gezworen gerichtschrijver van het Scholtambt Swol.
- [Getekend:] Adriaen van Gellre, 1623.

f506 - Op 20 juni 1623 heeft Jacob Derricksen op deze koopcedule betaald
betaald de somma van 400 goudgulden met alle verlopen "pensionen" tot [-] mei 1623 verschenen.
Oorkonde de mombers hun handen hier ondergeschreven:
Arent Florijs en Jan Egberts.

[Egbert_]

Bedankt voor de aktes!

Samenvattend
- Mette Gerrits, niet vermeld, maar zeer aannemelijk weduwe van Derck Cornelijs
- haar zoon Henrick
- haar dochter Lijsbeth
- haar zoon Cornelis
- haar zoons (meervoud), niet met naam vermeld

Van de niet met naam vermeldde zoons is Jacob er één:

• 10-03-1622 Jacob Dercks zal. Derck Cornelis s. ende
  Gertken Hessels Hessel Jansen d. beide woenende an die Vechte

In een volgende reactie ga ik verder met Jacob Dercks

Maar nu over de laatste zoon, niet met naam vermeld:

Dat zou deze kunnen zijn:

• Zwolle 05-02-1607 Gerriet Dercksen s. Derck Cornelis n.s. ende
  Evese Hendricks s. Henderick Dercks n.d. beide woenende up het Eilandt met Jenniken van Wijrden

omdat hij een zoon is van ene Derck Cornelis en
omdat hij vernoemd zou kunnen zijn naar de vader van Mette Gerrits

Er is dus geen bewijs, dat Gerriet Dercksen een zoon van Mette Gerrits is, maar wel een sterk vermoeden.

[Egbert_]

bericht 2

trb Zwolle

• 10-03-1622 Jacob Dercks zal. Derck Cornelis s. ende
  Gertken Hessels Hessel Jansen d. beide woenende an die Vechte

Gertken hertrouwde:

• 21-04-1637 Lubbert Arentsen Arent Lubbers s. en
  Geertien Hessels Jacob Dericksen n.w. wonende bij Kijck in de Vechte

@Frits: Lubbert Arentsen en Geertien Hessels zijn ons beider voorouders. De volgende gegevens, voor zover jou niet bekend, kunnen dus een bijdrage voor je familiearchief zijn.

f245 - 25 feb 1637 - Richter Henrick Ter Cuijlen.
Keurnoten Johan van Leuwen, Dr., en Johan Holt, secretaris.
- Mombers van zaliger Jacob Dercksens kinderen: Hermen Hessels en Jan Willemsen.
Verschenen is Geertien Hessels, weduwe van zaliger Jacob Dercksen, geassisteerd zijnde met Henrick Berents [als] haar "gecoren" en gerichtelijke toegelaten momber. Zij heeft ter presentie van de voorschreven mombers aan haar drie kinderen, met name(n) Heijle, Derck en Lijsbet Jacobs, bij haar zaliger eheman Jacob Dercksen voorschreven geprocreerd, erfuiting gedaan, en deze drie kinderen voor hun vaderlijk goed tesamen bewezen de somma van 500 Caroli gulden eens, en de beide dochters elk een bed met zijn toebehoren, en het zoontje Derck een "uijtgevoert entervullen", met het beding, dat het ene kind op het andere zal sterven en erven tot aan de dood van de laatste. Verder heeft voorschreven Geertien belooft haar voorschreven drie kinderen in kost en kleren eerlijk "naer haer gelegentheijt" tot aan hun 17 jaren te onderhouden, en dan de voorschreven penningen elk pro quota uit te keren of te verhandgelden na behoren. Mede heeft de comparante beloofd haar zoon lezen en schrijven te laten leren. Daar voor verbindt de comparante haar persoon en al haar goederen, roerende en onroerende, hebbende en verkrijgende.
- Juramentum per tutores remissum.
En hebben de voorschreven mombers mede aangenomen en beloofd het beste voor de voorschreven kinderen te doen, en zo veel mogelijk te bezorgen, "dat t' gunt voors. naergekomen mach worden".

- Henrick Berents [als] haar "gecoren" en gerichtelijke toegelaten momber, is hoogstwaarschijnlijk haar zwager, broer van haar overleden man.
- momber over de kinderen Hermen Hessels zal de broer zijn van Gertken
- momber Jan Willemsen heb ik niet kunnen plaatsen
- geen dochter Mette

Deze akte levert echter geen bewijs, dat Jacob Dercksen een zoon was van Mette Gerrits. Vooral omdat van momber Jan Willemsen (mij) niet bekend is wie hij is Jacob Dercksen had maar één zus, en die was getrouwd met Claes Lubbertsen.

Mogelijk is er wel een verbinding met deze akte

ZWK dl 603 f242 - 22 mei 1617 - Coram Richter Cornelis van Dongen.
Keurnoten Hans van Braeckel en Bartolt Henrixs.
In het Gericht is verschenen Mette Gerrijts, [geassisteerd] met Henrick Berents als haar tot deze zaken "gecoren ende mit rechte" toegelaten" momber met haar zoon Henrick Dercxsz, instaande en cederende voor haar broers [-] en zuster Lijsbeth. Zij hebben "gerenontieert" en afstand gedaan ten behoeve van Cornelis Dercxs, haar zoon en de andere kinderen hun broer, van zodanig recht en pretensie als zij tesamen "veraccordiert" hebben na luid [van een] zekere koopcedule en accoord in dato 2 april 1611 oude stijl opgericht, "daer van" zij comparanten bedanken de eerste met de laatste van de goede betaling.

en deze akte:

f157 - 28 okt 1629 - Richter Cornelis van Dongen.
Keurnoten Jan Martinss Steenkerck en Albert Egberss.
Verschenen zijn Jan Egberss, Derck Derckssen Pellen en Peter Coops, als mombers van de onmondige kinderen van zaliger Cornelis Derckss. Zij verklaarden tesamen in hun kwaliteit in een steden vaste erfkoop erfelijk en "ommermeer" /: om een somma van penningen ten genoegen voldaan en betaald :/ aan Jacob Derckssen, zijn huisvrouw [niet genoemd] en hun erfgenamen te hebben verkocht [een] zeker huis, hof, berg, en de inboedel, gelegen in Mastebroeck aan Kijck in de Vecht, zoals de koper deze thans bewoont [doorgestreept: zijnde de voorschreven percelen kommervrij]. En de verkopers in de kwaliteit als voorschreven gingen de voorschreven goederen, als huis, hof, cum annexis als voorschreven aan de voorschreven koper, zijn huisvrouw en hun erfgenamen "alsoe uijt" conform Landrechtens. En zij beloven deze voorschreven percelen te willen wachten en waren voor alle evictie en opspraak als hier over ontstaan [mag]. Zonder arg of list.
Actum ut supra.
- Op verzoek van de mombers zal [-] Steenkerck voorschreven mede zegelen.

Het lijkt erop in de akte van 1617 de betaling door Cornelis Dercks is vastgelegd van de overname van het erf van zijn ouders en hun erfgenamen van het huis bij de Kijck in de Vecht. En dat na zijn overlijden dat huis verkocht wordt aan Jacob Derckssen en zijn vrouw.

samenvatting: Waarschijnlijk is het huis van Lubbert Arents aan de Kijck in de Vecht bij hem terecht gekomen via de schoonfamilie van zijn eerste vrouw

[ria jongman]

Je stelt dus dat Jacob Derks geen zoon is, maar alleen de koper?
Ik snap niet goed wat je bedoelt.

samenvatting: Waarschijnlijk is het huis van Lubbert Arents aan de Kijck in de Vecht bij hem terecht gekomen via de schoonfamilie van zijn eerste vrouw

10-03-1622 Jacob Dercks zal. Derck Cornelis s. ende
Gertken Hessels Hessel Jansen d. beide woenende an die Vechte

Jacob Derks neemt de verzorging van de kinderen voor zijn rekening én hij krijgt een bed uit de inboedel.
En natuurlijk wordt alles verkocht, want Cornelis heeft eerder alles gekocht - met goedvinden van de rest van de familie doordat hij ze uitgekocht heeft. Helaas is die akte van 1611 niet gevonden.

Als Sweers fout is, dan heb je de voogd Jan Willems
Jan 1627
Jan Willems tot Isselmuiden en
Grietien Sweerts n.d. van Cornelijs Dericksen an Hasselder dijck
met Attesta. tot Isselmuiden den 8 Martij A° 1627.

[Egbert_]

Nee, dat is niet wat ik bedoel.

Ik bedoel dat er geen bewijs is Jacob Derks een zoon is van Mette Gerrits. Zijn naam is nergens vermeld in relatie tot Mette Gerrits. En hij wordt nergens vermeld als broer van Cornelis Dercksen. Hoewel akte f505 - 3 mrt 1621 natuurlijk wel dichtbij komt. Die stukje had ik over het hoofd gezien. Ik heb vooral naar akte f157 - 28 okt 1629 gekeken, de verkoop.

Dit soort afspraken maak je gewoonlijk binnen de familie. Maar in die akte wordt hij niet de broer van Cornelis genoemd. Maar de context maakt het wel heel aannemelijk dat hij een broer is.

Dat is wat ik bedoelde. Jacob Derks is wel de broer van Cornelis. Blijkt uit de context van meerdere akte, maar wordt nergens zijn broer genoemd.

samenvatting: Waarschijnlijk is het huis van Lubbert Arents aan de Kijck in de Vecht bij hem terecht gekomen via de schoonfamilie van zijn eerste vrouw

Dit is een vermoeden. Dat de weduwe van Jacob Derks het huis erft, en dat de buurman Lubbert Arents na hun trouwen bij haar intrekt, en mede eigenaar wordt.

f245 - 25 feb 1637 - Richter Henrick Ter Cuijlen.
Keurnoten Johan van Leuwen, Dr., en Johan Holt, secretaris.
- Mombers van zaliger Jacob Dercksens kinderen: Hermen Hessels en Jan Willemsen.
Verschenen is Geertien Hessels, weduwe van zaliger Jacob Dercksen, geassisteerd zijnde met Henrick Berents [als] haar "gecoren" en gerichtelijke toegelaten momber. Zij heeft ter presentie van de voorschreven mombers aan haar drie kinderen, met name(n) Heijle, Derck en Lijsbet Jacobs, bij haar zaliger eheman Jacob Dercksen voorschreven geprocreerd, erfuiting gedaan, en deze drie kinderen voor hun vaderlijk goed tesamen bewezen de somma van 500 Caroli gulden eens, en de beide dochters elk een bed met zijn toebehoren, en het zoontje Derck een "uijtgevoert entervullen", met het beding, dat het ene kind op het andere zal sterven en erven tot aan de dood van de laatste. Verder heeft voorschreven Geertien belooft haar voorschreven drie kinderen in kost en kleren eerlijk "naer haer gelegentheijt" tot aan hun 17 jaren te onderhouden, en dan de voorschreven penningen elk pro quota uit te keren of te verhandgelden na behoren. Mede heeft de comparante beloofd haar zoon lezen en schrijven te laten leren. Daar voor verbindt de comparante haar persoon en al haar goederen, roerende en onroerende, hebbende en verkrijgende.
- Juramentum per tutores remissum.
En hebben de voorschreven mombers mede aangenomen en beloofd het beste voor de voorschreven kinderen te doen, en zo veel mogelijk te bezorgen, "dat t' gunt voors. naergekomen mach worden".